Rymden doet hoogtijdagen jazzrock herleven
CONCERTRECENSIE. Rymden, Bimhuis, Amsterdam, 3 juni 2023
beeld: Maarten Mooijman
door: Mathijs van den Berg
Rymden, oftewel Bugge Wesseltoft, Dan Berglund en Magnus Oström, nam zijn eerste album ‘Reflections & Odyssees’ (2019) op na slechts drie concerten en twee oefensessies. Het resultaat was een kwalitatief uitstekende, maar ook wat onevenwichtige plaat. Hierna begon de band intensief te touren en verscheen tientallen concerten en anderhalf jaar later opvolger ‘Space Sailors’ met een meer eigen geluid. Door de pandemie kon het trio de nieuwe muziek niet meteen live ten gehore brengen.
Rymden trad op in een afgeladen Bimhuis.
Het geplande optreden in Amsterdam van september vorig jaar ging niet door vanwege logistieke problemen. Gisteravond trad Rymden dan eindelijk op in het Bimhuis, dat helemaal afgeladen was. Het optreden had een beetje een valse start doordat het geluid van Berglunds bas te zacht stond waardoor de machtige riff van ‘The Life and Death of Hugo Drax’ zijn impact miste. Met handgebaren wist drummer Magnus Oström de geluidstechnicus snel bij de les te krijgen. Eenmaal op de juiste geluidssterkte stond het openingsnummer van ‘Space Sailors’ als een huis. De band zou het nieuwe album bijna integraal spelen. De nummers werden in andere uitvoeringen gespeeld vol verrassende elementen. Berglund en Oström voelden elkaar bij EST al haarfijn aan en vormen inmiddels met Wesseltoft een hecht trio.
Strak en energiek
De melodieuze en krachtige baslijnen van Berglund staan in het middelpunt; zijn elektrisch versterkte contrabas klinkt bijna als een basgitaar. Oström zweept de muziek flink op met energieke ritmes die in de rockmuziek wortelen, maar is net zo sterk in subtiel kleurend drumwerk. Boven het strakke fundament van bas en drums leeft Wesseltoft zich uit op piano, synthesizer en Fender Rhodes, waarbij hij van het ene instrument naar het andere beweegt of deze tegelijkertijd bespeelt. Verder heeft hij een hele trukendoos aan effecten tot zijn beschikking.
Bugge Wesseltoft, bassist Dan Berglund en drummer Magnus Oström.
Dit levert fusion op van de bovenste plank die de jazzrock van de jaren zeventig doet herleven. Op ‘The Spacesailor’ wordt sterker nog dan op het album gespeeld met het tempo. De stevige rockdreun komt langzaam bijna tot stilstand, waarna bas en drums het tempo naadloos weer opvoeren. Na het ingetogen ‘Söndan’ gaat de beuk er weer in met ‘Terminal One’ waarbij opmerkelijk genoeg het herkenningsthema wordt weggelaten. Ook dit nummer is ritmisch en harmonisch een hoogstandje met zelfs een reggaeritme. Zo blijft de muziek de hele avond onvoorspelbaar.
Meesterschap
De musici etaleren regelmatig solo hun kunnen. Berglund met zijn bekende pizzicato, funky stijl. Ook strijkt hij zijn bas regelmatig aan waarbij de toon vaak een scherp randje heeft. Wat Wesseltoft uit zijn keyboard krijgt is soms ronduit magisch: razendsnel zweven zijn handen boven de toetsen. Op Fender Rhodes speelt hij prachtige soulvolle partijen, zoals op ‘The Actor’. Het hoogtepunt vormt het uit twee delen bestaande, langgerekte ‘Arriving at Ramajay’ met avontuurlijke, psychedelische klanktapijten, zoemende baspartijen en een weergaloze, lange, ongelooflijk strakke drumsolo. Met ‘My life in a mirror’ met een woordloos zingende Berglund en toegift ‘Homegrown’ van hun debuutalbum laat de band zich van zijn lyrische, ‘nordic’ kant horen. Ook hierin toonde het trio zijn meesterschap.