John Zorn zoekt door ontwrichting naar zin
PORTRET
door: Mischa Andriessen
Zo geruisloos als het North Sea Jazzfestival vorig jaar Den Haag verliet, zo enthousiast wordt het in Rotterdam verwelkomd. Rondom het driedaagse evenement in Ahoy zijn in de hele stad tentoonstellingen, lezingen, workshops en discussieprogramma’s georganiseerd. Op 12 juli staat in Lantaren-Venster bovendien een absolute topattractie op het podium. John Zorns Accoustic Masada geeft daar hun enige optreden in Nederland dit jaar.
Tijdens het concert van dit kwartet vorig jaar op het NSJF ging het publiek zo te keer dat het de meeste ontging dat Joey Baron tijdens zijn drumsolo geen trommel of bekken raakte. Hij acteerde met groot plezier dat hij een solo gaf. Het zag er heel swingend uit, maar het maakte geen geluid. Pas toen Zorn het publiek tot stilte maande, begreep iedereen de grap en snapte iedereen waarom de grijns op Barons gezicht elke seconde groter werd.
Spelplezier is niet het eerste waarmee je John Zorn associeert. Criticus Francis Davis portretteerde hem ooit als een typische New Yorker die net zo trots is op de hoge moordcijfers in die stad als iemand uit Iowa is op de maïs. Diezelfde Davis schreef dat Zorn de enige muzikant is tegen wie hij overwogen heeft een aanklacht in te dienen. Zorns Spy vs Spy had zo hard gespeeld dat bijna het voltallige publiek kwaad de zaal had verlaten. Op weg naar de uitgang had iemand woedend de stand met merchandise en cd’s omver gegooid. Zorn was altijd het prototype van iemand die zichzelf bijzonder serieus neemt. Iemand die niet zo zeer uit overtuiging, maar uit karakter tegendraads is en liefst iedereen tegen de haren instrijkt. Een concert in Oostenrijk moest worden aangekondigd onder de naam Zog (Zion-Occupied Goverment) een verwijzing naar een ultra-rechtse, Amerikaanse terreurorganisatie. De eerste keer dat ik Zorn aan het werk zag, was hij gekleed in een legerjasje waarop een authentieke gele jodenster was genaaid. Zulke provocaties gingen vergezeld van niets of niemand ontziende muziek. Groepen als Naked City en Painkiller haalden een inspiratie behalve uit stevige free-jazz bijvoorbeeld ook uit keiharde punk of death metal.
De grootste vergissing die iemand die over Zorn schrijft, kan begaan, is denken dat hij vast te pinnen is. Zorn heeft vanaf het moment dat hij in de New Yorkse jazzscene zijn intrede maakte, geprobeerd zich aan elke categorisatie te onttrekken. Jazz, pop, klassiek, alle stijlen en genres zijn door hem gebruikt. Misbruikt zullen tegenstanders zeggen en dankzij Zorns compromitterende houding zijn er daarvan genoeg te vinden. In bijna elk artikel dat je over hem leest, wordt hij een enfant terrible genoemd en een postmodernist. Hij is iemand die zich niets van de voor sommigen rigide grenzen van muzikale stromingen aantrekt en serieuze en amusementsmuziek ongegeneerd vermengd. De platen waarmee hij in jaren tachtig naam maakte, zijn deconstructies van filmmuziek zoals “The Big Gundown” en “Spillane” zijn daar treffende voorbeelden van.
De karakterisering van John Zorn als postmodernist is op zich terecht, maar de term Postmodernisme zelf is zoals Bas Heijne onlangs nog in zijn essay “De Werkelijkeid“ uiteenzette, zo langzamerhand aan herdefiniëring toe. Postmodernisme stond en staat voor velen gelijk met anything goes, alles mag, alles moet mogen. Een soms vrolijke, soms sombere wanorde, waarin de winst van de keuzevrijheid het verlies van inhoud en zingeving tot gevolg heeft. Postmoderne kunst heeft zich het schitterende maar lege omhulsel van de massacultuur aangemeten, zich met nadruk gepresenteerd als een modegril. De mimicry werkte zo goed, dat de vermomming niet als zodanig werd ervaren. Dat het postmodernisme een aanval was op het dogmatisme en de opgeblazen ernst van de serieuze kunst werd daardoor niet herkend. Dat is begrijpelijk omdat de uitingen van het postmodernisme in de jaren tachtig en negentig ongeacht de bedoelingen wel degelijk leeg bleken. Fashion statements, die hun betekenis ontleenden aan het zich afzetten tegen andere stromingen, andere filosofieën, in plaats van zelf een zinnige inhoud te presenteren.
John Zorns Masadaprojecten zijn een briljante illustratie van een veranderde focus. Zijn eerste platen waren vooral vorm. Hier was een geniaal muzikant en componist aan het werk, maar een die inhoud vaak moest toevoegen door uiterlijke provocaties zoals de al genoemde jodenster. Masada (genoemd naar het bolwerk van waaruit de joden in Israël strijd leverden tegen de Romeinen) en zijn label Tzadik, waarop de cd’s die onder de noemer Radical Jewish Culture uitgebracht worden het hoofdbestanddeel vormen, laten zien dat Zorn zonder aan strijdvaardigheid in te boeten voor een meer inhoudelijke benadering heeft gekozen. Hij beijvert zich om de joodse culturele erfenis levend te houden en maakt daarbij dankbaar gebruik van talent om bestaande muziek tot iets totaals nieuws om te vormen. Tegenstanders zullen hier zeggen dat hij koketteert, dat ook dit een pose is, maar daar valt tegen in te brengen dat Zorn nu al zo lang met de Masada projecten bezig is dat het geen gril meer te noemen is. Natuurlijk is hij onvoorspelbaar gebleven (tenzij je onvoorspelbaarheid an sich voorspelbaar wilt noemen), maar het ontwrichtende werk uit zijn beginjaren is een langdurig verbond aangegaan met het zoeken naar zingeving. Levenszin die Zorn vindt in de joodse religie en cultuur.
In Accoustic Masada komt dat allemaal samen. Bijgestaan door de topmuzikanten Dave Douglas (trompet), Greg Cohen (bas) en Joey Baron (drums) laat Zorn alle facetten zien van joodse muziek, de melancholie, de treurnis en de vreugde. Traditie als basis voor maximale expressie. Het ene moment is hij de typisch avant-garde blazer die zijn altsax met zijn knie dempt, die piept en knort, scheurt en schmiert. Het andere moment speelt hij even gloedvol, maar melodieus, zachtaardig en lyrisch, maar hoe hij ook speelt, de zeggingskracht is fenomenaal. Zorn heeft een ongelofelijke groei doorgemaakt. Hij is niet alleen boos en tegendraads. Hij is allround. Iedere emotie komt aan bod zonder dat de muziek ooit dweperig wordt en gedrevenheid waarmee de groep speelt, is enorm. Een belangrijk aspect van muziek is spel, een belangrijk aspect van spel is plezier. Dat John Zorns Accoustic Masada met zoveel plezier serieus kan zijn en met zoveel ernst vreugdevol maakt een concert van de groep tot een absolute must.
--