Olivier Ker Ourio – Singular Insularity
CD-RECENSIEOlivier Ker Ourio – Singular Insularity
bezetting: Olivier Ker Ourio harmonica; Grégory Privat piano, Fender Rhodes; Gino Chantoiseau bas; Arnaud Dolmen drums; Inor Sotolongo percussie; Bastien Picot zang; Christophe Zoogonès fluit
opgenomen: februari 2019
uitgebracht: 31 januari 2020
label: Bonsaï Music
aantal stukken: 10
tijdsduur: 51’25
website: kerourio.com - bonsaimusic.fr
door: Georges Tonla Briquet
De Tiki-golf lijkt terug te keren. Na Longboard en hun ‘Being Wild’ komt de Franse harmonicavirtuoos Olivier Ker Ourio nu ook op de proppen met een al even stijlvolle vintage hoes voor zijn ‘Singular Insularity’. De muziek is weliswaar gedrenkt in de tradities van La Réunion (waar hij opgroeide) en omliggende eilanden.
Tot voor het overlijden van Toots Thielemans (1922 - 2016) stond elke mondharmonicaspeler in de schaduw van het Belgisch icoon. Stilaan krijgen anderen nu ook meer media-aandacht en worden ze afgerekend op hun eigen kunnen. Denken we maar aan Hermine Deurloo en haar ‘Riverbeast’. Grégoire Maret is op zijn beurt goed op weg om de top te veroveren. Zijn optredens vorige zomer tijdens Dinant Jazz bevestigden dit. Olivier Ker Ourio is nog zo iemand die reeds jaren aan de weg timmert en stilaan meer en meer wereldbekendheid geniet. Dat hij zijn creoolse roots op heel subtiele en smaakvolle wijze verwerkt in zijn muziek heeft daar een en ander mee te maken. ‘Somminkèr’ (met zijn landgenoot Danyèl Waro) en ‘Orkès Péï’ zijn treffende voorbeelden.
Ook op deze nieuwe cd is dat het geval. Hij bouwt muzikale bruggen tussen Ile de Réunion (op zich een schatkamer van stijlen en genres) en nabijgelegen eilanden in de Indische Oceaan en zelfs de Caraïben. Maar vergis u niet. ‘Singular Insularity’ hoort niet in het vakje wereldmuziek thuis en is op en top een jazz-cd. Ker Ourio stelde hiervoor een begeleidingsgroep samen waarvan de leden vertrouwd zijn met een dergelijk gegeven: eilandgenoten Bastien Picot (zang) en Christophe Zoogonès (fluit), toetsenist Grégory Privat (Martinique), drummer Arnaud Dolmen (Guadeloupe), percussionist Inor Sotolongo (Cuba) en bassist Gino Chantoiseau (Mauritius). De composities van Ker Ourio weerspiegelen de vernoemde referenties in melodielijnen, harmonieën en vooral ritmen.
Opener ‘Kossassa’ is ideaal om te mixen met ‘Soul Mokassa (de klassieker van Manu Dibango). Meteen een eerste opvallende solo van Ker Ourio met zijn chromatische mondharmonica terwijl de Fender van Privat een ideaal tegengewicht vormt om alles op het jazzspoor te houden. ‘Payanké’ is meer te situeren in de fusionhoek van een groep als Placebo maar de opzwepende percussie stuurt het geheel richting dansvloer. Een triestige jazzmelodie bepaalt de toon van ‘Zenfants La Creuse’. De titel verwijst naar een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Ile de Réunion. In de jaren zestig werden namelijk duizenden kinderen gedeporteerd naar het Franse departement Creuse om de bevolkingstoename daar te stimuleren. De titeltrack is een van de hoogtepunten waarop alle invloeden en elementen gekristalliseerd worden. Voeg daar ook gerust ‘Ti Bird’ aan toe.
Te situeren ergens tussen de beginplaten van Santana en de onvermijdelijke Toots Thielemans wanneer die op dreef was.
Beluister dit album via Spotify (inloggen noodzakelijk)
Soufflèr