Dinant Jazz Festival lost hoge verwachting in
CONCERTRECENSIE. Dinant Jazz Festival, 26, 27 en 28 juli 2024, Dinant, België
beeld: Hugo Lefèvre
door: Georges Tonla Briquet
Jazzcats met een uitgelezen smaak hadden vorig weekend hun jaarlijkse afspraak bij festival Dinant Jazz, in de tuin van de abdij van Leffe. Met op het affiche onder meer Chris Potter, Manu Katché, Lionel Loueke, Grégoire Maret en Mino Cinelu passeerde een pleiade van grote namen de revue. De hoge verwachtingen werden ingelost mede dankzij de vertrouwde familiale sfeer in het bucolische kader.
Het Mathys/Idris Quartet met trompettist Noah Halpern, Sax Summit met onder meer Chris Potter en Sophie Alour, en saxofonist Stefano Di Battista met trompettist Matteo Cutello.
Mathys/Idris Quartet feat. Noah Halpern
De winnaar van de wedstrijd Jong Talent 2023 kreeg de eer het festival te openen. Het Mathys/Idris Quartet toerde inmiddels uitgebreid en dat bracht duidelijk resultaat op. Het bewijs leverden ze door podiumvastheid, een compacte set, continue interactie en solo’s die perfect pasten in de set opbouw. De organisatie had hen slechts op het laatste ogenblik gevraagd of ze geen zin hadden om de jonge Amerikaanse trompettist Noah Halpern in de groep te integreren als special guest. Een gedurfde uitdaging maar ze voldeden met brio. Vooral de combinatie van Halpern met mondharmonicaspeler Rutger Mathys verraste, zeker toen ze unisono gingen musiceren. Deze laatste introduceerde moeiteloos een Toots-touch, “between a smile and a tear”, maar wist tevens vinnig uit de hoek te komen zoals zijn grote voorbeeld Grégoire Maret. Pianist Maël Idris Mercier etaleerde een cool “à la” Brad Mehldau terwijl de ritmesectie van bassist Toon Rumen en drummer Gabriel Moraes de ideale ruggensteun bleek. Dat de set zowel eigen composities bevatte als materiaal van Charlie Parker en Nduduzo Makhathini illustreerde de durf en het eclecticisme van deze jonge wolven.
Pianist Maël Idris Mercier van het Mathys/Idris Quartet. Het kwintet Maret / Rebello / Cinelu / Katche / Kubiszyn met meesterdrummer Manu Katché.
Maret / Rebello / Cinelu / Katche / Kubiszyn
In Dinant slagen ze er telkens in om originele combinaties van topmuzikanten op het affiche te plaatsen. Met mondharmonicaspeler Grégoire Maret, pianist Jason Rebello, percussionist Mino Cinelu, drummer Manu Katché en bassist Robert Kubiszyn kon men gerust spreken van een supergroep. De heren speelden voordien nooit samen maar er waren wel heel wat onderlinge links waaronder Sting met wie ze elk apart optrokken, behalve de bassist. Ze associeerden spelplezier en technische vakkundigheid en koppelden daarbij allerlei vormen van fusion, bop, blues en swing aan elkaar, regelmatig gepimpt met Braziliaanse tinten en rockaccenten. Deze laatste werden gretig aangeleverd door Katché die er gewelddadig op los mepte. Door een totaal foute geluidsbalans werkte dit uiterst storend. Dat de spanning stilaan wegebde naargelang de set vorderde was evenmin bevorderlijk voor het luisterplezier. Een wat onevenwichtig concert met weliswaar extreme hoogtepunten vooral dankzij Maret. Tijdens het bisnummer ontpopte hij zich als de Jimi Hendrix van de mondharmonica. Zo werd de eerste avond dan toch nog afgesloten met vuurwerk.
Maxime Blésin Quartet
Een thuismatch voor dit vriendenclubje met in de rangen gitarist Maxime Blésin, pianist Igor Gehenot, bassist Cédric Raymond en de Franse drummer Franck Agulhon. Ook hier een one shot band van artiesten die elkaars pad kruisten in diverse combinaties maar nooit als kwartet optraden. Ze brachten een overwegend assertief repertoire met funky ondertoon en daarbij een aantal connecties tussen rock en (soul)jazz. Meesterlijk hoe Agulhon zijn kompanen doorheen de geschiedenis van de jazz leidde door de meest uiteenlopende ritmen en tempowissels te introduceren. Wat een verademing na het slagwerk van Katché. Blésin, Gehenot en Raymond zorgden voor inventieve invalshoeken, elk vanuit hun eigen actieterrein. Uiteindelijk uiterst verrassender en origineel. Graag een vervolg.
Saxofonist Stefano Di Battista met de legendarische drummer André Ceccarelli en de jonge trompettist Matteo Cutello.
Stefano Di Battista
De saxofonist uit het land van ‘amore’ en ‘sole’ presenteerde een hartverwarmend concert. Hij had het publiek meteen op de hand door de set te beginnen met de klassieker ‘Tu Vuò Fà’ L’Americano’. Nadien volgden nog standards uit het Italiaanse Real Book zoals de filmmuziek van ‘La Vittà e Bella’, ‘Caruso’ de hit van Lucio Dalla, ‘Volare’ en een hommage aan Paolo Conte. Als bisnummer brachten ze een compositie van Ennio Morricone die deze pende voor ‘The Mission’. Het was geen toeval dat net nu de eerste zonnestralen van de dag door de boompjes van de binnentuin priemden. Een magisch (film)moment zoals dat dan heet. Vooral klasse over heel de lijn met alle muzikanten in maatpak en een flinke dosis humor in de commentaren van Di Battista. Dat hij omringd was door klasse muzikanten waaronder de legendarische drummer André Ceccarelli en de jonge trompettist Matteo Cutello maakte het plaatje volledig. Grandissimo!
Chris Potter Quartet met drummer Johnathan Blake en gitarist Lionel Loueke.
Chris Potter Quartet
Het was de laatste stop van een tournee die een paar weken geleden nog halthield tijdens Gent Jazz. Deze keer geen Brad Mehldau maar gitarist Lionel Loueke als vierde musketier. Bassist John Patitucci en drummer Johnathan Blake waren getrouw de rots in de branding van de Chris Potter show. Want dat was het wel. Optredens van de saxofonist zijn telkens een aaneenschakeling van virtuoze hoogstandjes tegen een TGV-snelheid. Het siert hem dat hij zijn medemuzikanten gelukkig eveneens de nodige ruimte gunde, wat meteen hielp om het geheel meer dieptegang te verlenen. Zowel Loueke als Patitucci en Blake overtuigden moeiteloos. Een zekere jazztraditie transponeerden ze naar een urban vibe van de 21e eeuw. Climax volgde op climax maar het was toch wat flirten met een portie overdonderende overkill. Het antidotum kwam er met bisnummer ‘My Little Brown Book’, een gepast eerbetoon aan componist Billy Strayhorn en Potter zijn god John Coltrane.
Mondharmonicaspeler Grégoire Maret, accordeonist Vincent Peirani en fluitiste Elena Pinderhughes.
Vincent Peirani / Grégoire Maret / Elena Pinderhughes
Nog een gelegenheidsgroep en een wereldpremière in Dinant met Grégoire Maret en accordeonist Vincent Peirani samen met jonge fluitiste Elena Pinderhughes die reeds hoge ogen scoorde aan de zijde van Herbie Hancock en Esperanza Spalding. Drie muzikale goochelaars die de luchtverplaatsingen van hun respectievelijke instrumenten manipuleerden tot pure poëzie. Een uiterst lyrische namiddagstonde met enkele opzienbarende kortsluitingen tussen Peirani en Maret. Voor epicuristen met exquisiete smaak.
Sax Summit met Chris Potter, Sophie Alour, Lionel Belmondo, Stefano Di Battista en Stéphane Mercier.
Sax Summit
In de geboortestad van Adolphe Sax die honderddertig jaar geleden overleed, mocht een xl-ode aan de uitvinder van het instrument niet ontbreken. Chris Potter, Sophie Alour, Lionel Belmondo, Stefano Di Battista en Stéphane Mercier samen op een podium dat is niets minder dan een dreamteam. Gedroomde ondersteuning was er van pianist Eric Legnini, bassist Thomas Bramerie en drummer Dré Pallemaerts. Mercier en Belmondo zetten het feest in. Nadien volgde een vermenigvuldigingsdans van de saxofoonfamilie. Een schoolvoorbeeld van s’amuser sérieusement zoals Belmondo zei, oftewel verantwoord spelplezier waar het publiek direct bij betrokken werd. Elk greintje van nodeloos soleren ontweken ze vakkundig, ook al kwamen ze allen beurtelings aan bod. De ritmesectie kreeg eveneens de nodige focus.
Deze ‘let there be sax’ was de gepaste afsluiter van een alweer uiterst gezellige editie boordevol unieke concerten en wereldpremières die het succes maken van Dinant Jazz. Of hoe een kleinschalig festival groots kan zijn.
Concours Jeunes Talents
Vier groepen werden uiteindelijk geselecteerd voor de finale van de wedstrijd Jong Talent. Yo Hes Project ging met de hoofdprijs aan de haal. Het commentaar van de jury: “Een hecht samenspel, een overtuigende onderlinge dynamiek, de kwaliteit van de composities, de punch van de solisten en de swing van de ritmesectie maken hen tot winnaar.” We zien hen terug als opener van het festival in 2025. Vocaliste Alexandra Gadzina overtuigde eveneens en kreeg de tweede prijs voor haar stemkwaliteiten, haar teksten en composities en haar podiumprésence.