Toekomstige én doorknede namen bij Brokkenmiddag
RECENSIE. Brokkenfabriek met Alan Purves en Ernst Reijseger, Zaal 100 Amsterdam, 28 november 2010
beeld: Julia Free
door: Jan Jasper Tamboer
Misschien waren de muzikanten van de Brokkenfabriek op deze Brokkenmiddag wel enorm geïnspireerd en bevlogen. Maar dat kwam er dan in ieder geval niet uit en aan hun mimiek en lichaamstaal viel het ook niet af te lezen. Uit hun tenen leek het sowieso niet te komen. Maar wellicht dat bij deze conservatoriumstudenten verlegenheid en onzekerheid een rol speelden.
Alan Purves (l) was deze Brokkenmiddag leider van het muzikale gezelschap met onder meer Ernst Reijseger en Eelco Overman.
Durf is er wel degelijk. Kijk maar naar stemkunstenares Naomi Combrink. Op een podium gaan staan met niets dan een microfoon voor je neus en dan niet gewoon zingen, maar klanken laten stromen die menigeen als weird zal ervaren, doe het maar eens. Het is niet helemaal duidelijk welke boodschap zij precies wil overbrengen, omdat het schort aan presentatie en expressiviteit, maar haar persoonlijkheid kan alleen maar groeien. Techniek is er wel, toonvorming en dictie zijn in orde en Combrink heeft een mooi heldere stem.
Soms neemt zij daarmee voorzichtig het initiatief in de vorm van een thema, dat door de altsaxofonist wordt overgenomen, waarna de pianist volgt. Erg overtuigend is het allemaal niet. De meeste muzikanten in het ensemble beperken zich ertoe voornamelijk te reageren op de anderen. Veel ideeën worden er niet gespuid. Het ontbreekt de groepsimprovisatie van een half uur aan ontwikkeling en richting. Af en toe pakt bandleider Alan Purves zijn pennywhistle erbij om wat lucht en pit in het geheel te brengen.
Cellist Sjors de Haan presenteert zich ondertussen als een veelzijdig en veelbelovend muzikant. Zijn improvisaties gaan ergens over en hij en Combrink lijken elkaar te stimuleren. De zangeres oogt op die momenten even ontspannen. Altsaxofonist Eelco Overman speelt correcte, bedachtzame noten, maar kan zich meestentijds niet profileren. Ook hij lijkt bevangen door schroom. Toch zou er iets moois kunnen ontstaan bij deze muzikanten, de potentie is er zeker en meer speelervaring zou haar vruchten afwerpen. Zoals gastvrouw Corrie van Binsbergen zei bij aankondiging van de Brokkenfabriek: work in progress.
De Brokkenfabriek is een project van Van Binsbergen dat bestaat uit een serie workshops met conservatoriumstudenten onder leiding van wisselende, gevestigde namen. Gemotiveerde muzikanten met talent en belangstelling voor de combinatie compositie en improvisatie krijgen gedurende een maand masterclasses, die afgesloten worden met een uitvoering op de Brokkenmiddag, elke laatste zondag van de maand in Zaal 100, Amsterdam. Vandaag had slagwerker Purves de leiding.
Cellist Sjors de Haan, pianist Jochem Braat en slagwerker Alan Purves, en initiatiefneemster van de Brokkenmiddagen Corrie van Binsbergen.
Reijseger en Purves
Na de pauze ter compensatie twee gelouterde namen: cellist Ernst Reijseger en ritmemaker Purves. De twee speelden al in de jaren tachtig samen als het duo Cellotape/Scotchtape en kennen elkaar door en door. Zij creëren bij het publiek een mengeling van ontroering en vermaak en weten daarmee grote hoogtes te bereiken. Purves heeft zo zijn streken. Met het zelf samengestelde slagwerk voorzien van allerhande toeters en bellen zorgt hij voor grote hilariteit en Reijseger vult hem perfect aan met zijn droogkomische vondsten, waarbij hij zijn cello al sjokkend over het podium sleept.
Kenmerkend voor de beide mannen is hun nieuwsgierigheid, onbevangenheid en verbazing. Ze zijn daarin niet stuurloos, maar beseffen heel goed waar ze mee bezig zijn en kennen daarbij een grote vrijheid. Als Reijseger op de meest onverwachte momenten snelle loopjes speelt, weet hij het publiek te overdonderen. Het samenspel is zo scherp dat het niet meer is uit te maken wie het initiatief neemt en wie er volgt. Adembenemend en sfeervol is het stuk waarin de cellist uiterst verstild en sereen een sonate speelt en Purves water in een glas tot bubbels blaast. Een hoogtepunt.
'En wij mogen daar zomaar met onze neus boven op zitten', roept Van Binsbergen even later uit. Zij is zichtbaar enthousiast, en terecht. Hier ontstaat iets dat groter is dan de inbreng van beide muzikanten samen. Wellicht is iets dergelijks voor de spelers van de Brokkenfabriek ook nog weggelegd.