Waar Marc Ribot is, daar is wat te beleven
CONCERTRECENSIE. Marc Ribot’s Ceramic Dog, ’t Schuttershof Middelburg, 7 april 2014
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Noise, filmmuziek, (free)jazz, rock, Tom Waits, John Zorn. Zomaar wat termen en namen die opgesomd worden in veel stukken over gitarist Marc Ribot. Voor dit concert, met zijn powertrio Ceramic Dog, voegen we daaraan toe: punkjazz. Op hoog VOLUME. Waar Ribot is, daar is wat te beleven, zo bleek.
Shahzad Ismaily, Ches Smith en Marc Ribot maakten er een gedenkwaardige avond van in Middelburg.
Slechts enkele gitaarakkoorden die binnen een strakke cadans wisselden. Dat was het vertrekpunt van de eerste paar nummers. Dan vulden drummer Ches Smith en bassist Shahzad Ismaily het in met rake versieringen. De felheid daarvan verraadde wat zou volgen: een puntige strakke uptempo punkuitbarsting.
Met Smith die als een basketballer zijn stokken dunkte in de hoog geplaatste bekkens. Hij hield het nooit lang bij recht-toe-recht-aan ritmes en vormde die snel om naar complexe razendsnel uitgevoerde patronen. Niet zelden met een stok onder de oksel om met de vrije hand ook nog een synthesizer te bedienen. Die produceerde retroknorren en -piepjes, sub-lage bassen of ‘nieuwe rrronde nieuwe kansennnn’-kermisklanken. Andersom legde Ismaily soms de basgitaar op schoot om een tegenritme op zijn trommels te beuken of zijn synthesizer te bedienen.
Zang
Veel stukken van het vorig jaar verschenen album ‘Your turn’ klonken natuurlijk. Met opvallend veel zang van Ribot zelf, al dan niet ondersteund door de achtergrondzang van zijn Ceramic girl dogs. Een hoogtepunt daarbij vormde het aanvankelijk dromerig galmende ‘Lies my body told me’, dat steeds verder uitgebouwd werd naar een heftige muur van geluid.
Lekker groovy waren ‘We are the professionals’ en het vooruit, in vuige Tom-Waitsstijl gespeelde ‘Mr. Pants goes to Hollywood’. Veel referenties ook naar gedichten en protestsongs zoals in ‘Bread and roses’. De teksten van Ribot zijn overigens de moeite waard. Niet zelden deden het cynisme en humor daarin het publiek glimlachen, zoals in ‘Masters of the internet’.
Marc Ribot’s Ceramic Dogs op het podium van 't Schuttershof.
De meeste van die hierboven genoemde nummers hebben een duidelijke structuur rond een vaak relatief eenvoudige akkoordenprogressie. Maar er is altijd wel een moment waarbij Ribot een flink contrast aanbrengt: in een rustige passage overschreeuwt zijn gitaar het geheel met veel oversturing en galm. Of als een toonbeeld zich eenmaal geopenbaard heeft gaat hij het te lijf met een serie noten die er flink mee vloeken of er tegenin gaan.
Het concert kende een aantal momenten waarbij het houvast werd verlaten. Soms lichtjes, bijvoorbeeld in een soort surf en rock ‘n’ roll-citatenmedley. Soms rigoureus, in delen waarin lugubere synthesizer- en gitaarklanken over elkaar buitelden of waar kleine invallen van Ribot opgepikt werden door de anderen om vrij mee te associëren. Bij tijd en wijle leek het dan alsof het publiek toeschouwer was van een jamsessie.
Genoegen
Onderling schepten de muzikanten er zichtbaar veel genoegen in om elkaar voorzetjes te geven en om elkaars ideeën te integreren in eigen invallen. Hier en daar schoot dat alle kanten op. Werd het een introvert feestje op het podium, totdat Ribot er weer lijn in bracht met soms zelfs een discoachtig niemendalletje. In de toegift geen niemendalletje, maar een kleine en gevoelige uitvoering van een stuk van Serge Gainsbourg.