Virtuoos concert Fly Trio
CONCERTRECENSIE. Fly: Mark Turner, Larry Grenadier, Jeff Ballard, Bimhuis, 11 juni 2016
beeld: Ton van Leeuwen
door: Cyriel Pluimakers
In het Bimhuis staan drie grote namen uit de actuele jazz: tenorsaxofonist Mark Tuner, contrabassist Larry Grenadier en drummer Jeff Ballard. Leidt een dergelijk all star bezetting tot interessante muziek? Het antwoord is een volmondig ‘ja’. Klinkt het trio op hun ECM-producties al indrukwekkend, live komt daar nog een flink stukje bij. De composities zijn uitgebreid en complex, maar op het podium worden ze met een ogenschijnlijk gemak gepresenteerd.
Larry Grenadier, Mark Turner en Jeff Ballard op het podium van Bimhuis.
Eenheid
Bij het concert in het Bimhuis blijkt hoe groot de eenheid is tussen de drie musici. Grenadier dient Turner voortdurend van repliek, hoe ingewikkeld zijn lijnen en improvisaties ook zijn. Schitterende tegenmelodieën ontlokt hij aan de snaren van zijn contrabas. Ballard is voortdurend actief en alert en maakt gebruik van grote dynamische verschillen op zijn set. Nu eens snoeihard, dan weer fluisterzacht, maar steeds valt elke tik exact op zijn plek.
Turner heeft een droog en bijna ascetisch geluid op zijn tenorsaxofoon. Zijn improvisaties bewegen zich vooral in het midden en hoge register, dat hij uitstekend beheerst. Hij speelt bijna etude-achtige en van enig vibrato zul je hem nooit kunnen beschuldigen. Bij conservatoriumstudenten is hij inmiddels een held, getuige ook de grote opkomst van jonge saxofonisten, vaak vergezeld van hun instrument.
Fly is in veel opzichten een onconventioneel ensemble.
Ademloos
Ademloos luistert het publiek twee sets lang naar een virtuositeit zonder weerga, die bovendien geen moment verveelt. Misschien nog het meest verbazingwekkend is de prachtige techniek van Grenadier. Hij bespeelt zijn bas alsof het een toetseninstrument is en vormt een feilloze verbinding tussen Turner en Ballard. In tegenstelling tot de gebruikelijke opzet van jazztrio’s is hij meer solistisch dan begeleidend actief. Een hoogtepunt vormt zijn duel met de drummer aan het einde van de tweede set.
Fly is in veel opzichten een onconventioneel ensemble, dat het samenspel ontwikkeld heeft tot een metaniveau waar andere musici alleen maar van kunnen dromen. Hun muziek komt misschien meer uit het hoofd dan uit het hart, maar het resultaat is er niet minder om. Dat ze ook prima conventionele standards kunnen spelen illustreren ze tot slot in hun toegift ‘Come Rain or Come Shine’, een intelligente bewerking waarbij alle kwaliteiten van deze drie topmusici nog een keer te horen zijn.