Bart Maris als ambassadeur van de vrije-improvisatiescene
CD-RECENSIESdoor: Georges Tonla Briquet
Bart Maris besproken op de albums van Edward Perraud, Viktor Tóth
en Electric Barbarian.
Aan de hand van trompettist Bart Maris’ curriculum vitae kun je een stamboom opstellen van zowat de hele vrije-improvisatiescène in Europa. Al ruim twee decennia lang doorkruist hij als een vogelvrijverklaarde zonder vast label de centrale, maar ook de meest afgelegen Europese regio’s. Noem een club, festival of happening waar vrije improvisatie op het programma staat en Maris heeft er waarschijnlijk gespeeld.
Maar ook in scholen waar leerkrachten het belang van het genre inzien, is hij welkom voor workshops met jongeren. Hij is bovendien nog steeds gastheer van de sterk geapprecieerde avonden in de Hotclub de Gand (Gent, België). Kortom, een vrijbuiter in de ware zin van het woord. Hierbij drie nieuwe uitgaven, waar hij een centrale rol speelt. Drie facetten van een polyvalente musicus, driemaal het bewijs van hoe ver je kunt gaan zonder uit te monden in een spelletje ‘art for art’s sake’ en driemaal het bewijs van hoe levendig jazz is in de 21e eeuw.Edward Perraud - Synaesthetic Trip
bezetting: Edward Perraud drums, percussie, electronics; Benoit Delbecq piano, toetsen, electronics; Arnault Cuisinier contrabas; Bart Maris trompet, bugel
opgenomen: van 5 tot 8 april 2011
release: 2012
label: Quark Records
tracks: 11
tijd: 62’32”
website: www.edwardperraud.com - www.quarkrecords.com
De cd-titel dekt volledig de lading. Dit is een één uur durende trip, gecreëerd door vier muzikanten die hun inspiratie halen bij de meest uiteenlopende bronnen. Zo zijn er raakpunten met hedendaags minimalisme, Philip Glass, foute seventiessoundtracks en Pierre Henry’s ‘Psyché Rock’. Maar de heren uiten zich vooral als pure poëten. De klassieke bundel ‘Les Fleurs du Mal’ van de Franse dichter Charles Baudelaire blijkt daarbij van invloed te zijn geweest. Het kubistische ‘Trivium’ wordt bijvoorbeeld in evenwicht gebracht door het lyrisch intimisme van ‘Carnation’ met Bart Maris in de rol van kameleon, die continu van klankschakering wisselt. Volgens de hoestekst willen Perraud en Co. met hun sonore Spielereien de luisteraar aanzetten om zijn of haar eigen fantasie te gebruiken. Opdracht geslaagd met deze collage van sfeerbeelden.Viktor Tóth - Popping Bopping
bezetting: Viktor Tóth altsaxofoon; Bart Maris trompet; Mátyás Szandai contrabas; Robert Mehmet Ikiz drums
opgenomen: 10 september 2010
release: 2012
label: BMCRecords
tracks: 6
tijd: 50’09”
website: www.tothviktor.com - www.bmcrecords.hu
Met ‘Popping Bopping’ belanden we in een wereld waar alles draait rond improvisatie, swing en harde bop. Vanaf de eerste noten suist het kwartet voorbij tegen kruissnelheid. Veiligheidsriemen vastsnorren is geen overbodige luxe. Gelukkig kunnen de heren perfect doseren en wordt alles tijdig getemperd. Op dergelijke momenten werpen ze zich op als fijnzinnige detaillisten, zij het wel in expressionistische Paul van Ostaijen-stijl. Orgelpunt is het bijna een kwartier lange ‘-34°C Sunny/+29°C Humid’, waarin alle uitersten de revue passeren. De cd werd live opgenomen in de Budapest Jazz Club en is op die manier het perfecte visitekaartje om organisatoren te overtuigen dit pan-Europees gezelschap een kans te geven in onze contreien. Niemand minder dan Chris Potter schreef trouwens een aanbeveling op de hoes en hij citeert hierbij zelfs Ornette Coleman. Als referentie kan dit wel tellen.Electric Barbarian – Barb Wire
bezetting: Bart Maris trompet; DJ Grazzhoppa turntables; Harry Arling drums; Floris Vermeulen bas; DJ Lamont beats; Jozef Dumoulin Fender Rhodes; Rik Sturtewagen viool; Monica Germino viool; Mary Oliver altviool; Lode Vercampt cello
opgenomen: december 2011
release: 2012
label: W.E.R.F.
tracks: 15
tijd: 59’41”
website: www.electricbarbarian.com - www.dewerf.be
Electric Barbarian is een Belgisch-Nederlands kwartet dat voor de gelegenheid uitgebreid werd met een extra muzikant, een dj en een strijkerskwartet. Op deze ‘Barb Wire’ draait inhoudelijk alles om teksten van de Afro-Amerikaanse schrijver-activist Langston Hughes (1902-1967), die een belangrijke rol speelde bij de Harlem Renaissance begin vorige eeuw. De cd is opgevat als een heus luisterspel. Het verhaal begint met een retrogeluid, zo gegrepen uit Woody Allen’s ‘Radio Days’, om vervolgens uit te monden in de keiharde stedelijke realiteit van de 21e eeuw. Waar sociaal en politiek onrecht helaas nog steeds actueel zijn. Muzikaal is het zappen door een hele brok (zwarte) muziekgeschiedenis met verwijzingen die reiken van Motown en jazzrock tot hiphop en drum’n’bass. De strijkers en het scratchen vormen hierbij elkaars yin en yang. Ergens tussen de buitenmaatse avonturen van Flat Earth Society en Jimi Tenor en de fusion te horen op Miles Davis’ ‘On The Corner’.