The Unplayables: Ben Sluijs Quartet meets Erik Vermeulen – Harmonic Integration
CD-RECENSIE
The Unplayables: Ben Sluijs Quartet meets Erik Vermeulen – Harmonic Integration
bezetting: Ben Sluijs altsaxofoon en fluit; Jeroen van Herzeele tenorsaxofoon; Erik Vermeulen piano; Manolo Cabras contrabas; Marek Patrman slagwerk
opgenomen: 19 en 21 september 2007 in De Meent, Brugge
release: 2008
label: WERF
tracks: 11
tijd: 64,03
website: www.bensluijs.be - www.dewerf.be
door: Rinus van der Heijden
Toen zo’n drie jaar geleden het album ‘True Nature’ van altsaxofonist Ben Sluijs uitkwam, betoonde de Belgische altsaxofonist zich als een slang die zijn oude huid afwerpt. Was Ben Sluijs tot die tijd vooral een gedegen – en daardoor brave – vakman, op ‘True Nature’ liet hij avontuur en durf toe.
Sinds die tijd zijn die twee elementen alleen maar gegroeid. Op zijn nieuwste cd ‘Harmonic Integration’ durft de jazzmusicus het aan zijn groep de naam The Unplayables mee te geven. Goed gekozen, want Ben Sluijs’ muziek is dan wel niet helemaal onspeelbaar, enkele jaren geleden was het ondenkbaar geweest dat de altsaxofonist/fluitist zich in structuren als die van heden, zou verdiepen.
Neem het begin van de plaat. De Italiaan Manolo Cabras opent met een staccato geplukte solo op contrabas, waarna de altsax van Sluijs en de tenor van Van Herzeele unisono aansluiten. Daaruit groeit ruimte voor individuele soli, waarbij de piano van Erik Vermeulen zich niet onbetuigd laat.
De aanwezigheid van Vermeulen is bijzonder. Hij maakte ooit deel uit van de groep van Ben Sluijs, maar de leider besloot drie jaar geleden zonder harmonische ondersteuning van de piano door te gaan. Nu Erik Vermeulen weer - eenmalig? - mocht aansluiten, krijgt de muziek spannende nissen, waarin de zoektocht van de pianist naar noten voor een haast mysterieuze sfeer zorgt.
Ben Sluijs zelf heeft een mooi, ietwat hees geluid op altsax. Zijn duels met de tenor van Van Herzeele zijn gedurfd. Beiden grijpen met plezier terug naar de traditie, maar zijn ook niet vies van een vrij robbertje vechten. Ook al gebeurt dat laatste maar twee keer en is de rest van de muziek vooral gestoeld op harmonie (zie de titel), de klanken van The Unplayables behoren tot de hogeschool van de Belgische jazz.

