Ben Schröder Quartet brengt sfeer in historische Cotton Club
CONCERTRECENSIE. Ben Schröder Quartet, Cotton Club, Amsterdam, 6 augustus 2011
beeld: Julia Free
door: Jan Jasper Tamboer
De Cotton Club is een van de oudste jazzcafés van Amsterdam, wellicht van Nederland, en bekend omdat er vanaf de Tweede Wereldoorlog veel Surinamers en sowieso donker publiek op afkwam. Begin dit jaar kwam de bar in het nieuws omdat er vanuit het criminele circuit geld ingestoken was. De naam van topcrimineel Dino Soerel dook op. De tent dreigde te worden gesloten. Een half jaar later is de Cotton Club nog gewoon open en is de zaak buiten de publiciteit.
Het kwartet van slagwerker Ben Schröder aan het werk in de Cotton Club, met saxofonist Jeroen Manders en gitarist Guy Nicols.
Terwijl tallozen te hoop lopen voor de jaarlijkse Gay Pride en de hele binnenstad van Amsterdam dreigt dicht te slibben, is er nog een klein clubje trouwe liefhebbers dat zich heeft verzameld voor een jazzconcert op de Nieuwmarkt, in hartje centrum. De diehards komen voor het Ben Schröder Quartet, naast de bandleider bestaande uit Jeroen Manders op tenorsaxofoon, gitarist Guy Nicols en op keyboards Bob Wijnen. Schröder, die het qua naamsbekendheid moet afleggen tegen de internationaal bekende springruiter met dezelfde naam, en zijn maten, vormen daarmee een geheel Haags gezelschap.
De band opent met 'Hot Barbecue' van Brother Jack McDuff, waarbij het keyboard van Wijnen fungeert als Hammondorgel. Het kwartet zal veel rhythm-and-blues spelen, hardbop en funky jazz. Dit optreden is niet echt een sessie, maar er zijn wel twee gasten, trompettist Kurt Weiss en tenorblazer Emiel Wienholts, beiden actief in de fusionband Originals Only! Het verschil met een jam is dat het publiek hier echt komt om naar de muziek te luisteren en die niet zozeer tot een aangenaam decor reduceert.
De eerst set is wat gezapig en voorspelbaar. Up-temponummers worden steevast afgewisseld door ballads en de solo's zijn onderhoudend, maar ook weinig avontuurlijk. Bij de tweede set komt er meer energie in de muziek en als de gastspelers aantreden stoken zij het vuurtje nog verder op. Het is nu allemaal wat losser. 'On The Sunny Side Of The Street' krijgt een geleidelijke versnelling, om weer even soepel af te zwakken. De meeste nummers zijn standards, een enkele song is eigen werk. Gevraagd naar verrassingen in het repertoire antwoordt Schröder: 'Alles is verrassend, luister maar eens naar de improvisaties, that's what it's all about'.
Emiel Wienholts, Kurt Weiss, Bob Wijnen.
Dat klinkt lekker enthousiast en getuigt van de juiste instelling, maar het Ben Schröder Quartet kan niet echt overrompelen. Dat hoeft ook niet, want hun spel is evengoed aanstekelijk en ze krijgen het publiek toch wel mee, dat luidkeels instemming betuigt door te joelen, voluit applaudisseert, en meedeint. Het bier vloeit rijkelijk en dat is te merken aan het gedrag van de mensen, die zich immers aan de 'Sunny Side' begeven. Het café is inmiddels volledig volgelopen en het barpersoneel beleeft topdrukte. Het is even de vraag waar het echte feest plaatsvindt, bij de hossende massa's op de boten van de Gay Pride, of in de betrekkelijke intimiteit van de Cotton Club. Het zit elkaar in ieder geval niet in de weg.