In de studio met Jef Neve
Jef Neve werkt aan zijn nieuwe album en praat over muziek.
Foto © Jos Knaepen.
In april bracht het Jef Neve Trio, met Piet Verbist op bas en Teun Verbruggen op drums, drie dagen in de studio door om een nieuw album op te nemen. Na ‘Blue Saga’ en het vorige jaar verschenen ‘It’s Gone’ wordt dat het derde album van de Belgische pianist die de release in november verwacht. Jef Neve is een bekende Belg maar door zijn talent en werklust is hij ook in ‘het buitenland’ allang geen onbekende meer. Recentelijk gaf hij enkele concerten in Nederland en was hij onder meer op 21 januari te bewonderen in het Bimhuis.
De cd-opnamen vonden plaats in de GAM-Studios in Waimes, een kleine vijftig kilometer ten oosten van Luik.
EE: Je vorige cd ‘It’s Gone’ werd in België beschouwd als de beste (Belgische) jazz-cd van 2005. Jullie hebben zojuist drie dagen doorgebracht in de studio en opgenomen voor de nieuw uit te brengen cd. Wat kunnen we op de nieuwe plaat verwachten, en in hoeverre zal hij anders zijn dan de voorgaande twee?
Jef Neve: De nieuwe plaat zit in de lijn van de vorige twee, 'Blue Saga' en 'It’s Gone'. Vanaf het begin hebben we steeds het idee een trilogie te maken. Na deze derde plaat zal de muziek dus waarschijnlijk een andere richting ingaan. We hebben voor deze derde plaat ook opnieuw weer geopteerd om samen te werken met een blazersectie die bestaat uit twee hoorns, tenortrombone, bastrombone en tuba. Nieuw is dat we ook enkele nummers hebben opgenomen met saxofonist Nicolas Kummert. Qua opnametechniek hebben we gekozen om het deze keer te doen zoals in de ‘good old days’: allen samen in één grote ruimte. We gingen er van uit om de overspraak in de microfoons juist te gaan gebruiken, ipv ze te proberen vermijden. Dat zorgt voor een veel groter ‘live’-gevoel; ook voor het spelen zelf is het veel aangenamer omdat je elkaars energie meer voelt. Vroeger namen we alles in gescheiden ruimtes op waardoor de enige communicatie gebeurde via de hoofdtelefoons, wat voor gevaar inhoudt dat je jezelf muzikaal te veel gaat isoleren en te overdreven gaat focussen op je eigen partij, waardoor de collectieve spontaniteit in het gedrang kan komen. De manier van werken voor onze derde plaat heeft ons wel een volledige dag studio gekost omdat het minder evident is om een goede klank te maken, maar het resultaat is verbluffend!
EE: Je hebt onlangs ook in Nederland gespeeld. Hoe is eigenlijk de stand van zaken van het trio?
Jef Neve: Het Nederlandse publiek is een fijn publiek om voor te mogen spelen: heel open van geest en spontaan. We hebben geleidelijk aan meer en meer concerten in Nederland en dat is dus een leuke evolutie. Bovendien hebben jullie een aantal prachtige plaatsen om jazzconcerten te spelen; het Bimhuis is daarvan een schitterend voorbeeld! Daarbuiten hebben we ook net een toertje in Mexico en Frankrijk achter de rug. En voor de toekomst ziet het er goed uit: in de zomer zitten we bijvoorbeeld weer vaak in Frankrijk. Daarbuiten wordt nu alles in vorm gegoten voor een nieuwe tour in Mexico, Japan, Spanje, Duitsland en Australië.
Op vlak van muzikale ontwikkeling proberen we meer en meer te werken op de natuurlijke ‘flow’ van de muzikale geïmproviseerde muziek. Bijvoorbeeld door het inlassen van heel vrije interpretaties van harmonische vormen en schema’s. Of door het invoegen van nieuwe scales vertrekkende vanuit het idee dat een compositie gebaseerd is op een tonaal centrum, meer dan dat een compositie enkel en alleen maar kan gespeeld worden volgens de vastgelegde klassieke II-V-I structuren. We bestuderen ook meer en meer de ritmische sleutels die kunnen toegepast worden op bestaande structuren. Met andere woorden, we zijn op zoek om onze gemeenschappelijke muzikale taal uit te breiden.
EE: In een interview uit 2003 las ik dat je een enorme expansie drift hebt, vooral richting Japan. In hoeverre zijn deze dromen al werkelijkheid geworden?
Jef Neve: Ja, dat klopt. Ik kan niet onder stoelen of banken steken dat ik het ontzettend leuk zou vinden indien onze muziek zijn weg vindt in andere delen van de wereld. Voor Japan werken we nu samen met een nieuwe distributiemaatschappij en dat heeft ons tot nog toe geen windeieren gelegd. We bekijken nu samen hoe en wanneer we daar als trio kunnen gaan presenteren. Dat gaat met een heuse organisatie gepaard waarbij het marketingaspect niet onbelangrijk is.
EE: Je hebt een klassieke opleiding genoten. Momenteel speel je op de podia ook de beroemde Goldberg Variations. Hoe ervaar je dit, en hoe breng je scheiding aan in het spelen van jazz en klassiek. En hoe bereid je je voor op het spelen van de Variations, zowel in je studie als voor een concert?
Jef Neve: Inderdaad, ik heb ook een klassieke opleiding genoten bij Jan Vermeulen op het Lemmensinstituut te Leuven. Jan is een erg charismatisch figuur en hij heeft zeker voor een groot stuk een stempel gezet op hoe ik een piano benader. De Goldbergvariaties van J.S. Bach zijn oorspronkelijk geschreven voor klavecimbel met twee klavieren, maar ik voer ze dus uit op piano (solo). Het is een immens werk, zeer rijk aan sublieme stemvoeringen en virtuositeit. Als opgroeiend muzikant vond ik dat ik niet kon voorbijgaan aan dit oeuvre. Het vraagt enorm veel van mijn tijd en concentratie om ze in te studeren, maar het is echt loon naar werken: ik ervaar het echt als een muzikale verrijking die me meer inzicht geeft op vlak van muzikale vormen, stemvoeringen en pianotechnische technieken. Dat zijn dus ook allemaal aspecten die ik zo kan gebruiken voor wanneer ik improviseer. De scheidingslijn bestaat hem hierin dat een klassieke partituur in feite vastlegt waar de muziek naar toe gaat, gepaard gaande met een opgelegd technische moeilijkheidsgraad, tegenover als je improviseert, bepalen de parameters tijd en ingeving waar naar de muziek op dat moment evolueert. Om me voor te bereiden op dit werk bijvoorbeeld, probeer ik periodes in te lassen dat ik niet te veel bezig ben met andere muzikale projecten, waardoor ik me helemaal kan verdiepen in de muziek waar ik op dat moment mee bezig ben. En omdat het zoveel concentratie vraagt zorg ik er voor dat ik ook in een optimale fysieke conditie ben: veel sporten, gezond eten, op tijd gaan slapen ...
De soloconcerten vormen op zich weer een nieuwe uitdaging omdat je zoals op geen ander concert enorm geconfronteerd wordt met jezelf. Er zijn externe parameters waarop je je kunt baseren. Tegelijk geeft het je de kans op je instrument optimaal te laten klinken en je helemaal te laten opgaan in je eigen muzikale leefwereld. Ik hou ook van de broosheid dat dit met zich meebrengt.
EE: Drummer Teun houdt zich mede bezig met verschillende richtingen in de vrije improvisatie muziek. Hoe kijk je tegen deze richting in de muziek aan, volg je het, en speel je wel eens met de gedachte iets soortgelijks te gaan doen?
Jef Neve: Teun is inderdaad iemand die weer een heel ander muzikaal medium bestudeert. Hij is al sinds lange tijd gefascineerd bezig met de wereld van ‘soundscapes’, ‘garbage-grooves’ en dergelijke. Ik moet eerlijk toegeven dat ik deze muziek maar pas ben beginnen ontdekken, mede door zijn inbreng. Het is zeker interessant om de horizonten wat te verbreden. Maar ik ben dus verre van een kenner... En natuurlijk sluipen bewust of onbewust bepaalde invloeden in je spel. Zo hebben we bijvoorbeeld voor onze derde plaat ook een aantal vrije impro’s gedaan gebaseerd op het verhaal van ‘sounds’ en flow’s. Enkele extracten daarvan zullen naar alle waarschijnlijkheid op de plaat belanden. Maar toch staat dit eigenlijk nog ver van waar de echte ‘soundwizzards’ mee bezig zijn. Ik hou daarvoor te veel van een akoestische klank van een piano.
EE: Mocht je drie platen van pianisten opnoemen die iedereen in zijn kast zou moeten hebben staan, welke zouden dat zijn en waarom?
Jef Neve: ‘How he sings, how he sobs’ (Chick Corea), ‘Inside out’ (Keith Jarret) en ‘Songs’ (Brad Mehldau).
Why? Just listen to the music!
EE: Tot slot, welke toekomstdromen of plannen heeft Jef Neve op dit moment?
Jef Neve: Heel wat. Ik ga eerst de geplande concerten van de ‘Goldbergvariaties’ proberen goed af te werken. Met het concert van Pascal Schumacher zitten we de komende periode weer wat in ’t buitenland. De derde plaat van ons trio moet nog afgemixt worden (de release is voorzien in november 2006). Hierdoor zijn we trouwens in gesprek met een aantal grote platenfirma’s; benieuwd wat dat gaat opleveren. Voor de rest blijven natuurlijk de concerten lopen met het trio; er staan een aantal concerten in duo met Pascal Schumacher en met Ronny Verbiest. In september ga ik iets doen rond oude muziek door middel van ‘cantus firmus’. Er is nog een project met hedendaags hoboïst Piet Van Bockstael. Ik ga waarschijnlijk ook nog muziek van Schubert uitvoeren voor radio Klara in oktober. En ik ben gevraagd om een werk te presenteren op het Blue Note Records Festival voor 2007. Hiervoor mag ik waarschijnlijk een aantal internationale stermuzikanten uitnodigen. Daarbuiten ben ik ook een nieuw project gestart rond ‘groove’ waarin ik hammond speel, Nicolas Kummert (sax) , Reggie Washinton (bas) en Lieven Venken (drums): Groove Thing!
Genoeg dus om er weer een jaar stevig aan te kunnen gaan!
- Jef Neve website

