Een ‘Night in Terneuzia’ van formaat
CONCERTRECENSIE. Benefietconcert met Philip Catherine, Jan Menu, Jasper Soffers, Clemens van der Feen, Hans van Oosterhout, Benjamin Herman en Joris Roelofs, Porgy en Bess, Terneuzen, 6 januari 2012.
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Eind vorig jaar sloegen de gemeente Terneuzen en de provincie Zeeland de handen ineen en zorgden voor een structurele financiële basis, die het voortbestaan van Porgy en Bess garandeerde. Voor de bekostiging van de vernieuwing van het interieur, de uitstraling en de techniek programmeerde de Terneuzense jazzclub enkele benefietconcerten. Zo was Freek de Jonge er al met de band Ocobar. Deze dag speelden zeven gerenommeerde jazzmuzikanten in één bestaande én in nieuwe samenstellingen in een afgeladen Porgy en Bess.
Veel bekende musici op de benefietavond voor Porgy en Bess, zoals Philip Catherine, Benjamin Herman en Clemens van der Feen.
Jan Menu trapte af met pianist Jasper Soffers, bassist Clemens van der Feen en Hans van Oosterhout op drums. Ze brachten vier stukken van hun album ‘Dutch Songbook’. Opener ‘Net als toen’, waarmee Corry Brokken in 1957 het Eurovisiesongfestival won - niet toevallig het jaar dat Porgy en Bess startte - klonk nog wat braaf. In ‘Wat een dag’ ging het tempo omhoog en improviseerde Soffers spannend. Soffers en Menu zijn vingervlugge en behendige improvisatoren, maar het publiek raakte echt onder de indruk bij de twee ingetogen stukken. ‘Het laatste wonder’ van Spinvis is een lange feature voor Clemens van der Feen. Die bracht daarvan een emotionele uitvoering. Menu zelf verklankte effectief op zachte wijze de smeekbede in ‘Pappie loop toch niet zo snel’.
De heren waren in het kader van ‘Dutch Songbook’ al eerder met elkaar op pad. Van deze samenstelling bleef vervolgens alleen Van der Feen zitten en bij hem voegden zich gitarist Philip Catherine en basklarinettist Joris Roelofs. Op het repertoire stonden onder meer de standard ‘Like someone in love’ en Roelofs’ ‘Easy going‘. Het gelegenheidstrio creëerde een warme sfeer. Roelofs liet in zijn eigen trio met Matt Penman al eerder horen dat de combinatie basklarinet en contrabas goed werkt. Catherine is natuurlijk een meester-gitarist. Smaakvol rijgt hij zijn akkoorden aan elkaar en verweeft die met melodische lijnen, niet zelden middels snelle tokkelpartijen. Prachtig hoe hij varieert met allerlei kleuren. Met name in Parker’s ‘Anthropology’ bracht Catherine ook elementen uit de gipsystijl in.
Pianist Jasper Soffers, saxofonist Jan Menu, slagwerker Hans van Oosterhout.
Veel indruk maakte ook Clemens van der Feen. Hij was de enige die in alle samenstellingen op deze avond meespeelde. Bescheiden op de achtergrond begeleidde hij soms sober maar doeltreffend, soms dwingend en sturend, versierde mooi en stookte het vuurtje op door creatief met ritme, tempo en accenten te variëren. En hij kreeg veel ruimte voor improvisatie. Vaak gebruikte hij daarbij de strijkstok. Hij imponeerde met melodieuze solo’s waarbij hij het hele register van de bas gebruikte en vernuftige patronen liet ontstaan. Dat merkte ook Catherine die zichtbaar onder de indruk was.
Zoals gezegd, Van der Feen bleef staan en dit keer voegden zich bij hem Van Oosterhout, Soffers en saxofonist Benjamin Herman. Die kwam er meteen lekker in met ‘Una mas’ van Kenny Dorham. In Hermans stijl: energiek, enthousiasmerend, dansbaar. In Wayne Shorter’s ‘Mahjong’ ging het gezelschap de diepte in. De oorspronkelijke bedoeling van het stuk - waarbij secties van spelen, nadenken over zetten in het spel et cetera afgewisseld worden - kwam duidelijk naar voren. Het leverde een boeiende interactie op waarin Herman en Soffers elkaar fijn uitdaagden en aanvulden. Herman verliet het podium en maakte plaats voor Catherine. Die startte met ‘Broken wing’, dat hij ook speelde toen hij in 1985 met Chet Baker in Porgy en Bess was. Nostalgie, dat was er natuurlijk ook op deze avond. In Porter’s ‘Let’s do it’ ging het vervolgens loos. Soffers gaf aan, soms in moordend tempo en Catherine nam over, imiteerde of antwoordde. Ongekend hoe hij razendsnelle loopjes en klankkleuren in een fractie van een seconde oppikte en verwerkte.
Saxofonist Joris Roelofs met Philip Catherine en Clemens van der Feen. Blazerssectie met het jonge talent Yoran Aarssen. Benjamin Herman met Clemens van der Feen en Hans van Oosterhout.
Tenslotte verzamelden alle muzikanten zich op het podium. Het jonge talent Yoran Aarssen (19) uit Hulst mocht meespelen en deed dat niet onverdienstelijk. ‘Night in Tunesia’, volgens Menu jarenlang ten onrechte zo genoemd want het moest toch echt zijn ‘Night in Terneuzia’, vormde de springplank voor een lange reeks improvisaties. Met zijn allen op een podium, dat inspireert. Naast de extatische solo van Herman stond een percussieve improvisatie van Joris die daarin veel speelde met ruimte. En terwijl Menu zijn baritonsax dit keer wat meer liet bulderen, kwam Catherine met een weefwerk waarin bluesy en melodische Djangolicks afwisselden met brede akkoorden en dito harmonieën.
Een bijzondere avond. Eind van de middag kwamen de muzikanten bijeen en besloten wat men zou spelen en in welke samenstelling. Het resultaat was een mini-jazzfestival van formaat.