Brussels Jazz Orchestra & Tutu Puoane – Mama Africa
CD-RECENSIE
Brussels Jazz Orchestra & Tutu Puoane – Mama Africa
bezetting: Brussels Jazz Orchestra met o.a. Frank Vaganée alt- en sopraansaxofoon en fluit; Kurt van Herck tenorsaxofoon en fluit; Bart Defoort tenorsaxofoon en klarinet; Bo van der Werf baritonsaxofoon en basklarinet; trompetsectie o.l.v. Serge Plume; trombonesectie o.l.v. Marc Godfroid; Hendrik Braeckman gitaar; Nathalie Loriers piano; Jos Machtel contrabas; Klaas Balijon slagwerk; Koen Maes manager, Tutu Puoane zang
opgenomen: 30 september en 1 oktober in Hogent Studio in Gent (B)
release: 2010
label: Music&Words
tracks: 9
tijd: 71.16
website: www.brusselsjazzorchestra.com - www.tutupuoane.info
myspace: www.myspace.com/brusselsjazzorchestra - www.myspace.com/tutuouoanemusic
door: Rinus van der Heijden
De Zuidafrikaanse zangeres Tutu Puoane had al tijdens haar studie, eind jaren negentig aan het Soutn African Music College of Cape Town University als hartenwens om met de bigband van school op te treden. Dat kwam ervan, maar haar wens werd verder aangescherpt toen zij - nadat ze zich had gevestigd in Brussel - door Frank Vaganée van het Brussels Jazz Orchestra werd uitgenodigd voor een project rond de muziek van Billie Holiday. En Tutu Puoane werd helemaal ten hemel gevoerd toen Vaganée een vervolg wilde, nu met muziek die nóg dichter bij de zangeres stond. Namelijk die van haar vaderland.
Om preciezer te zijn: de muziek van Miriam Makeba, dé vaandeldraagster van de verbreiding van Zuidafrikaanse muziek over de wereld. Makeba overleed 10 november 2008 en toen wist Tutu Puoane het helemaal zeker: dit project mocht alleen nog maar gaan over de muzikale nalatenschap van Miriam Makeba. Bovendien kreeg het de erenaam mee van deze grote Zuidafrikaanse vocaliste: Mama Africa.
De negen stukken op deze gloednieuwe, gelijknamige cd zijn gebaseerd op de Xhosa en Zulu volksmuziek die Miriam Makeba als grondslag voor haar oeuvre koos. Zeven arrangeurs, voornamelijk uit de gelederen van het Brussels Jazz Orchestra (BJO), beten er hun tanden op stuk. Met als opdracht: breng nieuw leven in deze overgeleverde muziek.
Dat is gedeeltelijk gelukt. Het BJO rent net iets te hard, waardoor het vooral zichzelf in de schijnwerpers plaatst en de Zuidafrikaanse elementen nogal eens ondergesneeuwd raken. Dat geldt in het bijzonder voor het orkestspel dat té overdonderend uit de luidsprekers knalt; in kleinere ensembles is de sfeer van de Afrikaanse muziek beter getroffen.
Dat het anders had gekund bewijst het openingsstuk ‘The House in Midrand/Jikele’ Maweni’, waarin Tutu Puoane voor de troepen uitholt. Haar enthousiasme mondt uit in authentieke, meeslepende Afrikaanse muziek-voor-groot-orkest, waarin ingenieus de samenhang tussen bigband en nauw begrensde volksmuziek wordt gesmeed.
Het BJO zal ongetwijfeld de bedoeling hebben gehad voornoemde samenhang te bewijzen. Een hele cd lang. Maar waar het uiteindelijk op uitdraait is dat het orkest laat horen waarin het het allerbest is: jazzmuziek plaatsen in een eigen kader. Daarmee wordt het evenwicht verstoord: ‘Mama Africa’ is een plaat die enerzijds hinkt op die wijd uitwaaierende jazzmuziek, anderzijds op een Zuidafrikaanse gast die haar zo lang gekoesterde wens mag invullen bij een gereputeerde bigband.
De presentatie van ‘Mama Africa’ is op 26 februari in De Roma in Antwerpen, nadien volgt een concertreeks.