Jazzfest Amsterdam plots bij eredivisie Nederlandse jazzfestivals
CONCERTRECENSIE. Jazzfest Amsterdam. Studio/K, 10 november 2012
beeld: Ronald Rijntjes
door: Tim Sprangers
Er wordt nogal eens wat gezegd over de teloorgang van de jazz in Nederland. Merkwaardig genoeg heeft zich bij vele leken het beeld ontwikkeld dat jazz op de rand van de afgrond staat. Muziek voor oude lullen, beetje swingen, rood wijntje, knippen met de vingers, brallen over vroeger. Deze associaties komen niet uit de lucht vallen. Want er is inderdaad sprake van een elite die jazz ziet als een upperclass-cultuurvorm, waarmee je uit de hoogte moet koketteren.
Er viel veel te genieten tijdens de tweede editie van Jazzfest, zoals bij de concerten van Mechanical Duck (Charles Hens), Ben van Gelder Trio en Erik Vaarzon Morel, Maartje Meijer, Jesse van Ruller.
Maar hoe anders is de status waarin de Nederlandse jazz van nu zich vooral bevindt. Wie deze zaterdag in Studio/K wandelde, beleefde een eigentijds festijn voor en door voornamelijk jongere mensen. Met muziek die uitnodigend werkt voor iedereen, door eigenzinnige makers, reflecterend op het nu en gebracht met enthousiasme en beleving. Muziek die leidt tot schaterlachen, intens genieten, tranensalvo’s en jolige danspassen.
Jazzfest Amsterdam behoort, achter het onbereikbare North Sea Jazz Festival, vanuit het niets tot de eredivisie van de Nederlandse jazzfestivals. De tweede editie in Studio/K, een door studenten opgezet en geleid cultureel complex in het hart van de Amsterdamse Indische buurt, raakte al snel uitverkocht. Na een slim ingezette gratis editie vorig jaar, bleek de entree van twaalf euro (en in de voorverkoop goedkoper), terecht geen drempel voor de ruim achthonderd bezoekers. Die prijs is namelijk nog steeds bespottelijk laag voor het gebodene.
Variëteit
De programmering, in handen van drummer Felix Schlarmann, (met hulp van zanger Norbert Kögging) die elke maand ook sessies organiseert in hetzelfde gebouw, richt zich op de levendige Amsterdamse jazzscene. En die biedt een hoop variëteit. Het programma zit vernuftig in elkaar, met uiteenlopende jazzmuziek van hoge kwaliteit. Puntje is dat enkel aan de bloeiende Amsterdamse impro geen ruimte is geboden.
Het is fraai beginnen ‘s middags bij het duo Harmen Fraanje en Ernst Reijseger. De twee treden regelmatig op in binnen- en buitenland, vaak in trioverband met de zanger Mola Sylla. Maar ook als duo klinkt muziek met magische elementen. De veelvuldig gebruikte minimalpatronen creëren instantbeelden bij de luisteraar. Filmmuziek van het mooiste soort.
Duo Harmen Fraanje/Ernst Reijseger. Franz von Chossy Quintet. Ruben Hein trad solo op.
Zoals het nummer ‘Heaven On Earth’, met een thema dat al je spierweefsel laat bibberen. Het spelplezier tussen de twee is in elk moment getekend. Vaak zijn ze verwikkeld in een virtuoos improvisatiegevecht, waarin de essentie wordt omspeeld om hem juist nog meer te accentueren. Met smart wachten we op de trioplaat (met Mola Sylla), die in januari verschijnt op Winter & Winter.
Het concert speelt zich af in SK1, een bioscoopzaal. Een fantastische locatie natuurlijk. Het doek achter de artiesten is wit, maar wordt muzikaal beschilderd. Dat doet het Franz von Chossy Quintet even later ook met minder geïmproviseerde klanken, maar rustend op een soortgelijke verbeeldingskracht. De suite over de verdrijving uit het paradijs tekent zich door filmisch gecomponeerde crescendi, waarin de zachte kleuren van piano, viool, cello en klarinet in mooie harmonieën interacteren. De klarinetsolo’s van Alex Simu, gedrenkt in Balkankleuren, zorgen vaker voor verbluffende climaxen.
Barhangen
Naast wegzakken in een comfortabele bioscoopstoel bij goede luistermuziek, was het ook prima barhangen in de clubzaal, met grote capaciteit en fijne clubsfeer. Zoals bij het trio van altsaxofonist Ben van Gelder, die voor een reeks concerten is overgevlogen uit New York. Hij had niet kunnen repeteren met drummer Mark Schilders (die ochtend aangekomen uit New York), en bassist Stefan Lievestro, maar daar was niets van te horen.
Van Gelder speelt graag in trioverband, waarin de ruimtes openliggen en creativiteit in gesprekken gewaarborgd is. Wat een fantastische techniek en rijke fantasie heeft Van Gelder toch, in een sound waarin cooljazz verbazingwekkend eigentijds klinkt. Hij speelde stukken van zijn eigen plaat ‘Frame of Reference’, zonder discussie een van de mooiste Nederlandse jazzalbums van de afgelopen jaren. De meeste indruk maakt de meeslepende solo die zich een weg baant naar Coltrane’s ‘Giant Steps’.
Pianiste Maartje Meijer. Tin Men & The Telephone. Ploctones met Anton Goudsmit en Efraïm Trujillo.
De afstemming van de ongeveer twintig concerten in drie zalen is goed geregeld. Je merkt dat de organisatie in handen ligt van muzikanten die aanvoelen waar welke act het best tot zijn recht komt. Dat komt ook de sfeer ten goede. Die is sympathiek, want gegrond op bezieling vanuit de organisatie, muzikanten en bezoekers. Het voelt charmant rommelig. Dan is het niet erg dat je over de geluidsman moet klimmen om je naar de uitgang te begeven. En als in de bioscoopzaal iemand over het podium loopt en daarbij de pianist schampt, kijkt deze niet eens op.
Goed idee is ook de jamsessie in het kleine zaaltje op de begane grond. Amsterdamse conservatoriumstudenten babbelen in een relaxte ambiance, terwijl er op hoog niveau wordt gemusiceerd. Als er een nummer wordt geïnitieerd dat de pianist niet kent, pakt hij zijn smartphone erbij voor de partituren. In deze tijd is het uit je hoofd leren van het Real Book minder belangrijk.
Flamenco-jazzsymbiose
Het feest gaat boven verder met de fijne flamenco-jazzsymbiose van gitaristen Erik Vaarzon Morel en Jesse van Ruller en pianiste Maartje Meijer. Een band met fraaie arrangementen die smaakvol plukken uit twee werelden. Opvallendste act van het festival was Mechanical Duck, een theatrale band die de stukken baseert op de liederencyclus ‘Die Schöne Müllerin’ van Franz Schubert. Grote rollen zijn er voor operazanger Charles Hens en saxofonist Jasper Blom.
Geen jazzfestival dat beter kan afsluiten dan met The Ploctones, het befaamde kwartet van gitarist Anton Goudsmit. Het swingt, zweet, schreeuwt, jankt en knalt uit elkaar van de energie. “Best leuke muziek”, zegt een jong meisje tegen een vriendin. Ze probeert te dansen, maar raakt verstrikt in haar bewegingen, de gefragmenteerde ritmes geven haar geen kans.
Ook hierin blijkt Jazzfest Amsterdam een topfestival. Het laat een nieuwe generatie horen hoe opwindend goede jazzmuziek kan zijn.
VPROJazzLive nam alle concerten van Amsterdam Jazzfest op (in SK1 en SK3. Ze worden uitgezodnen op 16,17, 23, 24 en 30 januari op Radio6.
Ook via internet: vprojazzlive.radio6.nl
vera vingerhoeds (E-mail ) - 13-11-’12 13:20