Gorilla Mask: geluk bij een ongeluk
CONCERTRECENSIE. Gorilla Mask, Paradox Tilburg, 8 oktober ’14
beeld: Gemma van der Heyden
door: Rinus van der Heijden
De aankondiging vooraf van het concert van het vanuit Berlijn opererende Gorilla Mask maakte iedere muziekliefhebber nieuwsgierig. Het zou namelijk gaan om muziek die zich beweegt tussen John Coltrane en Jimi Hendrix. Dat is me nogal wat: kracht en inventiviteit, vrijheid en avontuur zijn dan immers gewaarborgd.
![]()
Het trio Gorilla Mask op het podium van Paradox, met altsaxofonist Peter van Huffel, basgitarist Roland Fidezius en drummer Rudi Fischerlehner.
Maar Gorilla Mask bakte weinig van deze beweerde mixture. Altsaxofonist Peter van Huffel reikte een enkel moment aan de creativiteit van Coltrane, basgitarist Roland Fidezius die model had moeten staan voor Hendrix, kwam in de verste verte niet in diens buurt. Wat Gorilla Mask dan wel bracht was een vorm van free jazz, die – nogmaals gezegd – werd aangewakkerd door altsaxofonist Van Huffel en in mindere mate door slagwerker Rudi Fischerlehner.
Interactie
Waar het de drie aan ontbrak was de interactie. Basgitarist Fidezius was hierbij de storende factor. Hij hield het voornamelijk bij begeleiden en dat is nu juist een aspect dat binnen free jazz en andere vormen van vrije improvisatiemuziek, geen pas geeft. Iedere musicus binnen een vrij opererend gezelschap zorgt voor een niets ontziende, eigen inbreng. Dwars tegen die van de anderen in, storend, ontregelend en zoekend naar nieuwe dwarsverbanden. Daar heeft Fidezius nog nooit van gehoord, dat maakte hij in dit tachtig minuten durend concert meer dan duidelijk.
![]()
Peter van Huffel, Rudi Fischerlehner en Roland Fidezius.
Met Peter van Huffel is weinig mis: hij maakte op enkele uitzonderingen na telkens gebruik van een thema om een compositie te openen. Daar groeide dan een variatie op dat thema uit, soms majestueus en ver uitgesponnen en langzaam in tempo groeiend. De ene keer liet Van Huffel het thema los om zijn spel op te laten lossen in vrijheid, een andere keer om via bijna sacrale notenreeksen terug te keren naar het beginthema. Slagwerker Fischerlehner bleef dichtbij hem, maar ook hij durfde het stramien waarmee hij ooit drumles heeft gehad, niet volledig los te laten.
Gorilla Mask speelde werk van de twee cd’s die het tot nu toe uitbracht. De albums tonen in elk geval durf en experimenteerdrift en dat dit niet altijd tot verrassende resultaten leidt, zij hun vergeven. De kronkel die werd belichaamd door basgitarist Fidezius echter niet.
Toegift
De toegift was een nieuw werk voor een derde cd, die eraan komt. Maar als deze toegift tekenend is voor de aard van dat nieuwe album, dan belooft dat niet veel goeds. Slagwerker en basgitarist speelden hier wel erg voor de hand, terugvallend op uitgekauwde ritmes en weinig inspirerend voor de zich solistisch presenterende altsaxofonist. Dat het einde van het stuk en het concert zich aandiende als een gedegen exempel uit de vrije jazz, was een geluk bij een ongeluk.

