Ontspannen liedjes en remmen los bij Benjamin Herman
CONCERTRECENSIE: Benjamin Herman Trio, Porgy en Bess, Terneuzen, 21 april 2013
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Onlangs verscheen ‘Café Solo’, het dertiende soloalbum van jazzsaxofonist Benjamin Herman. Hij kan in allerlei bezettingen uit de voeten, maar dit album nam de saxofonist op met zijn trio. Net als zijn debuutplaat ‘Café Alto’, van zeventien jaar geleden, bevat het liedjes, jazzklassiekers uit de rijke historie van het genre, maar bij de uitvoering ging hij wat anders te werk. Hoe klonk dat bij dit concert van het Benjamin Herman Trio in Porgy en Bess in Terneuzen?
Ernst Glerum, Joost Patocka en Benjamin Herman op het podium van Porgy en Bess.
Hermans saxofoon moest weer centraal staan, zo bleek. In tegenstelling tot wat hij speelt richt hij zich meer op de sound van het instrument. Daarvoor koos hij klassiekers als ’Reflections’ van Thelonious Monk, ‘Begin the Beguine’ van Cole Porter en Dexter Gordon’s ‘Soy Califa’. Materiaal dat bij Herman al vanaf zijn jeugd op het repertoire prijkt. In de studio merkte hij dat die stukken goed werken als ze relaxt worden gespeeld en niet te wild, of hard. Met contrabassist Ernst Glerum en drummer Joost Patocka heeft hij daar de juiste kompanen voor.
De sfeer op ‘Café Solo’ is ontspannen, luchtig en soms zelfs zwoel. Zeker in ‘Summertime’, een van het handjevol stukken van het nieuwe album dat in Terneuzen op de setlijst stond. Glerum legde daarin een broeierige ondergrond neer, waarbij tegelijkertijd een op de hoge snaren gestreken drone klonk en met de duim aangeslagen diepere, dragende basklanken.
Vuig
En Herman was vertrokken. Zacht aangezette vuige tonen klonken, met veel lucht maar vooral: een zeer duidelijk gearticuleerde melodie. Kenmerkend voor alle stukken op het nieuwe album. Immers, hoe het liedje gespeeld moet worden, daar is Herman zeer bedreven in. In dit geval even zonder razende solo’s over de akkoorden heen, maar meer ontspannen en ook in een wat lager tempo.
In dat rijtje paste prima het sensuele ‘Would I love you love you love you’ dat op zijn album ‘The itch’ staat en Misha Mengelbergs ‘De sprong o romantiek der hazen’. Ruben Hein was er natuurlijk niet om de bijbehorende zanglijn voor zijn rekening te nemen - zoals op het album ‘Hypochristmastreefuzz’ - maar Herman verklankte de melodie meeslepend op zijn altsaxofoon. Overigens niet het enige stuk van Mengelberg op de setlijst. Ook ‘Rollo II’ en ‘Kwela P Kwana’ kwamen voorbij.
Benjamin Herman Trio in Terneuzen.
De comfortabele, lichtjes achteroverleunende houding op de stoel hielp ongetwijfeld om de relaxte sfeer van spelen op ‘Café Solo’ op te roepen. Maar ook zittend ging de rem er bij de saxofonist, zeker in de wat meer uptempo stukken, regelmatig af. Snerpend, met listige lijnen in een ongenadig hoog tempo, of met complexe herhalende patronen liet hij horen wat een technisch hoogstaande muzikant hij is.
Nadenken
Een trio in deze vorm, zonder akkoordinstrument, vereist goed nadenken over de opbouw van een stuk. In dit trio is daarbij de contrabas van Glerum op een prominente manier aanwezig. Zijn geluid is erg duidelijk en zijn invulling dragend.
Bij tijd en wijle klonk een swingende walking bass en Glerum benadrukte het onderliggende akkoordwerk helder en trefzeker, of hij speelde gewoon delen van de akkoorden. Zijn solo’s waren soms miniatuurcomposities op zich en zeer melodisch opgebouwd. Met de subtiel begeleidende Patocka vormt hij een hechte eenheid. Onderlinge plaagstootjes en snelle, humorvolle reacties op elkaars spel waren daarbij volop aanwezig.
Zie ook:
- 14-04-13 Benjamin Herman – Café Solo (cd-recensie)