Ethel Strijkkwartet en JacobTV sluiten monsterverbond
CONCERTRECENSIE. Ethel, The New York String Band. Paradox Tilburg, 29 maart 2011
beeld: Stef Mennens
door: Rinus van der Heijden
‘Speech Music’ is het onderwerp van een concertreeks, waarmee het Newyorkse strijkkwartet Ethel momenteel door Nederland trekt. ‘Speech music’ is een fenomeen, dat bestaat sinds de jaren tachtig en waarin opgenomen spraak wordt omgezet in melodie.
![]()
Het New Yorkse strijkkwartet Ethel bracht in de Tilburgse Paradox werk van Steve Reich, Scott Johnson en Jacob TV.
Al in de tweede helft van de vorige eeuw bereidde minimal-musiccomponist Steve Reich de weg voor ‘speech music’ met onder meer zijn werk ‘It’s Gonna Rain’ uit 1965. Een van de eerste pioniers van deze muziekvariant was Scott Johnson. En heden ten dage viert de Nederlandse componist Jacob ter Veldhuis, beter bekend als JacobTV er grootse triomfen mee, vooral in het thuisland van ‘speech music’, de Verenigde Staten.
Geen wonder dat Johnson en JacobTV prominent prijken op het concertaffiche van Ethel. Hoewel de Newyorkers geen ode kwamen brengen aan beide zo verschillende componisten, vormden de twee wel de spil van hun optreden. Die spil werd eindeloos versterkt met ‘Different Trains’ van Steve Reich.
‘Different Trains’ is een van de meest gespeelde composities van Reich en wordt ook in Nederland met de regelmaat van de klok ten gehore gebracht. Maar de uitvoering van Ethel slaat alles. De op zich al ijzingwekkende muziek van Reich, die treinreizen uit zijn jeugd koppelt aan de treinen waarmee de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog de Holocaust waar maakten, is een keiharde aanklacht tegen fascisme en vernietiging van het joodse volk. De compositie is doorweven met geluiden van treinen zoals het slijpen van de stalen wielen langs de rails, het monotone gedender van wielen over rails, de stoomfluiten die de deuren van de gaskamers ontsloten voor de massamoord op de joden, aangevuld met de gesproken woorden van Holocaust-overlevers. Dit alles bezorgt je al kippenvel van ontzetting. Maar de wijze waarop Ethel keihard, brutaal en niets ontziend die geluiden met twee violen, een altviool en een cello onderstreept, kent zijn gelijke niet. Zo’n interpretatie blijft je eeuwig bij.
![]()
Ethel (foto midden) bestaat uit de violisten Ralph Farris, Mary Rowell, Cornelius Dufallo en celliste Dorothy Lawson.
Een ander indrukwekkend werk tijdens dit concert kwam uit de computer – lees: brein - van JacobTV. Zijn ‘Take a Wild Guess’ is gebouwd rond stemgeluiden van Amerikaanse gevangenen. Hun woorden zijn ondergedompeld – of misschien wel begraven – in het totaalconcept om ruimte te geven aan de monumentale strijkersklanken van Ethel. Het werk is gestoeld op een ongelooflijke timing, maar dat is bij Ethel geen enkel punt: de accuratesse van de vier reikt naar zinsbegoochelende hoogten. Zodat hun meesterschap en dat van JacobTV een nog niet voorkomend monsterverbond aangaan.
Ook een hoogtepunt was ‘Syracuse Blues’ van de Nederlander, gedrapeerd rond Siciliaanse visverkopers. Hun oude, onverstaanbare taal was gedrenkt in bijna devote klanken van Ethel, waarmee contrasten werden neergelegd die op het eerste gehoor onverenigbaar leken. Maar het opzoeken van wat kan en vooral niet kan zorgde er hier voor dat je mond opnieuw openviel van verbazing.
In het werk van de Amerikaan Scott Johnson is ‘speech music’ prominent aanwezig. Ethel vertolkte ‘How It Happens’. De componist had er woorden voor gekozen van de in 1989 overleden onderzoeksjournalist en landgenoot I.F. Stone. Ze waren ontleend aan een lezing uit 1981. Stone trekt erin van leer tegen het militair-industrieel complex in zijn land, tegen president Reagan, de paus, oorlog, de CIA, wetgeving, zelfs Marx’ ‘Das Kapital’; kortom alles wat er op de Verenigde Staten is aan te merken. En dat is heel wat.
‘How It Happens’ opende het concert en zette de meeste luisteraars waarschijnlijk op het verkeerde been. Want alles wat erna volgde, overtrof dit werk verre. Vreemd daarom dat Ethel deze keuze voor de opening van zijn concert maakte. Het leek erop dat de muzikale klanken van het strijkkwartet zich nergens konden mengen met de aanklacht van I.F. Stone. De snelle, springerige strijkmuziek van Ethel kende weliswaar mooie, onverwachte wendingen en versterkte de donderende woorden van de journalist, maar vervulde nimmer een dienende of aanvullende functie.
Dat Ethel niet alleen zijn sporen heeft verdiend op het gebied van ‘speech music’, bewees het in het slotstuk. Daarin opereerde het als strijkkwartet pur sang: strak en swingend om met uitsluitend vier snaarinstrumenten te laten horen hoe een strijkkwartet heel wat meer kan zijn dan de beperkingen die klassieke componisten het nogal eens opleggen.

