Mulgrew Miller: afscheid van een leven vol blues
NECROLOGIE
door: Rinus van der Heijden
Mulgrew Miller: 1955 - 2013.
Foto © Eddy Westveer.
Hij was een boom van een kerel, maar hij aaide de pianotoetsen als de beste minnares die een man zich maar kan wensen. Maar dat zal nooit meer gebeuren, want Mulgrew Miller overleed woensdag in een ziekenhuis in het Amerikaanse Allentown aan de gevolgen van een hartaanval. Hij werd 57 jaar.
De stijl van Mulgrew Miller was een mengeling van assertief pianospel en lange, vloeiende lijnen, maar ook stuiterende intermezzi in zijn soli. Hoewel hij als kind werd beïnvloed door Oscar Peterson – diens inspiratie duurde het hele Millerleven lang – was het toch vooral McCoy Tyner, die het grootste stempel drukte op de pianistische verrichtingen van Mulgrew Miller. Van Peterson erfde hij het vér uitgewerkte gevoel voor melodie, van Tyner de lang aaneen geregen improvisaties, die hij volop kon laten horen tijdens zijn zeventienjarig verblijf in groepen van slagwerker Tony Williams. Mulgrew Miller was een onmiskenbare modernist, met het toucher van legendarische voorgangers in de jazz.
Deltablues
Mulgrew Miller leerde zichzelf pianospelen toen hij zes jaar oud was. Hij pikte vooral de muziek uit zijn jeugd op: gospel en Deltablues. Ook bespeelde hij het kerkorgel in zijn geboorteplaats Greenwood in Mississippi. Vanaf zijn achtste kreeg hij pianolessen en vanaf zijn vijftiende dook hij op in allerlei muziekstijlen: gospel, rhythm&blues, Europese- en Amerikaanse blues, maar ook country&western. Toen hij echter Oscar Peterson voor het eerst hoorde, betekende dat zijn definitieve keuze voor muziek: jazz. Later kwam daar de voorliefde voor Oosterse spiritualiteit bij. Met de visie van Martin Luther King jr. en de wijze lessen van bewegingen voor burgerrechten – gevoed door zijn afkomst uit het armoedige Mississippi - werd daarmee zijn unieke pianobehandeling ‘rond’ gemaakt.
Blues is naar eigen zeggen immer de basis geweest voor zijn spel. “Die is altijd hetzelfde gebleven. Het volkse element van blues is nooit echt veranderd. Alleen de technologie is anders geworden. Maar de akkoorden en fasering zijn hetzelfde, evenals de taal van de blues. Ik groeide op met volksmuziek en díe muziek houdt zich nooit bezig met veranderingen”, zo zei hij eens tijdens een interview.
Toen hij klaar was om een professionele carrière te starten, begon die in 1975 hij het Duke Ellington Orchestra, met als leider diens zoon Mercer. Nadien was hij vaste pianist bij de Jazz Messengers van Art Blakey, van zangeres Betty Carter en in het kwintet van Woody Shaw. In 1985 nam hij bij het label Landmark zijn eerste plaat op als leider. In de jaren negentig ontwikkelde Mulgrew Miller zich als frontman in eigen trio’s en kwintetten. Met die groepen nam bij een aantal belangrijke platen op bij RCA. In totaal werkte hij aan ruim vierhonderd platen mee.
En dat allemaal onder een soort credo, dat hij in 2005 uitsprak tijdens een interview: “Jazz is gedeeltelijk progressieve kunst en gedeeltelijk volkskunst.” Die zin kun je een historische betekenis meegeven, als je hem spant tussen Ornette Coleman en John Coltrane enerzijds en bluesshouters als Lester Young en Ben Webster anderzijds. In hetzelfde interview zei hij ook: “Musici die spelen zoals ik, worden als ouderwets betiteld.” Maar: daar ging het nu precies om. Miller heeft immers altijd het leven van nú gekoppeld aan een leven daarvoor. Een leven dat in de jazz wordt betiteld als ‘traditie’.
Gewaakt
Voor de kwalificatie ‘ouderwets’ heeft Mulgrew Miller derhalve altijd gewaakt. Daar kreeg hij bij uiteenlopende musici met wie hij speelde, als Kenny Garrett, Kenny Barron, Benny Golson, James Moody, Von Freeman en Joe Lovano overigens ook geen kans voor.
Van enige missionarisdrang kan Mulgrew Miller ook worden ‘beschuldigd’: als mentor bekommerde hij zich zijn levenlang om jonge musici. In 2005 werd hij in dat verband directeur jazzstudies aan de William Paterson University in New Jersey. Mulgrew Miller laat een vrouw en twee kinderen na: zoon Darnell en dochter Leilani.
Mulgrew Miller - I got it bad and that ain't good
Jazz à Vienne 2012

