Paco de Lucia opent Gent Jazz magistraal
CONCERTRECENSIE. Openingsdag Gent Jazz Festival, de Bijloke Gent, 5 juli 2012
beeld: Gemma Kessels
door: Rinus van der Heijden
Gitarist Paco de Lucia heeft voor een magistrale opening gezorgd van het achtdaagse festival Gent Jazz. Met twee andere gitaristen, een toetsenist/mondharmonicaspeler, percussionist, twee zangers en een danser/zanger bracht hij al het goede dat Spaanse volksmuziek ooit voortbracht aan de oppervlakte, plaatste het in een eigentijds licht en maakte er een twee uur durend exposé van improvisatie van. Waarmee hij een cirkel naar jazz smeedde die andere fusionmusici nauwelijks ooit voor elkaar kregen.
Paco de Lucia, bijgestaan door onder andere Antonio Serrano en Duquende, zorgde voor een meesterlijke openingsavond van Gent Jazz 2012.
Paco de Lucia begon zijn concert solo. In een lichtbundel gevangen zat hij met een been gebogen over het andere met zijn gitaar op schoot. Vanaf de eerste aanslag ging zijn gitaargeluid door merg en been. De buleria´s tuimelden over elkaar heen, doordat hij in razende vaart met de linkerhand staccato de snaren beroerde, om ze met de rechter gracieus beukend naar duizelingwekkende hoogten te stuwen. Een tot in de uiterste perfectie afgestelde geluidsinstallatie deed de rest: het resultaat was bijna huiveringwekkend.
Ritme en melodie gaan bij Paco de Lucia altijd samen. Snelheid en precisie zijn elkaars synoniemen. En dat bleef het hele concert zo. Toen later nog een gitarist en basgitarist aansloten, maakte dat voor het totaalgeluid niet veel uit. Paco de Lucia is en was het onbetwiste middelpunt en als luisteraar concludeerde je al snel: hier heb je geen drie gitaristen nodig. Die ene omspant immers alles.
Het concert van Paco de Lucia c.s. mondde uit in een feest vol flamenco nuevo, dat de Bijloke op zijn grondvesten deed schudden. Toen de rest van het gezelschap was aangeschoven werden er nog een paar verdiepingen gelegd op het monumentale gebouw van technisch vakmanschap, virtuositeit en fantasie. Iedere musicus leefde zich volledig uit, met de twee zangers voorop. Hun hese, rauwe stemmen balden al het verdriet van Spanje plus de vreugde om liefde en levenslust samen. Hun lichamen kronkelden op hun stoelen om de laatste restjes energie er uit te persen en het dolenthousiaste, duizendkoppige publiek nog gekker te maken.
De 3500 toehoorders gingen helemaal uit hun bol toen de jonge, flamboyante zanger Farruco het niet meer hield en pardoes een deel van het podium tot dansvloer bombardeerde. Met roffelende hakken, smachtend rondslingerende lichaamsgebaren en een zwiepend hoofd in een regen van zweetdruppels, danste hij de laatste scepsis uit de grote festivaltent weg. En Paco de Lucia? Hij reageerde muzikaal in alle rust op elke beweging van de danser plus die van zijn medemusici. Het zoveelste mirakel deze avond. Zo moet ooit het begrip wonderbaarlijk zijn ontstaan.
David de Jacoba (Paco de Lucia). Pianist Igor Gehenot trad op met zijn trio. Latijnse accenten tijdens het concert van het Miguel Zenón Quartet.
In de eerste van twee toegiften weefde Paco de Lucia bedekt een muzikaal citaat van Toots Thielemans door zijn gitaarspel. Als eerbetoon aan gastland België en nadrukkelijke verwijzing naar zijn inborst als jazzmusicus.
Met een verpletterend concert als dat van Paco de Lucia was er voor de twee andere groepen op de openingsavond niet veel eer meer te behalen. Het Igor Gehenot Trio, dat in de vooravond als eerste aantrad, gaf een concert vol bezinning. Het kwam echter niet boven het maaiveld van een modaal pianotrio uit. Hoewel de jonge leider Igor Gehenot heel geprononceerd kan spelen en tussendoorse notenreeksen als vanzelf door zijn concept haspelt, bleven hij en zijn contrabassist en slagwerker braaf tussen de lijntjes van hoe het hen ooit op school is geleerd.
Het kwartet van de Puertoricaanse altsaxofonist Miguel Zenón begon voortvarend, maar de leider had de onhebbelijke gewoonte na enkele chorussen het podium te verlaten. Hij liet de rest van het karwei, keer op keer, over aan zijn pianist, contrabassist en slagwerker. Zij deden dat naar behoren, maar opnieuw was er door deze handelwijze sprake van een pianotrio. En twee na elkaar, dat was echt te veel van het goede. Jammer, want de weinige keren dat Miguel Zenón op het podium stond, brak de ritmesectie wat meer uit de schulp. De altsaxofonist zelf boeide wel: de Latijnse accenten in zijn spel bouwde hij gefaseerd uit naar dansbare thema’s. Ze kwamen helaas veel te weinig voorbij.
Gent Jazz wordt vanavond voortgezet met onder andere een concert van het duo Jim Hall/Scott Colley en Gretchen Parlato. Andere festivaldagen: 7, 8, 11, 12, 13 en 14 juli.