Chuck Berry kan het nog een hele tijd volhouden
CONCERTRECENSIE. 013 Tilburg, concert Chuck Berry, 18 november 2007
beeld: Christiaan Westgeest
door: Rinus van der Heijden
De grote vraag voor aanvang van het concert van Chuck Berry in poppodium 013 in Tilburg was: redt-ie het of redt-ie het niet. Het antwoord is even tweeledig als de vraag: ja en nee. De Methusalem van de rock&roll ontpopte zich pas in de laatste twee nummers van het concert als de zinsbegoochelende muzikant die hij al meer dan een halve eeuw is. Bij ‘Johnny B. Goode’ en ‘Maybellene’ vond Chuck Berry de juiste timing en slagkracht op zijn gitaar, waarmee hij een uitverkocht 013 stapelgek maakte.
Chuck Berry in een uitverkocht 013 - klik op foto
Het valt niet te ontkennen dat er enige sleet zit op de muzikale prestaties van de enige nog levende grootmeester van de rock&roll (jaja, Little Richard en Jerry Lee Lewis zijn er ook nog, maar ze komen toch een heel eind na Berry). Slijtage is onafwendbaar als je 81 jaar bent. Rock&rollen is immers een keihard ambacht. In dat licht bezien viel het eigenlijk nog wel mee: Chuck Berry is vitaal, is nog goed bij stem, bespeelt zijn gitaar ‘like ringing the bell’, zoals hij zingt in ‘Johnny B. Goode’. Maar hij kan het tempo niet meer bijbenen. De openingsnummers ‘Roll Over Beethoven’, ‘Hail Hail Rock&Roll’, ‘Sweet Little Sixteen’ en vooral ‘Memphis, Tennessee’ werden bijna in slow-tempo gespeeld, waardoor het karakter van deze klassiekers tezeer werd aangetast. Ook zijn gitaristische versieringen in deze stukken waren beneden peil.
Pas in ‘Oh Carol/Little Queenie’ kwam Chuck Berry enigszins op dreef. Intussen communiceerde hij wel uitermate vriendelijk en open met het volgepakte 013, bewoog zich lenig over het podium, grapte met zijn muzikanten, haalde een dochter naar voren, die haar vader in een aantal stukken opjutte met de mondharmonica en zelfs een onbekend stuk vocaal naar zich toe trok. En bracht een ode aan de originele Memphis-blues met ‘It Hurts Me Too’, druipend van tragiek, seksuele spanning en muzikaal schemerlicht.
Chuck Berry is van rock&rollbeest een showman geworden. Waarschijnlijk de enige methode waarmee hij zich artistiek kan handhaven. Niemand mag hem dat kwalijk nemen. Die ommekeer maakte wel, dat het onvermijdelijk was dat het concert naar een geplande apotheose toewerkte. ‘My Ding A Ling’ opende de tocht bergopwaarts, ‘Round And Round’ was de opmaat voor ‘Johnny B. Goode’. Plotsklaps stond hier de Chuck Berry uit de jaren vijftig, met snijdend gitaarwerk, dat je ziel openrijt. Twee akkoorden, een handvol noten, zinderend gebouwd op twaalf bluesmaten, daarmee creëert hij de typische Berry-sound. Een korte duckwalk waarmee niks mis was en in 013 brak de hel los. Toen ook het onvermijdelijke ‘Maybellene’ zich aankondigde, was vergeten hoe moeizaam het concert eerder op gang was getrokken.
Hoe je het ook wendt of keert: het uitpuilende 013 heeft een historisch optreden meegemaakt. Al weken voor het concert circuleerde het gerucht: dit zou wel eens een van de laatste optredens van Chuck Berry kunnen zijn. Helemaal niet. De oude vos heeft een methode gevonden om het nog een hele tijd uit te kunnen houden. Toegegeven, het zal ook met deze uit de losse hand samengestelde begeleidingsband, waarin overigens ook een zoon van Berry meespeelde, wel allemaal om geld te doen zijn. Maar Chuck Berry brengt er wel waar voor mee. Ook al krijgen praktisch al zijn klassiekers een andere invulling, het blijft op en top eerlijk handwerk uit lang vervlogen tijden.
- Chuck Berry website
- Achtergrond: Chuck Berry, de aartsvader van de popmuziek treedt op in 013
- Fotografie: Christiaan Westgeest