Verscheidenheid troef op Scheldejazz
CONCERTRECENSIE. Scheldejazzfestival, Terneuzen, 28 t/m 30 mei 2010
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
De Terneuzense binnenstad bood afgelopen weekend een keur aan podia voor diverse muziekstijlen. Bij de opening van Scheldejazz 2010, met de artiesten Rony Verbiest en Johan Verminnen in het Scheldetheater, waren afgelopen vrijdag circa vierhonderd bezoekers.
Philip Catherine & Bert van den Brink, Jan Akkerman en Rony Verbiest & Johan Verminnen traden onder meer op tijdens het jaarlijkse Scheldejazz Festival in Terneuzen.
“Scheldejazz is voor een breed publiek en biedt jazz en alles wat daarbij hoort”, zegt voorzitter van de organisatie Peter de Graaf. “Ik wilde graag terug naar de oude formule van het festival." Daarom in bijna elk café live-muziek. Oude stijl jazz met onder meer The Scat Cats en The New Orleans Jazz Crackers, authentieke rhythm and blues met het mobiele My Boot Heels en jazzfunk met de Funky Bastards, die ondanks hun jeugdige leeftijd een doorleefde versie van ‘Ain’t no sunshine when she’s gone’ neerzetten.
Op de Markt veel gitaarmuziek waaronder swamp, blues en rock van Rootbag, Ruben Hoeke en Jan Akkerman. Akkerman, altijd met uitstekende begeleiders op pad en spelend voor een goed gevulde Markt, putte uit zijn hele oeuvre. Funky en laidback zoals in ‘Pietons’, soms gevoelig maar veelal stevig. Onnavolgbaar snel, geen voor de hand liggende notenkeuzes en droge humor, “dit was het laatste nummer, nou vooruit we doen één toegift maar die duurt dan een half uur."
Jazzkopstukken in Porgy en Bess. Pianist Rembrandt Frerichs speelde met zijn kwartet, waarin saxofonist Jan Menu, veel nummers van zijn dubbelalbum ‘Ordem e Progresso’. Klassiek georiënteerde of kamermuziekachtige intro’s maakten plaats voor stevige repetitieve elementen met riffachtige baslijnen waarop drummer Vinsent Planjer soms ongenadig hard varieerde. Frerichs zelf keek het soms een tijdje aan alvorens hij aan de slag ging met improvisaties met hoge notendichtheid waaronder ook gewaagde outside partijen.
Rembrandt Frerichs, Simin Tander, Ruben Hoeke.
Veel indruk in Porgy en Bess maakten gitarist Philip Catherine en pianist Bert van den Brink op vrijdagavond. Het eerste stuk typeerde de rest van de set. Elk verkende een ingezet schema met fluweelzachte klanken. Als één van de twee het tempo, ritme of de harmonie veranderde, reageerde de ander acuut. Ze voelen elkaar feilloos aan. Soms speelden ze uit het niets, haast telepathisch, unisono lijnen. Met hun virtuoze vondsten plezierden deze muzikanten niet alleen het publiek maar ook elkaar. Catherine selecteerde ter plekke standards zoals ‘Embracable you’ of composities van elkaar waaronder ‘Letter from my mother’ en ‘Tristesse’. Van den Brink vatte samen: “Philip is de chauffeur van de bus en u allen bent zijn passagiers. Niemand weet waar de bus ons heen brengt, ik ook niet. We laten het gewoon gebeuren op deze prachtige avond”.
Aanstormende talenten speelden in restaurant Sydney. Zangeres Simin toonde zich een ware stemkunstenares. Met eigen stukken en nummers van Nick Drake en Elliot Smith gaf ze een emotionele en mysterieuze invulling.
Het daaropvolgende optreden van het Joris Posthumus Quartet kan met één woord worden getypeerd: intens. Vanaf de eerste seconde knalden de musici erin met geïnspireerde en creatieve hardbop van nu. Net als bij Simin speelde Posthumus met invallers, of ‘gastmuzikanten, dat klinkt vriendelijker’. Bij Posthumus daarom Randal Corsen op piano in plaats van Jeroen van Vliet en niet drummer Pascal Vermeer maar Martijn Vink. “Ik houd van combinaties die elkaar goed kennen zoals Pascal en Jeroen. Met de drukke agenda's van zulke goede muzikanten moet ik kunnen rekenen op invallers. Met muzikanten als Martijn en Randal heb ik wat dat betreft enorm veel mazzel", Aldus Posthumus. Door de regen moest de organisatie improviseren en verplaatste de optredens van Simin en Posthumus van het grotere podium buiten naar het cafégedeelte van Sydney. In die intieme sfeer kwamen hun beide optredens prima tot hun recht.
Joris Posthumus, Randal Corsen, Jules Deelder.
En Jules Deelder draaide plaatjes in het Podium In Terneuzen. Jazz van heel wat decennia terug. Prima dansbaar, al waagde slechts een enkeling in de goed gevulde zaal zich ook daadwerkelijk op de dansvloer. Deelder vermaakte zich kostelijk. In stijl gekleed bespeelde hij luchtsaxofoon en –percussie. Deelder mixed zijn nummers niet, zoals moderne djs, naadloos aan elkaar maar creëert met zijn muziekkeuze wel een prima sfeer.
Scheldejazz had dit jaar als ondertitel ‘Tribute to Django Reinhardt’. Akkerman verwerkte een beetje van diens muziek in zijn optreden maar Reinhardt kwam eigenlijk maar op twee plaatsen terug. Vrijdag speelde op de Markt Naguine onder meer Gipsy traditionals en stukken van Reinhardt. Bij de Basily Boys zit de Hot Jazz in het bloed. In restaurant Sydney vloeide hun Djangojazz er op natuurlijke wijze uit.
Organisator Peter de Graaf is tevreden: “We brachten een prima cross-over van jazz en aanverwante stijlen. Terneuzen moest trillen en dat is gebeurd. Er is zelfs belangstelling uit België. Een samenwerking met de Gentse Feesten zit er wellicht volgend jaar al in.”