Weerbarstige muziek Muhal Richard Abrams is van de buitencategorie
CONCERTRECENSIE. Muhal Richard Abrams, Bimhuis, Amsterdam, 9 mei 2009
beeld: Ger Koelemij
door: Mischa Andriessen
Het concert eindigde zoals het begon; Muhal Richard Abrams nauwelijks zichtbaar achter de vleugel, in gedachten verzonken. Die grote piano tussen de fragiele man en het publiek. Pas toen de allerlaatste, allerfijnste resonantie van het slotakkoord was weggestorven, kwam hij te voorschijn. Aarzelend, bescheiden nam hij het applaus in ontvangst. Een applaus dat gezien de matige opkomst opvallend hard was en dat lang volgehouden werd. Een applaus dat een uiting van diep respect was voor een markante muzikant, maar waarin ook opluchting doorklonk. Het was volbracht.
Onafgebroken improvisatie van pianist Muhal Richard Abrams itijdens zijn soloconcert n Bimhuis
Anderhalf uur lang klonk de muziek van Abrams. Een onafgebroken improvisatie, geen pauze, geen inleiding. Hij begon met weerbarstige akkoorden met lange tussenpozen en hij eindigde zo. Met het galmpedaal creëerde hij fraaie boventonen, maar zorgde hij er ook voor dat in de snellere passages de noten aan elkaar klitten. Soms kwam een melodie vagelijk bekend voor, soms hoorde je een stijlfiguur ontleend aan boogie woogie, gospel of rock ’n roll, maar Abrams bleef nooit lang ergens hangen. Een gevonden akkoordenopvolging werd misschien een, twee keer herhaald om dan plaats te maken voor een andere. Rusteloze muziek die heel beheerst wordt gespeeld. Abrams schrok niet van de momenten waarop het stroef ging, de notenclusters niet zo golfden als waarschijnlijk de bedoeling was geweest. Hij bleef verder zoeken, kalm als iemand die de tijd heeft.
Dit jaar wordt hij negenenzeventig. Als hij al bekend is dan is dat vanwege zijn baanbrekende werk in Chicago waar hij de vrije jazz niet alleen inhoudelijk maar ook organisatorisch vorm gaf. Hij is een van de belangrijkste figuren van de AACM en was van groot belang voor musici als Roscoe Mitchell, Anthony Braxton en Henry Threadgill. AACM staat voor Association for the Advancement of Creative Musicians. Creatieve muziek daar ging en gaat het Abrams om en de categorieën die haar moeten beschrijven, kunnen direct van tafel. Zijn muziek zit wellicht dichter tegen hedendaags klassiek aan dan tegen jazz. Nou en? zal hij denken.
Die muziek is zich blijven ontwikkelen, maar is anderzijds opvallend constant. Neem zijn solostuk 'Young at heart' uit 1969 en zijn meest recente cd 'Vision towards essence' met een live-opname van een optreden uit 1998. Je hoort dezelfde elementen terugkeren. Die wringende akkoorden afgewisseld met percussief pianowerk. Een leidende melodie of maat ontbreekt. Abrams stapt van ijsschots op ijsschots. Hij haalt de overkant, maar leg maar eens uit hoe.
Die ongrijpbaarheid maakt een Abrams concert als dat in het Bimhuis soms een zware zit. Zelfs als je weet dat je weinig houvast zal worden geboden, blijf je er toch naar zoeken. Die veelheid aan duistere, galmende klanken en dan een hoge dissonant als een emmer water in je gezicht. Bij de les blijven, los laten, de geest moet waaien; dit is muziek die op dit moment wordt gecreëerd, geen herhalingsoefening. Niet het proberen te benaderen van wat al bestaat, maar iets nieuws dat nu en nu alleen wordt gemaakt.
Was het makkelijk? Om de dooie dood niet. Was het mooi? Ja soms, maar soms ook niet. Intrigerend zeg je dan. Was het een ervaring die je bijblijft? Voor de volle honderd procent, ja!.