Bruno Vansina Orchestra buit vermogen weinig uit
CONCERTRECENSIE. Bruno Vansina Orchestra (XL)arge, Paradox Tilburg 25 september 2015
beeld: Liesbeth Keder
door: David Cohen
Tilburg, zo dicht bij de Belgische grens, is een logische plek om Nederlandse jazzliefhebbers een inkijkje in de swingscene van onze zuiderburen te bieden. Podium Paradox begon deze reeks van tien Belgische bands en projecten met het zeventienkoppige orkest van saxofonist en componist Bruno Vansina.
![]()
Het XL-orkest van de Belgische saxofonist Bruno Vansina op het podium van Paradox.
Gedurende de eerste set viel de muziek van het orkest nogal tegen. De mogelijkheden van de grote koper- en rietblazerssecties werden weinig benut, want nagenoeg elk stuk begon met een uitgebreide groove-opbouw door een weliswaar stevig swingende ritmesectie en een langgerekte solo van de bandleider zelf. De sterk op riffs gebaseerde stukken kenden in harmonisch opzicht weinig afwisseling. Ondanks heel geslaagde fragmenten en stuwend slagwerk van drummer Teun Verbruggen en percussionist Kobe Proesmans wist de eerste set door het gebrek aan spanning niet echt een indruk achter te laten.
Cools
De tweede helft van de avond was beduidend interessanter. Vansina begon die in kleine bezetting, alleen geflankeerd door fluitist Stefan Bracaval en de ritmesectie, waarbinnen vooral gitarist Bert Cools bedachtzaam maar krachtig solowerk liet horen. Na dit eerste stuk, ‘Natrium’, kwam het orkest weer terug op het podium en kondigde Vansina het nummer ‘Überhaupt’ aan, waarbij de vele klankkleuren en mogelijkheden van het orkest voor het eerst echt goed doordacht tot hun recht kwamen. Fel trompet- en trombonewerk werd afgewisseld door langere melodielijnen van klarinet, hobo, fagot en saxofoons. De bandleider trad wat meer op de achtergrond en liet het improvisatiewerk veelal over aan fluitist Stefan Bracaval en de krachtig blazende tenorsaxofonist Steven Delannoye.
![]()
Tenorsaxofonisten Steven Delannoye en Bart Defoort. Teun Verbruggen en Kobe Proesman. Bandleider Bruno Vansina.
Ook de tweede set kende minpunten. Zo waren de aankondigingen van Vansina op het jolige af en begon het titelstuk van de nieuwste plaat van het orkest, ‘Morning Forest a.k.a. Nose Up Bottom Down’ met een lang uitgesmeerd piano-intro dat op het album ontbreekt. In de concertzaal was het weinig effectief en werd het stuk er vooral door opgehouden.
Abstractie
Toch wisten de jubelende klanken van de blazers, het ophitsende spel van de ritmesectie en het sterke soleerwerk van vooral trompettist Carlo Nardozza en klarinettist John Ruocco een indruk achter te laten van het vermogen van het orkest van Bruno Vansina. Wanneer deze Belgische formatie zich niet verliest in herhaling en in abstractie, is ze in Nederland een bezoek wel waard.

