‘Dat was weer een fijn gesprek’
CONCERTRECENSIE. Eric Vloeimans & Minsarah, Bimhuis Amsterdam, 9 februari 2012
beeld: Thomas Huisman
door: Tim Sprangers
‘Dat was weer een fijn gesprek’, glimlacht trompettist Eric Vloeimans na een inderdaad mooie gedachte-uitwisseling. Het is de muzikale interactie die centraal staat in zijn ontmoeting met Minsarah, een internationaal pianotrio, dat bekend staat als de jonge begeleiders van altsaxheld Lee Konitz. Vloeimans kent pianist Florian Weber goed. Ze maakten afgelopen jaar samen een fraaie duoplaat, opgenomen in het Concertgebouw in Amsterdam. Drummer en bassist zijn hem minder bekend en daarom is het aftasten, eens kijken hoe diep de te bespreken onderwerpen gaan.
![]()
In het Bimhuis gaf Eric Vloeimans een concert met pianotrio Minsarah, met daarin slagwerker Ziv Ravitz en pianist Florian Weber.
De conversaties zijn in elk geval zeer gevarieerd van stof en duidelijk is dat de leden van dit gelegenheidskwartet elkaar flink mogen uitdagen. Stukken van ieders hand worden niet van bladpapier gelezen, überhaupt een onmogelijke situatie met Vloeimans in de band; hij zal nooit eenzelfde lijn spelen. Zo ligt al improviserend de focus op lange spanningsbogen, waarbij er voor vaak onbepaalde tijd rond een helder refrein wordt gedwaald.
Hierbij blinken de gesprekken tussen Vloeimans en Weber uit in kwantiteit en kwaliteit, gevoed door flink wat humor. Een pruttelend trompetlijntje verlengt Weber in atonaal gestotter. De pianist brengt sowieso graag hard gespeelde, onverwachte noten, gebruikmakend van het grootst mogelijke register. Monkiaans klinkt zijn spel geregeld, dankzij een opeenvolging van met opzet vies gespeelde akkoorden. Zijn parodieën op de blues zijn vermakelijk. Hij maakt veel gebruik van het contrapunt, spontaan, want zo klinkt Weber zeker. Wellicht leunt hij op wat trucjes, maar zijn spel is vooral fris en ongedwongen en gemarineerd in veel elementen uit de klassieke muziek.
![]()
Eric Vloeimans, pianist Florian Weber en contrabassist Jeff Denson.
Minder persoonlijkheid hebben bassist Jeff Denson en drummer Ziv Ravitz. Zij luisteren goed, geven af en toe wat commentaar, maar zijn vooral functionele en betrouwbare spillen in het geheel. Hoewel de onzuivere zangpartij van Denson, met joodse invloeden, tijdens de eerste set even de ogen doet knipperen.
En zo wordt er niet heel diep gegraven. Daarvoor hoor je Vloeimans liever in zijn projecten Fugimundi of Gatecrash, waar de muzikanten elkaar beter kennen en beschikken over een eigen repertoire. Nu gaat de band soms iets te veel uit van veiligheden en raakt de opzet van de uitvoeringen voorspelbaar. Wel blijkt in het Bimhuis weer eens hoe goed de composities van Vloeimans in elkaar steken. Een nummer als ‘Fatima’ biedt grootse ruimte voor verstilde improvisatie, waarin je als muzikant en luisteraar makkelijk wordt meegezogen. Die typische Vloeimansthema’s: licht weemoedig en relativerend, met vaak een muzikale onregelmatigheid of onlogische samenstelling en vooral doordrenkt van romantiek; ze blijven nog uren in je hoofd zingen.

