Bij Carla Kihlstedt ligt de emotie aan de oppervlakte
CONCERTRECENSIE. Bimhuis Amsterdam, Carla Kihlstedt ‘2 foot yard’, 14 november 2007
beeld: Thomas Huisman
door: Mischa Andriessen
De een klein en kwetsbaar. Zo tenger dat je je handen mag dichtknijpen dat alle deuren in het Bimhuis gesloten waren. Het waaide amechtig buiten. De ander stevig en robuust. Niet makkelijk van haar stuk te brengen. De twee vrouwen in Carla Kihlstedts trio ‘2 foot yard’ weerspiegelen de uitersten van haar muziek. Ze zijn als hun instrumenten. Carla Kihlstedt speelt viool, Marika Hughes cello.
2 foot yard Carla Kihlstedt en Marika Hughes in Bimhuis - klik op foto
Lucht en aarde. Die twee elementen symboliseren beide musici in hun houding en meer nog in hun spel. Een gelukkige combinatiel; Kihlstedt heeft een tegenpool nodig. Iemand die met beide voeten op de grond blijft staan. De tere violiste beschikt over een rijk gevoelsleven. Een reservoir emoties dat onbedekt lijkt. Ze kan er vrijelijk uit putten en houdt schijnbaar niets verborgen.
Enerzijds geeft de integere emotionaliteit aan de muziek een opmerkelijke intensiteit mee die bij momenten direct en onverbiddelijk het hart van de luisteraar binnendringt. Anderzijds schieten de twee vrouwelijke muzikanten, die beide ook zingen, zo nu en dan door naar geëxalteerdheid. Veel valse lucht, een voortdurend aanwezige kras op de stembanden. Onvast in de hogere regionen. De toeschouwer wordt een voyeur, die zich geconfronteerd weet met zielenroerselen die wellicht beter binnenskamers hadden kunnen blijven. Ze laten een ongemakkelijk gevoel achter.
‘2 foot yard’ is een van Kihlstedts vele projecten. Zo stond ze eerder dit jaar op al de planken van het Bimhuis met Tin Hat en met Sleepy Time Gorilla Museum. Beide keren klaarblijkelijk met groot succes. De matige publieke opkomst viel het trio zichtbaar tegen en Kihlstedt merkte met onverholen teleurstelling op dat ze verbaasd was dat dezelfde ruimte zo anders kon voelen.
Weer dat voelen. Het hartsleven blijft essentieel bij ‘2 foot yard’. Het geeft de avant-garde songvormen waarmee de groep experimenteert een unieke urgentie. De fragmentarische nummers waarin punk, folk, jazz en minimal music versmelten, zijn geen studeerkamercomposities. Ze getuigen van een grote noodzakelijkheid om een eigen verhaal te vertellen. Dat verhaal is volstrekt particulier en daarmee de achilleshiel van ‘2 foot yard’, want met emotie als belangrijkste peiler wordt de muziek snel grillig of zelfs onevenwichtig. Daar staat tegenover dat het trio daardoor alles behalve bloedeloos is. Een enkel stuk mag dan volledig over de top zijn en de luisteraar het genante gevoel geven dat hij getuige is van iemand die een scène schopt. Aan de andere kant waren er ook momenten dat je je alleen waande met de fragiele violiste en je de neiging moest onderdrukken om een aanmoediging te fluisteren: “Ga alsjeblieft door. Ik wil alles horen wat je te zeggen hebt”.