Ed Verhoeff – Dear Fathers
CD-RECENSIE
Ed Verhoeff – Dear Fathers
Bezetting: Ed Verhoeff gitaar; Marcus Olgers piano; Mark Haanstra basgitaar; Yorán Vroom drums
opgenomen: 14 en 15 juli 2025, Groenland Studios, Hilversum
uitgebracht: 17 december 2025
label: eigen beheer
aantal stukken: 8
tijdsduur: 43’00
website: edverhoeff.com
door: Jeroen Jansen
Het komt niet heel vaak voor dat gitarist Ed Verhoeff aan het roer staat, juist daarom voelt ‘Dear Fathers’ als een bijzonder en persoonlijk statement, een album dat de relatie tussen vaders en zonen verkent met thema’s als verantwoordelijkheid, onvoorwaardelijkheid, hoop en liefde. In ‘Dear Sons’ en ‘Dear Fathers’ hoor je meteen de dubbele inspiratie, de familielijn én de duidelijke knipoog naar Pat Metheny, in het glanzende gitaargeluid met lichte chorus, de lyrische boog van de melodieën en de ritmische drive die onder de oppervlakte constant pulseert.
Melodie en sfeer
Biografisch past dit album in de lange loopbaan van een gitarist die de grenzen tussen jazz, Brazil, latin en rock verbindt en als veelgevraagde sideman, met samenwerkingen met onder anderen John Abercrombie, Adam Nussbaum, Philip Catherine en het Metropole Orkest. Tegelijk sluit ‘Dear Fathers’ aan bij zijn eerdere platen, van het kamermuzikale ‘Cloud Chamber’ tot het standards-getinte ‘When Night Falls’ en de eigenzinnige albums ‘Slow Food’ en ‘Matador III’, die samen laten zien hoe Verhoeff steeds melodie en sfeer centraal zet.
Indrukwekkend is zonder meer de tweedelige suite ‘Family Rite’, waarin Verhoeff niet alleen zijn wat ruigere kant laat horen, maar vooral zijn compositorische gave om in een paar minuten van kleur te wisselen, van contemplatief naar urgent, van intiem naar expansief, net als Metheny’s beste werk waarin melodische helderheid moeiteloos samenvalt met ritmische flexibiliteit. ‘Pat’s Tune’ onderstreept die verwantschap, met een klankpalet dat sprankelt zonder te overromantiseren. Verhoeff is op zijn best wanneer hij een mooie melodie kan uitvouwen, en hier grossiert hij daarin, iedere track lijkt gebouwd rondom een sterke thematische lijn die hij vervolgens met variatie en timing uitdiept.
Afkomst en toekomst
De band is daarbij essentieel, Marcus Olgers fungeert als ‘dark horse’, een toetsenist die, als vaste begeleider in de pophoek rond Ilse DeLange, het snijvlak van pop en jazz meeneemt en met liefde voor melodie en romantiek Verhoeffs composities extra laat stralen, terwijl Mark Haanstra met intelligente baslijnen en smaakvolle solo’s, onder meer op ‘Dear Fathers’, opnieuw bewijst tot ’s lands beste basgitaristen te behoren, en Yorán Vroom het vuur verzorgt, onder meer op het dynamische ‘Father to Son’ en het curieuze ‘Drum Thing’. Het afsluitende ‘What Do I Know’ toont Verhoeff van zijn meest kwetsbare kant, de frasering is spaarzaam, de stilte krijgt gewicht, en juist daar klinkt de kern van het album, een volwassen reflectie op afkomst en toekomst.
Universeel verhaal
Vergeleken met generatiegenoten en geestverwanten, denk aan Metheny maar ook aan Europese melodisten als Philip Catherine, behoudt Verhoeff zijn eigen signatuur, minder weids dan de Americana-achtige landschappen van Metheny, meer compact en songmatig, met een Nederlands gevoel voor vorm en detail dat hij door de jaren heen aanscherpte, zowel in zijn latin-jazz projecten als in kamermuzikale settings. ‘Dear Fathers’ is daarmee een hoogst persoonlijk album van een gitarist die vaker in de schijnwerpers mag staan, niet alleen omdat hij fantastisch componeert, maar omdat hij hier bewijst hoe een kwartet, gedragen door melodie, nuance en groove, een universeel verhaal kan vertellen.
