Moers Festival koestert pure improvisatie
CONCERTRECENSIE. Moers Festival, Moers, Duitsland, 13 - 16 mei 2016
beeld: Elisa Essex
door: Georges Tonla Briquet
Opvallend wederom hoe rijk en gevarieerd improvisatie en vrije muziek kunnen klinken op het Duitse Moers Festival, mede door de vertakkingen van Keulen tot Afrika en van Scandinavië tot Cuba. Absoluut hoogtepunt van deze festivaleditie was het concert van de Belgisch-Noorse groep Warped Dreamer.
Duo Kaja Draksler en Susana Santos Silva, de band Warped Dreamer en Cassandra Wilson die optrad met het trio Harriet Tubman op de podia van Moers Festival.
Subway Jazz Orchestra deed de tijd herleven dat het Duitse tv-station WDR live-uitzendingen verzorgde vanuit de Subway Club in Keulen. Amerikaanse artiesten die op tournee waren, traden hier eveneens regelmatig op. Sinds 2013 is de club opnieuw een pleisterplaats voor jazz. Jonge muzikanten uit de streek richtten een bigband op en treden er maandelijks op. Dit jaar voor de gelegenheid ook te zien en te horen in Moers. Een strak gespeelde set, met iedereen in maatpak en het hoofd in de partituren. Misschien wat academisch en traditioneel voor dit festival maar wel met volle overtuiging gebracht. Een vliegende start voor een al meteen bomvolle tent, wat in het verleden meestal niet het geval was.
Beklemmend
’s Avonds was het spannend afwachten wat de combinatie van Cassandra Wilson met het trio Harriet Tubman zou geven. De naam van de groep is een ode aan de zwarte slavin die ijverde voor haar rechten en die van haar lotgenoten. Ze is ook de eerste zwarte vrouw die haar beeltenis krijgt op een dollarbriefje. Bassist Melvin Gibbs (Defunkt, Henri Rollins), gitarist Brandon Ross (Wadada Leo Smith) en drummer J.T.Lewis (Living Color) gaan al jaren via hun muziek op zoek naar de Afrikaanse roots van jazz. Een van de belangrijkste instrumenten voor hun recente project ‘Black Sun’ is de (elektrisch versterkte) banjo, waarvan velen nog steeds denken dat zijn oorsprong in de bluegrasswereld te vinden is. Klopt dus niet en dat wilde het trio hier nog eens duidelijk stellen.
Cassandra Wilson & Harriet Tubman. Het trio van de Cubaanse pianist Harold López-Nussa.
La Wilson zelf kwam na het eerste nummer haast geruisloos het podium opgestapt en vond ogenblikkelijk haar rol in het hele verhaal. Haar warme stem smolt als het ware samen met de muziek opgebouwd uit de spacy gitaargeluiden en virtuoze banjokunstjes van Ross, de basklanken van Gibbs (dikwijls met wah-wah effecten) en de stuwende drumpatronen van Lewis. Maar het waren vooral de akoestische passages die het meest beklemmend waren en bijwijlen heel bezwerend klonken. Het trancegevoel was regelmatig reëel. Voodoo recht uit Afrika via de Mississippi Delta met Wilson als priesteres. Enig minpuntje was dat Gibbs de betovering soms wegnam door tussendoor teveel achtergrondinformatie te verstrekken. Desondanks was dit toch een van de sterkste momenten van het festival.
Bloemlezing
Met cd’s als ‘El País de las Maravillas’ en ‘New Day’ en zijn medewerking aan ‘Ninety Miles’ van Stefon Harris, David Sanchez en Christian Scott liet de Cubaanse pianist Harold López-Nussa horen dat hij heel wat in zijn mars heeft. De organisators van Moers waren eveneens duidelijk overtuigd van zijn kunnen want ze lieten hem speciaal voor dit festival overkomen met zijn trio. Een goede zet zoals bleek. López-Nussa bracht een bloemlezing van Cubaanse ritmen maar wel regelmatig met een zeer persoonlijke visie en eigen aanvullingen, zij het zonder de traditie te verloochenen. Dankzij een paar rake humoristische kanttekeningen had hij al snel het publiek op zijn hand. Drummer Ruy Adrian López-Nussa leefde zich daarbij volledig uit maar het werd nooit een narcistisch decibelvertoon waaraan drummers zich te dikwijls vergrijpen. Bovendien was hij ook meesterlijk op cajon. Bassist Yasser Morejon vormde de gedroomde schakel tussen beide broers. Met pure latinbop als bisnummer ging het publiek helemaal uit de bol.
Pianist David Virelles. De performance Book of Birds van trio The Liz.
De aanpak van zijn landgenoot David Virelles was totaal verschillend. De pianist woont al jaren in New York en musiceerde aan de zijde van onder andere Henry Threadgill, Steve Coleman en Chris Potter. Zijn kijk op eigen muzikaal erfgoed is hierdoor duidelijk beïnvloed. Virelles en zijn drie begeleiders (bassist Thomas Morgan, drummer Eric McPherson, percussionist en gelegenheidsvocalist Roman Diaz) herleidden alles tot de essentie. Spaarzame ritmepatronen werden verfijnd aan elkaar gelinkt zonder dat de onderliggende vurigheid uitdoofde. Eerder intiem dan overstelpend en meteen een bewijs dat minimalisme en Cubaanse muziek heel goed samengaan. Dat Virelles zich hiermee niet echt populair zal maken in de casas de la trova van zijn geboorteland, is zijn laatste zorg. Binnenkort ijveren de beste concertzalen om hem te kunnen strikken.
Fantasiewereld
Onder de titel ‘Book Of Birds’ presenteerden Liz Kosack (toetsen), Liz Allbee (trompet en effecten) en Korhan “Liz” Erel (computer) als The Liz een hybride vorm van performance, theater, visuals en bizarre poppen ontworpen door Kosack. Ze creëerden een fantasiewereld waar Tim Burton met plezier in zou verdwalen. Referenties waren er vooral naar de Griekse mythologieën. Muzikaal leunde alles sterk tegen David Bowies Berlijnse periode en ‘Big Science’ van Laurie Anderson. Entertainment à la Moers.
In Moers blijft pure improvisatie nog steeds de rode draad van het festival, niet alleen tijdens de beruchte Morning Sessions maar ook op het grote festivalpodium.
Pianiste Kaja Draksler en trompettiste Susana Santos Silva. Het ensemble Zapptet van bassist Tim Isfort.
Het duo van de Sloveense pianiste Kaja Draksler en de Portugese trompettiste Susana Santos Silva (in België bekend via haar samenwerking met De Beren Gieren) hield het vooral bij klankspielereien en sonore effecten op hun beide instrumenten. De themavraag, zoals door Draksler vermeld bij de aanvang van het concert, luidde: waar stopt de compositie en wanneer begint de improvisatie? Het publiek in Moers stelt zich al lang die vraag niet meer en genoot ook hier weer gewoon van de gespeelde muziek.
Zapp
Bassist Tim Isfort omringde zich met een gitarist (Thorsten Töpp), een drummer (Michael Vatcher) en vier saxofonisten en noemde zijn ensemble Zapptet. De verwijzing kon zowel naar Zappa zijn als naar de huidige zapcultuur want er werd druk heen en weer gependeld tussen verschillende stijlen en genres, zij het steeds in de context van Moers, zoals in de versie van ‘New Dark Age’, een nummer uit de jaren tachtig van de toen populaire band The Sound. Sterkste deel van het concert was ‘Ignorant Boy, Beauiful Girl’, geleidelijk opgebouwd rond een repetitief ritmepatroon, net als Ravels Bolero.
Medusa Beats is het trio gevormd door pianist Benoit Delbecq, bassist Petter Eldh en drummer Joans Burgwinkel. Geen klassiek pianotrio (dit is Moers tenslotte) maar drie muzikanten die in deze traditionele context de parameters naar hun hand zetten. Het draaide uit op een stijloefening in snelle pulserende beats waarbij vooral Burgwinkel haast nooit het tempo verminderde. Als een energiedrankje waarvan het verhoopte effect na een tijdje wegebt. We hebben deze drie muzikanten elk apart al geïnspireerder gehoord.
De Belgisch-Noorse groep Warped Dreamer met Stian Westerhus, Arve Henriksen, Jozef Dumoulin en Teun Verbruggen.
Improvisatietrip
Hoe het wel allemaal moet en kan, bewees Warped Dreamer, de groep gevormd door Arve Henriksen (trompet), Stian Westerhus (gitaar), Jozef Dumoulin (piano, effecten) en Teun Verbruggen (drums). Vier muzikanten met elk een apart Moers-verleden. Een heus dreamteam van het festival, zo kondigde de presentator aan. Het werd dan ook een voorstelling die met stip in de analen zal getekend blijven. Een lange improvisatietrip van een uur, zonder gps maar met een verduiveld sterk oriëntatiegevoel van de vier heren. Geen seconde verloren ze elkaar uit het oog of gingen ze uit de bocht. Ze klonken als een groep die al jarenlang samenspeelt. Het concert kwam langzaam op gang, alsof ze pas uit een andere nebula aankwamen en de gravitatiekracht van deze vreemde planeet eerst moesten aftasten. Tot Westerhus het sein gaf en de hel losbarstte. Een roetsjbaan van traag naar snel naar slow motion naar fast forward. Op geen enkel moment haperde er een radertje. Met een akoestisch tussenstuk waarbij Arvi Henriksen zong en Dumoulin zich uitte als de poëtische pianist van dienst. Door de aangepaste verlichting leek het of er zonlicht door glasramen scheen. Een sacraal moment dat niet lang daarna gevolgd werd door een nieuwe duivelsuitdrijving. Je werd heen en weer geslingerd tussen de werelden van Narnia en de donkere krochten van Hellraiser. Alleen al dit concert maakte Moers 2016 de moeite waard.
Sessies
Elke muzikant, eender waar ter wereld, die ook maar een beetje interesse heeft in improvisatie, kent ‘The Morning Sessions’ in Moers. Hier zijn de meest onverwachte instrumentencombinaties schering en inslag, mede door de last minute wijzigingen. Zowel musici als luisteraars begeven zich telkens in een gebied boordevol plekken drijfzand. De onderlinge loyaliteit is echter zo groot dat niemand verdwijnt of achtergelaten wordt. Elk concert is een heuse flow. Je raakt meteen in een bepaalde gemoedstoestand. Concerten die hier het meest indruk maakten, waren die van het kwartet Anna Högberg (sax), Ole Mofjell (drums), Thorsten Töpp (gitaar) en Louis Rastig (piano) en de sessie van Florian Walter (sax) en Nicolai Hein (gitaar) samen met Meinrad Kneer (bas) en Jan Klare (saxofoon). Tijdelijk en ongrijpbaar maar instant genot voor wie hiervan houdt.
Laatste noot
Net nu het festival op volle toeren begint te draaien in een nieuwe omgeving (het festival verhuisde drie jaar geleden van een circustent naar de Festivalhalle), heeft artistiek directeur Reiner Michalke zijn contract vroegtijdig beëindigd wegens de talrijke subsidieproblemen waarmee hij continu geconfronteerd wordt. Hopelijk zien de betrokken diensten hun fout in, anders zou deze festivaleditie wel eens het einde van Moers kunnen betekenen.