Soo Cho komt van ver steeds dichterbij
INTERVIEW door: Erno Elsinga
"Het gaat niet om hoe goed iemand is, of hij een grote naam is en een goede techniek heeft, maar om veel samen spelen." Foto © Marcel Mutsaers
Dat ze het dit jaar zó druk zou krijgen had ze niet verwacht. Pianiste Soo Cho studeert aan twee conservatoria tegelijk, bracht dit jaar haar debuutalbum ‘Prayer’ op de markt en werd gevraagd voor een reeks concerten in de Young Vips Tour 2008. De Zuid-Koreaanse die in 2001 naar Nederland kwam en faam verwierf in het Dordrechtse jazzmilieu, brak daarmee landelijk door. Maar wie is Soo Cho eigenlijk? En wat zijn haar drijfveren binnen de muziek? Een gesprek met een bescheiden musicus die tegenslagen overwon en door keihard werken is waar ze nu is.
In maart kreeg ze bij aanvang van de Young Vips Tour, voorafgaand aan haar concert in het Bimhuis, haar debuutalbum overhandigd door pianist/presentator Jack van Poll. Het beroerde haar tot tranens toe. Niet verwonderlijk voor wie haar geschiedenis kent. “Op dat moment viel alles een beetje samen. De verhuizing van Korea naar Nederland. De moeilijke momenten uit de begintijd dat ik hier was. Het knokken om optredens te krijgen, de vele onbetaalde optredens die ik gedaan heb. De fantastische muzikanten die ik in het Bimhuis zag, maar ook de honderden keren dat ik voorbij het Bimhuis reed en droomde om daar te mogen spelen. En nu was er ineens de cd en de uitnodiging voor de VIP-tour. Toen Jack, die mij al jaren kent en weet welke wegen ik bewandeld heb, zei: ‘Soo, you’re so far from home, but we love you’ maakte dat iets in me los. Het was indrukwekkend en tegelijkertijd een belangrijk moment.”
Het begin
Soo Cho werd min of meer tegen wil en dank muzikant. Een goede vriend van haar moeder was pianoleraar en zo kwam het dat Soo al op driejarige leeftijd muzieklessen begon te volgen. Echt geïnteresseerd was ze niet, maar ze studeerde klassieke muziek tot aan haar afstuderen aan de Universiteit van Seoul.
Soo Cho groeide op in een sportgezin. Haar moeder is een beroemde volleybalster in Korea, haar vader een gerenommeerde judoka. Haar tweelingbroers zijn professionele basketballers. Een muzikale achtergrond heeft de pianiste derhalve niet. “Ik heb eigenlijk geen muzikaal talent, nu nog niet. Ik doe gewoon de dingen die ik leuk vind.”
"Ik had voor mijzelf geen idee hoe te beginnen in de jazz.”
Foto © Marcel Mutsaers
Na het afstuderen begon ‘het werk’. “Ik speelde veel in hotels en bars. Ik haatte dat. Soms speelde ik negen sets van vijftig minuten, verdeeld over de hele dag met telkens tien minuten pauze. Vaak solo, soms met strijkers, dan weer eens met blazers. Geen jazz. Eigenlijk helemaal geen muziek; het was werk. Later ging ik alleen maar solo spelen. Ik zette gewoon het boek voor mijn neus en begon te spelen wat er stond. Met natuurlijk een mooie jurk aan want het plaatje moest er ook goed uitzien. Verschrikkelijk.”
Toch was het tijdens de pauze van een van haar optredens in een bar die de ommekeer bracht. Een barkeeper zette een cd van jazzpianist Duke Jordan op en daarmee was Soo’s interesse in een tot dan toe voor haar onbekend genre een feit. De barkeeper gaf haar een paar cd’s te leen van Charlie Parker en Bill Evans. Die eerste maakte geen indruk, de tweede des te meer.
“Wat ik vooral zo interessant vond was dat ze zo lang speelden. Lange nummers. Ik begreep dat dat improviseren was en ging dit meer en meer beluisteren. Zelf probeerde ik ook te improviseren tijdens mijn soloconcerten maar dat sloeg in het begin helemaal nergens op. Ik wilde meer. Het probleem in Korea is, dat er geen jazzopleidingen zijn. Ik nam wat privélessen, ontmoette een paar Berkley-studenten die in Korea speelden, maar ik had voor mijzelf geen idee hoe te beginnen in de jazz.”
Het tij keerde door een vriend van Cho die bij Bert van den Brink in Utrecht studeerde. Soo deed toelatingsexamen op het Conservatorium van Utrecht en werd tot haar eigen verbazing aangenomen. Ze verkocht haar vleugel en haar auto, doorbrak met veel moeite en drama de hechtheid die Koreaanse families eigen is en verhuisde naar Nederland.
Keith Jarrett
De eerste zes jaar van Soo’s verblijf in Nederland worden gekenmerkt door twee moeilijke perioden. De eerste diende zich al snel aan toen de pianiste zakte voor haar eerstejaars examen in Utrecht. Ze zou het niet gaan maken volgens haar leraren, maar mocht na zes maanden toch op herexamen. Ze raakte depressief, dronk te veel, at niet, speelde niet en zag twee maanden lang geen mens. “Een hel.”
"'Prayer' gaf me weer een nieuwe richting, net zoals Keith Jarrett dat eerder had gedaan.” Foto © Marcel Mutsaers
“Ik speelde jazz zoals anderen dat deden. Standards. Ik imiteerde en fraseerde wat.” De weg omhoog werd aangereikt door Keith Jarrett. “Ik luisterde naar diens ´Blame it on my Youth´. Al na vier maten begon hij te soleren: hele kleine noten, heel weinig. Het raakte me zo dat ik er van begon te huilen. Ik vond het zo mooi, dát is wat ik wilde! Vanaf dat moment ben ik zelf beginnen te schrijven. Waarom zou ik nog standards spelen die iedereen al speelt?” Voor het herexamen slaagde ze.
De tweede moeilijke periode kwam in 2007 en lag geworteld in het persoonlijke. Maar ook hier zorgde de muziek weer voor de weg omhoog. “Ik had het moeilijk, voelde me ziek in mijn hoofd. Ik speelde wel, maar kon me achteraf niet herinneren wát. Ik had problemen met mijn toenmalige vriend en mijn moeder. Op een dag zat ik boos op de toetsen te rammen, sloeg voortdurend dezelfde toetsen aan. Plotseling kwam daar een melodie bij en voordat ik het wist had ik ´Prayer´ geschreven. ´Prayer´ gaf me weer een nieuwe richting, net zoals Keith Jarrett dat eerder had gedaan.”
Leraren
Aanvankelijk studeerde Soo Cho bij Bert van den Brink in Utrecht, maar taalproblemen – aan het Utrechts Conservatorium wordt onderwezen in het Nederlands – noopte de pianiste te verkassen naar het Amsterdams Conservatorium. Daar volgt ze les bij Kris Goessens, onder meer pianist van de New Art Orchestra. “Beide leraren zijn geweldig. Bert accepteerde alles van mij en zei niet: nu gaan we dit doen en nu dat. Als ik klassiek wilde spelen vond hij dat ook best. Kris is veel strikter. Hij is recht voor zijn raap, geeft kritiek. Hij zegt precies de goede dingen op het juiste moment. Voor mij werkt dat perfect.”
Ook Hein van de Geyn, met wie Soo vier jaar een relatie had, speelt een belangrijke rol in de muzikale ontwikkeling van de pianiste. “Hein is een geweldige muzikant, een bron van inspiratie en een goede leraar. Ik bewonder hem. Zijn gedachten over muziek sluiten precies bij mij aan. Ofschoon we een relatie hadden ben ik bij hem ‘compositie’ gaan studeren aan het Conservatorium in Den Haag. Hij heeft veel oog voor detail en is abstract.”
“Ik heb niet één specifieke manier van componeren, maar verschillende." Foto © Marcel Mutsaers
“We zijn nog steeds goede vrienden. Tijdens onze relatie ving ik wel eens op dat als ik een optreden had, ik dat aan Hein te danken zou hebben. Toen we uit elkaar gingen was ik bang dat als het met mijn carrière niet goed zou gaan, mensen zouden zeggen: zie je wel. Maar het gaat wel goed, dus kan ik zeggen: dit heb ik zelf gedaan.”
Angelo
Omdat Cho wilde spelen maar geen optredens kreeg, begon ze deze zelf te organiseren. Met haar inmiddels vaste drummer Sotiris Ntouvas uit Griekenland startte ze maandelijkse concerten in de Basement Studio van Hein van de Geyn voor uiteindelijk een periode van twee jaar. Zo leerde ze ook haar huidige bassist kennen, de Oostenrijker Daniel Lottersberger.
“Ik kookte zelfs voor de bezoekers. We speelden twee sets en in de pauze gaf ik de mensen te eten. Ik nodigde ook mensen uit de muziekwereld uit te komen luisteren en uiteindelijk leverde dat mijn eerste concert op. Ik werd gevraagd voor het Terneuzen Jazz Festival. De organisatie stelde wel voor om een blazer toe te voegen aan het trio. Hein raadde me aan Angelo Verploegen te vragen. Na mijn aanvankelijke schroom – ik vond hem veel te goed – ben ik blij dat het allemaal zo gelopen is: Angelo is het beste voor mijn muziek. Hij voelt aan wat ik bedoel met de melodie, doet er mee wat hij wil en maakt de muziek open. In het begin schreef ik uitsluitend voor trio, later met Angelo al in mijn hoofd. Het voelde niet meer dan logisch om de naam van het trio te veranderen in Soo Cho Quartet en ik was blij dat Angelo hiermee instemde."
“Als trio spelen we nu vijf jaar samen en kennen elkaar muzikaal gezien door en door. Het gaat vaak niet om hoe goed iemand is, of hij een grote naam is en een goede techniek heeft, maar om veel samen spelen. Sotiris en Daniel zijn beslist geen sidemen, ik zou ze niet willen missen. Vooral Sotiris, de drummer, kent mij zo goed dat ik hem nooit iets hoef uit te leggen. Als ik een nieuw stuk heb ga ik er mee naar hem, speel de melodie en hij gaat er mee aan de slag. Pas later komt de bassist erbij, maar de sound is er dan al. Alle pianisten houden van pianotrio’s. Ik zou graag klinken als het Keith Jarrett Trio.”
"Angelo is het beste voor mijn muziek. Hij maakt de muziek open."
Foto © Marcel Mutsaers
Componeren
Jazzmusici met een klassieke achtergrond componeren vaak vanuit de improvisatie, zoals dat gebeurt in de klassieke muziek. Maar bij Soo werkt het anders. “Ik heb niet één specifieke manier van componeren, maar verschillende. Het begint met een idee dat ontstaat wanneer ik over straat loop of aan het koken ben. Of ik speel iets zonder na te denken. Dat schrijf ik dan op. Negentig procent daarvan verdwijnt in de prullenmand. Op dit moment heb ik ongeveer veertig ideeën liggen van acht maten. Starten is makkelijk, afmaken kost me soms maanden. Daarbij is atmosfeer een belangrijke factor; ben ik depressief, het weer, een gebeurtenis: hoe voel ik me? Ik schrijf veel in mineur, maar zou eigenlijk ook eens iets anders moeten proberen. Kris stimuleert me daarin en ik ben nu met een stuk bezig in majeur getiteld: ‘Major Revolution’. Het draait allemaal om gevoel en wat dat betreft past het melancholische misschien het best bij mij.”
Dromen
Op dit moment is Soo Cho te druk om zich met de toekomst bezig te houden. De VIP-tour, het debuutalbum en alle promotionele activiteiten daaromheen nemen veel tijd in beslag. Ook hoopt ze in mei haar ‘master jazz composition' aan het Den Haag Conservatorium te behalen en volgend jaar haar 'master jazz piano' aan het Amsterdams Conservatorium. Toch hoeft ze niet lang na te denken over haar wensen voor de – nabije – toekomst.
“Op North Sea spelen! Hopelijk lukt me dat volgend jaar. Verder wil ik weer veel gaan schrijven en ben ik bezig om privéles te krijgen van Enrico Pieranunzi. Dat zou geweldig zijn! Ook moet ik me gaan bekommeren om verdere optredens. Door de VIP-tour zal dat in Nederland op korte termijn niet meevallen, dus moet ik misschien eens over de grenzen gaan kijken, Duitsland en België bijvoorbeeld, Korea en misschien Japan. Maar dat zien we wel weer in juni. Tot die tijd is het hard werken en stressen!”