Het fragiele evenwicht tussen duisternis en licht
INTERVIEW
door: Johan Bakker
Brad Mehldau: ‘Ik moet een lied of een melodie echt goed vinden,
kippenvel is daarvoor een prima indicatie.' Foto © Yoshika Horita.
Na het bijwonen van een geslaagd concert kwam ik laat thuis. Om het goede gevoel nog even vast te houden, vertoonde ik uitstelgedrag en besloot mijn spambox eens grondig door te nemen. Helemaal onderaan vond ik een mail van Warner Music waarin me al bijna een maand daarvoor was gemeld: ‘Het nieuwe album van Brad Mehldau verschijnt op 29 augustus. Het is mogelijk om hem te interviewen.’
Vanaf het eerste moment dat ik Mehldau hoorde spelen in de Carel Willinkzaal van het Haagse Congresgebouw, halverwege de jaren negentig, heb ik geprobeerd om hem te spreken te krijgen. De genoemde datum was nog niet verstreken, sterker nog: het ging om de volgende ochtend. Uitstel was niet mogelijk, Mehldau zou diezelfde middag vertrekken voor een lange tournee dus het was nu of nooit. En zo zat ik ineens op het überhippe Warner kantoor oog in oog met de pianist naar wie ik vrijwel dagelijks luister.
Op zijn nieuwe album ‘Ride Into The Sun’ geeft Mehldau een eigen draai aan songs van zijn tijdgenoot Elliott Smith (1969 – 2003). Deze singer-songwriter kreeg onder de liefhebbers van serieuze, breekbare luisterliedjes een cultstatus. Zijn muziek is te horen op de paar albums die hij maakte en in de films ‘Good Will Hunting’ (1997) en ‘American Beauty’ (1999). Het leven van Elliott Smith werd getekend door depressies, alcohol- en druggebruik totdat hij in 2003 een einde aan zijn leven maakte.
Heb je Elliott Smith persoonlijk gekend?
‘Zeker. Hij hoorde bij de muziekscene in Los Angeles waar ik tussen 1995 tot 2000 ook deel van uitmaakte. Ik heb een paar keer met hem samengespeeld, al waren we niet echt bevriend.’
Jullie levensbeschrijvingen vertonen opvallende overeenkomsten: een voorkeur voor melodieuze, weemoedige muziek, liefde voor de Beatles en een aanleg voor depressie en verslaving.
‘Ik kan me voorstellen dat met name introverte mensen met een neiging tot somberheid van zijn muziek houden. Toch zijn de liedjes van Smith interessant genoeg om een veel breder publiek aan te spreken.’![]()
‘Interviewers kunnen gecompliceerde onderwerpen soms op een al te simplistische manier benaderen.' Foto © Yoshika Horita.
Wat vind je zo goed aan zijn muziek?‘
De pure schoonheid van zijn liedjes maken zelfs de zwaarste onderwerpen die hij bezingt dragelijk. Het fragiele evenwicht tussen duisternis en licht spreekt mij zeer aan in zijn songs. Dat heb ik ook met de late sonates van Schubert of de zang van Thom Yorke van de groep Radiohead.’
Zijn de liedjes van Elliott Smith geschikt voor het maken van jazzbewerkingen?
‘Niet direct, nee. De eerste keer dat ik Elliott hoorde, was toen hij optrad in de club Largo in Los Angeles. Hij raakte me meteen door de manier waarop hij zijn gitaar- en pianospel verweefde met de melodieën die hij zong. Harmonieus gezien zitten zijn songs geraffineerd in elkaar. Daar zit voor mij de uitdaging om ermee aan de slag te gaan.’
Hoe kies je nummers uit om te bewerken?
‘Ik moet een lied of een melodie echt goed vinden, kippenvel is daarvoor een prima indicatie. Voor dit project stelde ik een groslijst samen van zo’n dertig songs. Soms kan ik, op het naspelen van een melodie na, niet veel met een lied. Dat is een reden om het te laten vallen. Ik moet iets kunnen toevoegen aan de muziek. Ik koos twee nummers uit die Smith niet zelf schreef, maar die hij wel graag speelde: ‘Thirteen’ van Big Star en ‘Sunday’ van Nick Drake.’
Tot nu toe maakte je vooral instrumentale albums. Op Ride Into The Sun worden enkele nummers gezongen door Chris Thile en Daniel Rossen (van de groep Grizzly Bear). Vanwaar deze keuze?
‘Aanvankelijk was het de bedoeling dat dit een instrumentaal album zou worden. Chris had ik gevraagd als mandolinespeler en Daniel als gitarist. Kort voor de opnames realiseerde ik me ineens dat ze allebei goed kunnen zingen. Ik wilde dat in ieder geval geprobeerd hebben. Toen ik ze samen hoorde, was ik aangenaam verrast door het contrast tussen hun stemmen. De stem van Chris is licht, die van Daniel donkerder.’![]()
‘Musici uit verschillende disciplines groeien de laatste jaren steeds meer naar elkaar toe.' Foto © Yoshika Horita.
In 2023 verscheen het eerste deel van je memoires Formation, building a personal canon. Je schrijft pijnlijk openhartig over de eerste dertig jaar van je leven dat naast muziek gekleurd werd door je adoptieverleden, misbruikervaringen en je drugsverslaving. Toen je succes kreeg als musicus was je niet bepaald happig op het geven van interviews. Had dat met dat verleden te maken?
‘Interviewers kunnen gecompliceerde onderwerpen soms op een al te simplistische manier benaderen. Ze zien dan bijvoorbeeld overeenkomsten tussen de vrijheid van het improviseren en het drugsgebruik van een jazzmuzikant. Die twee hebben helemaal niets met elkaar te maken! Ik ben pas goed gaan spelen nadat ik was gestopt. Om te voorkomen dat mijn levensweg op zo’n triviale manier zou worden geframed in de pers besloot ik mijn verhaal zelf te vertellen.’
Ik had meer geschokte reacties verwacht na het verschijnen van je boek.
‘Die stilte heeft mij ook verbaasd. Mijn ouders waren niet blij met deze publicatie, al begrepen ze hoe belangrijk het voor me was om dit allemaal op te schrijven. De middelbare school in West Hartford, waar de directeur me misbruikte, reageerde niet. Iedereen kent elkaar in die plaats en ik vermoed dat ze hopen dat het schandaal wel overwaait zolang ze er in het openbaar over zwijgen.’
Je beschrijft de klassieke wereld als een elitaire bedoening, terwijl je je in de jazzscene meteen thuis voelde. Toch heb je je de laatste jaren bezig gehouden met onder meer muziek van Bach en Fauré. Hoe zit dat?
'Ik luister met bewondering naar pianisten zoals Martha Argerich en Daniil Trifonov, die klassieke meesterwerken perfect en helder uitvoeren. Mijn talent ligt op een ander terrein. Ik heb een goede techniek en ik ben in staat om te improviseren, maar je moet me niet vragen om een heel concert van Rachmaninov te gaan spelen.'
Je componeerde een pianoconcert dat je met verschillende orkesten hebt uitgevoerd. Komen daarin geïmproviseerde delen voor?
‘Nee, dat stuk is volledig uitgeschreven. Vaak speel ik het in combinatie met ‘There Will Be Blood’ van Jonny Greenwood. Daarin zit wel improvisatie in de vorm van vraag- en antwoordpatronen met piano en orkest. Mede vanwege de hoge kosten zijn dit soort concerten zeldzaam, maar het zijn fijne ervaringen.’
Is de klassieke wereld toegankelijker geworden?
‘Musici uit verschillende disciplines groeien de laatste jaren steeds meer naar elkaar toe. Dat is mede te danken aan het stijgende niveau van de conservatoria. Jazzmusici zijn beter in staat om noten te lezen en mensen met een klassieke opleiding zijn minder huiverig geworden om te improviseren.’
Aan het eind van het eerste deel van je memoires ontmoet je de Nederlandse zangeres Fleurine. Zij is inmiddels de moeder van je drie kinderen. Kunnen we in deel twee lezen hoe je het geluk hebt gevonden?
‘Nee, ik pak het heel anders aan. In deel een beschreef ik hoe mijn persoonlijke muzikale canon zich vormde in mijn jeugdjaren, in deel twee ga ik daar verder op in. Ik denk niet dat Fleurine zit te wachten op een boek waarin ik ons privéleven in de etalage zet.’
Het album Brad Mehldau - Ride Into The Sun is op 29 augustus verschenen bij Warner Music.
Southern Belle (Ride Into The Sun).
feat. Daniel Rossen.
Colorbars (Ride Into The Sun).
feat. Chris Thile.

