Een smakelijke glimlach en Afrikaanse virtuositeit
CONCERTRECENSIE. Aka Moon + Baba Sissoko & Black Machine, Bimhuis Amsterdam, 1 juli 2010
beeld: Maarten Mooijman
door: Tim Sprangers
Aan het enthousiasme ligt het niet. De call and reponsespelletjes die telkens leiden tot polyritmisch geweld, zijn spannend in het begin, maar het avontuur en de uitdaging voor het publiek verdwijnen na herhaling. Hoe anders op het podium. Vooral de smakelijke glimlach van Baba Sissoko neemt na elk nummer in volume en lengte toe. De Malinees zou nog uren kunnen doorspelen. Het is hoe dan ook een feestje, naast of op de bühne.
Het trio Aka Moon en Baba Sissoko (m) vierden met Black Machine een feestje in het Bimhuis.
Het achttien jaar geleden opgerichte Aka Moon, gaat al te graag het gesprek aan met muzikanten die juist niet thuis zijn in de Westerse muziek. Zij laten zich live inspireren door Indiase, Cubaanse of Arabische klanken en patronen. Spanning verzekerd. Een nieuwe muzikale cultuurversmelting richt zich op de Malinese ritmes van Sissoko. Aka Moons stabiele basis van drums (Stéphane Galland), basgitaar (Michel Hatzigeorgiou) en sax (Fabrizio Cassol) biedt ruimte aan andersoortige muziek, niet in de laatste plaats dankzij de open houding, gepaste trots en, overkoepelend, het intense plezier van dit trio. De consequente knuffel na de nummers van Sissoko en Aka Moon-bandleider Cassol zegt genoeg.
Multi-instrumentalist Sissoko, bijgestaan door twee broers en zijn zoon, is voornamelijk een legende op de tama, de sprekende drum. Zijn onnavolgbare ritmes kennen dankzij weerzinwekkende kracht en finesse inderdaad weinig grenzen. Talloze solo’s verdenken hem van twijfelachtige egostrelingen, maar hoewel Sissoko graag de aandacht naar zich toe trekt, staat al het muzikale in dienst van anderen. Ondanks de te lange praatjes tussendoor en de flauwe, uitgekauwde grapjes, kunnen de muzikale prikkelingen en zelfs provocaties, voornamelijk tussen Sissoko en saxofonist Cassol, intrigeren en in ieder geval vermaken. Aan de hand van de n’goni raakt Afrikaanse virtuositeit geregeld verwikkeld in een gevecht met de freejazzkreten van de altsax.
Aka Moon-drummer Stéphane Galland in gesprek met Baba Sissoko (m).
De grote kracht ligt in improviserende kenmerken. Ook niet raar. Composities moeten simpel blijven, melodieën niet al te ingewikkeld. Het is een project, waarin de magie zich voornamelijk op het podium moet ontwikkelen. Soms een tikkeltje saai, maar zeker een succes. Al was het maar om de, helaas slechts weinige, vocale uithalen van Djimi Sissoko, die door merg en been gaan.