Vincent Herring’s Earth Jazz brengt een explosie van bop en funk
CONCERTRECENSIE. Vincent Herring’s Earth Jazz, Porgy en Bess, Terneuzen, 7 maart 2010
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
“A soulful explosion of worldbop and funk“ is waar altsaxofonist Vincent Herring naar eigen zeggen voor staat met zijn band Earth Jazz. Dat is goed te horen op ‘Morning Star’, hun derde album, dat onlangs uitkwam. Afgelopen zondag speelde deze groep in Porgy en Bess in Terneuzen. Natuurlijk stonden de stukken van de nieuwe cd centraal. Maar liefst drieëneenhalf uur trokken ze uit voor twee zinderende sets.
Saxofonist Vincent Herring geflankeerd door pianist Anthony Wonsey en bassist Richie Goods in Porgy en Bess in Terneuzen.
Toegegeven, de omvangrijke aankondigingen van Herring namen wat tijd in beslag. Als een stand-up comedian betrok hij het publiek hierbij en kwam via gewiekste zijpaden tot een vaak hilarische clou. De eerste set begon met ‘Sweet and lovely’ in swing, bijna shuffle, stijl. Herring had er zin in want trok fel van leer. Snelle boplijnen vloeiden soepel uit zijn saxofoon. Hij heeft dan ook een schat aan ervaring. Coltrane en Adderley hebben een duidelijke plaats in zijn spel. Zoals tijdens het hele concert soleerde hij met veel volume en volle, ronde toon. Volume dus. De band voerde dat geleidelijk aan op. Zeker toen Richie Goods de contrabas verruilde voor zijn elektrische instrument. Met stukken als ‘Tom Tom’ – inderdaad naar de navigatiesoftware – en zeker ‘The Thang’ zette het gezelschap een serie onvervalste en keiharde powerfunk nummers in. Drummer Joris Dudli sloeg een beat zo strak als een Zwitsers uurwerk. Toch bracht hij hierin creatief afwisseling met meer jazzy patronen. Geconcentreerd kiende hij uit op welke tel(len) hij de accenten ging leggen. Onafhankelijk van de rest van de band, soleren deed hij niet. In plaats daarvan bouwde hij meerdere keren langdurige, complexe en uitgebreide fills. Dat leidde tot mooie interactie tussen deze van oorsprong Zwitserse drummer en Goods. Grote glimlachen wanneer ze er samen uitkwamen. Waardering voor elkaar was er sowieso. “Go on, I like that Rich”, lachte Herring naar de bassist toen die een variatie inzette op het intro van ‘Never Forget’. Dudli kreeg letterlijk schouderklopjes van Herring na de uitvoering van diverse ingevingen. En Herring stond veel aan de zijkant van het podium, met de ogen dicht te genieten van wat zijn bandleden speelden.
Slagwerker Joris Dudli.
Goods soleerde veel en al vroeg in de set trad hij naar voren met een indrukwekkend slap – en plukfestijn. Dat deed hij voor de pauze nog eens over en ging toen met octaven en veel vervorming behoorlijk over-the-top. Het gevaar van dit soort escapades is dat het een trucje wordt of in het ergste geval, goedkoop entertainment. De bassist waakte daar voor. Hij is van vele markten thuis, werkte al met the Headhunters, Steps Ahead en Manhattan Transfer maar draait ook zijn hand niet om voor populairder genre zoals Whitney Houston en Alicia Keys. Als tegenhanger van zijn spierballenvertoon toonde hij op zowel elektrische – als contrabas naast zijn vingervlugheid ook lyrischer en melodische invullingen en harmonische creativiteit, niet zelden in de vorm van akkoorden die hij in de begeleiding speelde.
Tegenover het powerfunk geweld stond ook gevoeliger materiaal. Malgrew Miller’s groovy 'Soul Leo' kreeg, net als op het album, een erg laid-back uitvoering. Daar kwam Anthoney Wonsey ook beter tot zijn recht. In een ingetogen stuk als ‘You Got Soul’ opende hij met breed uitwaaierende akkoorden en gevoelige noten. Op het album kleurde hij zijn partijen behoorlijk met keyboards en synthesizers. In de Terneuzense jazzclub bediende hij voornamelijk de vleugel en af en toe een keyboard – in de funky stukken met een Stevie Wonder–achtig clavinetgeluid. Zijn sound had daardoor live meer grip. Goods zette de structuur overduidelijk neer en Herring de thema’s en melodie. Wonsey sloot bij beiden beurtelings aan of nam een vrijere rol. In de up-tempo stukken zette hij solo’s vaak meteen met hoge notendichtheid in. Zijn linkerhand vormde dichtopeengepakte akkoorden. Hoewel ingenieus – hij omkleedde akkoorden subtiel of onderbrak de flow met dissonanten dwars op het ritme - was het dan moeilijk naar een climax werken.
Maar, veel te beleven dus bij Herring’s gelegenheidsband Earth Jazz: inzet, instrumentbeheersing en creativiteit en een prima sfeer, niet in de laatste plaats, op het podium.