Veel kwaliteit op NSJ 2012 ondanks beeldvorming door NTR
CONCERTRECENSIE/ANALYSE. North Sea Jazz Festival 2012, Ahoy Rotterdam, 8 juli 2012
beeld: Eddy Westveer, Ron Beenen, Lizzy Kalisvaart
door: Koen Graat
Al jaren gaan kwantiteit en kwaliteit hand in hand op North Sea Jazz. Dat zorgde ook tijdens de 2012-editie weer voor grote muzikale tegenstellingen. Een probleem was dat niet, omdat het programma voor diverse doelgroepen voldoende te bieden had. Op het gebied van de jazz & impro waren er weer tal van hoogtepunten. Wat vooral stoorde, was de televisieregistratie van de NTR.
![]()
God van de banjo Béla Fleck, superster D'Angelo, en saxofonist Marius Neset (Golden Xplosion) concerteerden op de laatste dag van North Sea Jazz 2012.
Ook dit jaar werd voor aanvang van het festival weer de flauwekuldiscussie gevoerd over de vermeende transformatie van North Sea Jazz tot een popfestival. Maar iedereen die de moeite nam om naar Rotterdam af te reizen en zich buiten de megazalen begaf, kon genieten van de (inter)nationale wereldtop op het gebied van jazz, avant-gardistische impro en andere experimenten die moeiteloos onder de noemer jazz/impro vallen.
Dat North Sea Jazz een aantal grote commerciële namen boekt en die inkomsten gebruikt om minder bekende bands en muzikanten voor een kleiner publiek te kunnen programmeren, lijkt me geen doodzonde. Sterker nog, dat is cultureel ondernemerschap in een periode waarin de kunstsubsidies niet meer tot de hemel rijken. NSJ moet zijn inkomsten voor het overgrote deel uit de markt halen, maar blijft oog houden voor kwaliteit en vernieuwing.
Weg met de NTR
Het gaat vooral mis bij de beeldvorming rondom North Sea en daarvoor is één hoofdschuldige aan te wijzen: de NTR. Meerdere mensen die ik de afgelopen tijd sprak, vroegen me wat ik met mijn voorliefde voor (hedendaagse) jazz & impro toch ging doen daar in Rotterdam. Wat had ik daar te zoeken? NSJ, dat is toch Van Morrison, Caro Emerald, Chic, James Morrison en vooruit, een (afgezaagde) funkjazz-act als Maceo Parker? Mis. Maar gezien de SBS-achtige registratie van de NTR waaruit geen enkel oog voor kwaliteit blijkt en alleen kijkcijfers om te ‘pleasen’ het doel zijn, is het vooroordeel richting North Sea Jazz volkomen begrijpelijk. Je zou er bijna een populistisch standpunt richting publieke omroep van gaan innemen.
Voor de jazz & impro werkt de televisieregistratie van de NTR in ieder geval contraproductief, doordat de grote hoeveelheid niet popachtige kwaliteitsmuziek op North Sea Jazz bijna volledig wordt genegeerd. Met als boegbeeld de charmante, maar op jazzgebied onwetende Sylvana Simons (dat ze het slappe optreden van Nile Rodgers als een van de hoogtepunten van het festival bestempelde, was toch wel veelzeggend) kan de NTR onmogelijk waarmaken wat ze op haar website beweert: ‘…het leven van mensen verrijken door verrassende kunst & cultuur crossmediaal toegankelijk te maken’.
![]()
Rex Horan speelde in de band van Neil Cowley, en Oumou Sangaré in die van Béla Fleck. Ook The Kyteman Orchestra was present op North Sea.
Dat je een aantal grotere acts in een televisieregistratie meepikt, is begrijpelijk. Maar tal van echte jazzacts speelden toegankelijke muziek voor propvolle zalen. De NTR wilde er blijkbaar niet aan. Het zal commercieel gezien ongetwijfeld niet slim zijn, maar eigenlijk zou je willen dat North Sea Jazz voortaan de deuren sluit voor de NTR. Doe het de jazz niet aan!
Afsluitende dag
Tot zover deze ‘cri du coeur’. Terug naar de muziek, want met Golden Xplosion van Marius Neset stond er op zondagavond een supertalent op het podium. De jonge Noorse tenor- en altsaxofonist, geboren in 1986 en ‘ontdekt’ door de Britse pianist Django Bates, heeft werkelijk alles in zich om een van de groten in de Europese jazzscene te worden. Zijn tenorspel is zowel krachtig als verfijnd. Neset heeft een vloeiende techniek, maar weet zijn virtuositeit goed te doseren en hij schrijft ook nog eens spannende stukken die elementen van de Europese en Amerikaanse jazz bevatten.
Daarbij heeft de Noor zich omringd met jonge, frisse leeftijdsgenoten die regelmatig het adagium ‘gas erop’ hanteerden. In het titelstuk van zijn laatste cd ‘Golden Xplosion’ kwam zo’n beetje alles samen. Een weergaloze saxofoonintro gevolgd door energieke improvisaties, waarbij het kwartet vleugels leek te hebben.
Minder overtuigend was pianist Neil Cowley die zijn trio voor de gelegenheid had aangevuld met een strijkkwartet. De Brit komt oorspronkelijk uit de klassieke hoek, maakte de overstap naar de pop (hij speelde met onder meer Adele, Brand New Heavies en Gabrielle) en is sinds een aantal jaren actief met zijn eigen trio, waarmee hij naar eigen zeggen powerpopjazz en ‘soundtracks op zoek naar een film’ maakt. In de praktijk betekende dat zoetsappige thema’s, brave solo’s en ongevaarlijke akkoordenschema’s. Als we Cowley helpen zoeken naar een film voor zijn muziek, komen we uit bij een mierzoete romantische-komedie.
Hype
Op voorhand werd veel verwacht van het optreden van D’Angelo, de Amerikaan die na zijn successen in de jaren negentig als nieuwe richtinggever van de r&b, soul en funk tot enkele maanden geleden van de aardbodem leek te zijn verdwenen. Na al die jaren van afwezigheid keek hij ook niet op een uurtje meer of minder, waardoor zijn optreden na een flinke vertraging begon onder een luidruchtig fluitconcert.
![]()
Jim Hall. D'Angelo met gitarist Jesse Johnson. Bassist Richard Bona.
Het leek de zanger weinig te deren en hij knalde er vol overtuiging in met een gelikte show. Hoewel D’Angelo op het podium een indrukwekkende verschijning is en hij beschikt over een prima stem, dringt zich toch de vraag op waar die enorme hype rondom zijn muziek vandaan komt. Zowel zijn funky escapades als zijn ballads hebben een enorm hoog Princegehalte. Daar is verder niets mis mee, alleen ontbeert het D’Angelo in tegenstelling tot zijn landgenoot aan ingenieuze songs en sappige uptempo-nummers die je niet meer los laten.
Zelfs catchy materiaal als ‘Sugar Daddy’ en ‘Devil’s Pie’ gaan maar door en door zonder dat er van enige dynamiek sprake is. De tijd zal leren of D’Angelo stand houdt op het schild waarop hij jaren geleden is gehesen als de nieuwe Jezus Christus van de soul en r&b.
Terwijl de monotone grooves van D’Angelo doordonderden in de Nile, stapte op een steenworp afstand de ‘God van de banjo’ Béla Fleck in zijn doordeweekse kloffie het podium op om de aanwezigen figuurlijk weg te blazen met een prachtige solo-introductie. De Amerikaan (bekend van zijn Flecktones met onder andere Victor Wooten op basgitaar) trad op met de Malinese zangeres Oumou Sangaré en een band waar onder meer Will Calhoun (Living Colour) deel van uitmaakte.
De combinatie van Afrikaanse ritmes en liederen met de folk-achtige improvisaties van Fleck zorgden voor bijzondere kleurschakeringen, hoewel de Amerikaan op sommige momenten wat ontheemd om zich heen keek. Zoals in veel Afrikaanse muziek werd ook hier een cadans van enkele akkoorden alsmaar herhaald. Een groot contrast met de virtuoze uitspattingen waar Fleck om bekend staat. De uitstekende sfeer in de zaal, de muzikale overgave op het podium en de aanstekelijke zang van Sangaré maakten dat deze niet-alledaagse samenwerking gaandeweg in een feestje veranderde.
Over het geheel genomen had de 2012-editie van North Sea Jazz weer voldoende te bieden aan kwaliteit, vernieuwing en variatie, ondanks hetgeen de belabberde televisieregistratie van de NTR deed vermoeden. En wat betreft het verwijt dat het Rotterdamse festival een supermarkt is waar je alles kunt krijgen: so what? North Sea Jazz 2012 had meer kwaliteit in de schappen dan de gemiddelde speciaalzaak.
Foto's D'Angelo © Lizzy Kalisvaart voor 3FM/Radio6
Meer North Sea Jazz 2012
- 12-07-12 Terugkijken voor de toekomst (recensie zondag)
- 10-07-12 Indrukwekkend visitekaartje Amerikanen op dag twee North Sea Jazz (zaterdag)
- 08-07-12 Op zoek naar nieuwe helden op North Sea Jazz (recensie vrijdag en zaterdag)
- 07-07-12 Veelbelovende start North Sea Jazz 2012 (recensie vrijdag)
Een interessant artikel. Maar:
De "beeldvorming" komt ook door het NSJ zelf: in alle (radio - ik zit uren per dag in de auto-)reclames worden ook alleen maar popacts genoemd. Over dat NSJ op Curaçao nog maar te zwijgen. Het is fijn dat er kennelijk nog "moeilijke" muziek wordt geprogrammeerd, maar omdat dat kennelijk iets is wat vooral stil gehouden moet worden, zal het niet lang meer duren voordat het NSJ zijn eigen beeldvorming waar maakt.
Verder denk ik niet dat een festival met dit soort uitersten in de programmering veel goeds doet voor het genre als geheel. Ik houd mijn hart vast bij al die drommen die worden "opgevoed" met een totaal verwrongen beeld van wat "jazz" dan wel is: een soort onbegrijpelijke herrie van virtuoze freaks die gelukkig door de genialiteit van mensen als Lenny Kravitz (!), D'Angelo teruggebracht wordt tot een voor normale mensen licht verteerbare swingende soep.
Als je iets goed voor de jazz zou willen doen, dan zou je (juist, ook) de mainstream moeten programmeren, met een paar publiekstrekkers als lekkermakertjes. Maar zoals zo vaak gebeurd wanneer mensen met meer verstand van zaken dan van kunst zich er tegen aan gaan bemoeien: de bijverschijnselen nemen de overhand, met als uiteindelijk gevolg het verdwijnen van datgene waar het oorspronkelijk om begonnen is. De Kuip in A'dam, de Parade - allemaal slachtoffers van figuren die er eigenlijk niet van hielden maar wel kansen zagen er geld mee te verdienen.
Ik denk dat ik ook dit jaar terecht ben weggebleven: aan zo'n organisatie wil ik mijn steun niet geven!
Kurt Schwab, saxofonist, Leiden
kurt schwab (E-mail ) - 13-07-’12 13:48
Sylvana Simons is het dom blondje van de jazz en de uitzendingen van de NTR over North Sea waren inderdaad wederom niet te harden. Vocaal, vocaal, vocaal, pop, funk, disco en nog eens pop. Er zat geen noot jazz tussen.
Het is toch niet te begrijpen dat een programma over North Sea volstrekt voorbij gaat aan de 'artist in recidence' van het festival, de winnaar van de Paul Acket Award, of de jaarlijkse compositie opdracht? In plaats daarvan interviews met de leider van de discoformatie Chic, John Hiat en natuurlijk Trijntje Oosterhuis. En ter zelfverheerlijking had NTR/Radio6 ook nog een 'award' bedacht ten gunste van Maceo Parker, aan elkaar gepraat door popprofessor Leo Blokhuis. Laat me niet lachen.
NTR kan beter ophouden met zijn uitzendingen over North Sea. Het slaat nergens op. Als ik niet beter wist had ik gedacht dat ik naar een samenvatting van Pinkpop zat te kijken.
Bart - 13-07-’12 14:56
Ach, zo'n beetje vanaf het moment dat ze de Concertzender met een pistool tegen het hoofd bijna hebben doodgeknepen snap ik toch al niet meer hoe de publieke omroep denkt over cultuur, radio zelf incluis. Gelukkig zijn er nog mensen als Edwin Rutten. Misschien verwarren ze de muziek jazz met de modekreet jazz. En zo verdwijnt het langzaam uit het collectief geheugen totdat er alleen nog een eenheidsworst te horen is. Als dat de bedoeling is, gaat het uitstekend.
Tampie (E-mail ) - 24-07-’12 18:46
Verondersteld dat de NTR als publieke omroep de taak heeft kunst en cultuur bij de Nederlanders in de huiskamer te brengen, dan heb ik als actieve deelnemer en als bezoeker van het festival een aantal fenomenale en kwalitatief fantatstische concerten bijgewoond die zover ik weet in geen enkele reportage van de NTR zijn voorgekomen. Gezien de door mij veronderstelde publieke taak van de NTR zoals hierboven aangegeven is dat voor mij ronduit teleurstellend.
Herman van Haaren (E-mail ) - 25-07-’12 10:05
Ach, de Hollandse publieke omroep, en de NTR in 't bijzonder, is voor het 90% inhoudelijk nogal wee en truttig. Helaas.
Ik sluit me aan bij alle bovenstaande reacties. Incl. de hulde (van 'Tampie') aan Edwin Rutten.
De EO behoort inmiddels tot de 'core' van het bestel. En voorts is het meehijgen met de commercielen. Dit alles op 'n bedje van een paar netmanagers en kijkcijfers/targets. Het is wel erg veel 'VMBO', 'MAVO' en 'Blokker' wat de klok slaat.
We staan erbij of buiten, en kijken er (niet) naar.
Gut, ik zomp een beetje weg. Sorry. Wie komt met een troostende, hoopgevende opmerking! :)
Martin (URL) - 28-07-’12 18:33
Het jaarlijks terugkerende gezeur over het NSJF is amusement van hetzelfde niveau als mekkeren over de Zomergasten-presentator, Mart Smeets of de aanstaande elfstedentocht.
Onlangs bekeek ik twee VHS-banden van het NSJF 1998. Voor wie het wil weten, toen was het net zo erg. Al die jaren heb ik echter een prima tijd gehad met een passepartout voor drie dagen.
Hebben er in 2012 nog meer mensen genoten van de TV-registratie van het eerbetoon aan Tony Williams, met John Medeski, Vernon Reid, Jack Bruce en Cindy Blackman. Toegegeven: het was weer flink doospoelen voor dit pareltje op de Nederlandse televisie. Maar dat zijn we inmiddels toch wel gewend?
Remco Takken (E-mail ) - 20-08-’12 08:04

