Met John Zorn naar de hemel der onwaarschijnlijkheden
CONCERTRECENSIE. Jazz Middelheim 2011. Antwerpen, Park Den Brandt, 12 en 13 augustus.
beeld: Jos L. Knaepen, Eddy Westveer
door: Rinus van der Heijden
Muziek en persoon van John Zorn zijn tijdens Jazz Middelheim 2011 tot de hoogste macht verheven. De tweede dag van dit prachtige Belgische muziekfestival stond geheel in het teken van de Amerikaanse componist, arrangeur, platenbaas, multi-instrumentalist en bandleider. En dat heeft Antwerpen geweten. Een uitzinnige festivaltent ging plat voor de vier initiatieven die John Zorn had ‘meegebracht’: een soloconcert van pianist Uri Caine, een onwaarschijnlijk stemproject onder de titel ‘Mycale’, de topzware formatie Bar Kokhba en Zorns muzikale middelpunt, het Masada Sextet.
Een fabuleuze Marc Ribot, natuurlijk Toots Thielemans, maar bovenal de bevlogenheid van John Zorn betoverde het publiek op Jazz Middelheim in Antwerpen.
Dit alles werd gevangen onder de titel ‘Book of Angels’, een door Zorn gecomponeerde reeks muzikale impressies die hij op allerlei manieren, door allerhande muzikanten, op alle denkbare plekken ter wereld wil laten horen. ‘Book of Angels’ geeft ruimte aan Zorn om zijn Masadaliederen, een muzikale weerslag van zijn leven als Jood, te uiten. Jiddische invloeden - vooral klezmer – maken een wezenlijk bestanddeel uit van alles wat op Masada terug slaat.
Bar Kokhba denderde in perfectie over alles heen. Slechts enkele keren in een mensenleven valt alles wat die mens bedenkt onfeilbaar ineen. Dat gebeurde hier. Er viel geen verkeerde noot te bespeuren, improvisaties, solo’s, groepsspel en een oneindige visie op wat álle muziek voor John Zorn betekent, schoven even logisch voorbij als de dag de nacht inglijdt.
All-star
Bar Kokhba kent een all-starbezetting: Marc Ribot op gitaar, Mark Feldman op viool, Erik Friedlander op cello, Greg Cohen op contrabas, Joey Baron op slagwerk, Cyro Baptista op percussie en op de dirigeerstoel Zorn zelf. Bar Kokhba is enerzijds een kamerensemble, anderzijds een enorm uitstalraam van wat een componist allemaal vermag. Bijeen gehouden door klezmerlijnen in alle lengtes, is er ruimte voor jazz, klassieke muziek, volksmuziek, rock ‘n roll, melancholie en melodieuze intervallen. Maar bovenal doet leider/dirigent Zorn een maximaal beroep op het onschatbare vakmanschap dat door iedere individuele musicus wordt meegebracht.
De combinatie gitaar-viool-cello is van een hemelse samenstelling. De gitaar van Marc Ribot klinkt als die van legendes als Duane Eddy, Chet Atkins, Les Paul en Charlie Christian, maar ook als van Fred Frith, Bill Frisell en Lee Ritenour. Hij incorporeert de volledige gitaarhistorie en giet daar zijn eigen saus overheen. Binnen Bar Kokhba vloeit zijn spaarzaam gebruik van sustain ineen met viool en cello. Op andere momenten ondersteunt zijn karakteristieke geluid de strijkescapades van deze andere twee instrumenten. Waardoor een ongeëvenaarde drie-eenheid ontstaat.
Mark Feldman (en Greg Cohen), het voltallige Bar Kokhba, percussionist Cyrus Batista.
De muziek van Bar Kokhba is altijd benaderbaar en toegankelijk. Voor het Massada Sextet ligt dat anders. In Antwerpen barstte de bom al bij de eerste noten. John Zorn, die hier zelf de altsaxofoon bespeelde, betoonde zich meteen en vele malen erna een losgeslagen free-jazzblazer die binnen zijn eigen composities de troep aanvoerde. Naast hem in de frontlinie stond trompettist Dave Douglas, die nog maar eens liet horen hoe geweldig afwijkend zijn diep gorgelende toon op de trompet is.
Ook hier was klezmer het bindmiddel, dat door Zorn en Douglas, Caine, Cohen, Baptista en Baron van alle kanten werd benaderd. Slagwerker Joey Baron, die binnen Bar Kokhba al een onuitwisbare indruk maakte, ging hier onverdroten verder. Als het Masada Sextet in de zoveelste heksenketel terecht kwam, was hij het die langs de touwladder omhoog klom en wederom het marstempo oplegde. En daar ging het weer, de hemel der onwaarschijnlijkheden tegemoet. Baron bleek zelfs in staat de weergoden te tarten: terwijl slagregens de enorme festivaltent van Middelheim ranselden, klonken daar bovenuit de subtiele bekkentikjes van Joey Baron als kerstklokjes.
Mycale
‘Mycale’ vormt het dertiende deel van de ‘Book of Angels’-serie. Zorn liet het vertolken door de Israëlische Basya Schechter en Ayelet Rose Gottlieb, de Marokkaanse Malika Zarra en de Argentijnse Sofia Rei Koutsovitis. Vier vrouwen met niet alleen enorm divers gekleurd stemmateriaal maar uiteraard ook met ieder hun eigen culturele achtergrond. Ze beschikken bovendien over een ijzingwekkende timing. De voor hen geschreven liederen vol jiddische motieven bevatten ook reminiscenties aan Afrika, Spanje, Marokko en Roemenië. Soms klonk het kwartet smachtend als in tangoklanken, dan weer werd omgebogen naar de rijke traditie van Italiaanse belcanto.
'Mycale' uit 'Book of Angels' vertolkt door vier zangeressen. Masada Sextet. Sofia Rei Koutsovitis, Uri Caine en John Zorn bedanken publiek.
De zware alt van Malika Zarra, waarvan de bastonen in de diepte blijven dóór echoën, legde veelal de ritmes neer, waarbij de andere stemmen de ene keer voor de zang, andere keren met kleine geluiden als tokkelend begeleidingsinstrument voorbij kwamen. De vier vrouwen riepen onherroepelijk herinneringen op aan Zap Mama, maar hun interpretaties zijn veel smeuïger en verfijnder geornamenteerd dan die van het Belgische viertal.
Eerste dag
Jazz Middelheim 2011 werd een dag eerder, op vrijdag, groots geopend door Trio Grande met als gast de Britse pianist Matthew Bourne. De Belgisch/Franse combinatie spoorde geweldig met de Engelsman, het was echter vooral de rijke ervaring die Trio Grande deelde, waardoor het concert ruimschoots voorzien mag worden van het etiket ‘imponerend’.
De ene keer hulde Trio Grande zich in een stuifwolk van vrije improvisaties, om een andere keer het publiek met melodieus materiaal weer de tent binnen te lokken. Blikvanger was multi-instrumentalist Laurent Dehors, die een wagonlading instrumenten had meegebracht: de opvallende contrabasklarinet, basklarinet, drie andere klarinetten, sopraansaxofoon, tenorsaxofoon, doedelzak, mondharp, speelgoedfluitje en mondharmonica. Natuurlijk koketteerde de Fransman met deze instrumentenwinkel, maar hij zette het spul vooral heel functioneel in binnen het muzikale concept van de groep.
Laurent Dehors en Trio Grande met pianist Matthew Bourne. Toots Thielemans Quartet met Kenny Werner en Oscar Castro-Neves.
Jazz, klassiek, eigentijdse vrije- en gecomponeerde muziek, variété en amusementsklanken, het werd in de staafmixer van Trio Grande gesmeten om er als nieuwe muziek uit te komen. Eindeloos gegoochel met ritmes, tempi, maatsoorten en melodieën maakte dat het trio geen moment indutte. En anders zorgde pianist Matthew Bourne daar wel voor: met veelal stekelig tegenspel tilde hij Trio Grande over de evenwichtsbalk, maar nergens raakten de drie uit balans.
De eerste avond van Jazz Middelheim was vooral in handen van Belgische musici. Met voorop peetvader van het festival Jean ‘Toots’ Thielemans, die zich liet vergezellen door vriend/pianist Kenny Werner, gitarist/zanger Oscar Castro-Neves en percussionist Airto Moreira. Toots Thielemans koos hiermee voor een ander concept dan meestal van hem gewend. Het eindresultaat was goedklinkend, maar op individueel gebied rammelde het nogal eens. Dat kon vooral worden toegeschreven aan percussionist/slagwerker Airto Moreira. De Braziliaan verwierf faam bij Weather Report en Return To Forever, maar ook als eenling in de jazzrock van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Toen was het vooral zijn opvallende benadering van zijn instrumentarium dat boeide.
Middelmaat
Deze avond op Middelheim was middelmaat troef bij Moreira. Een lange solo verwierf weliswaar de gunst van het publiek, maar originaliteit was ver te zoeken. In de begeleiding binnen de groep was zelden zo’n eenzijdige slagwerker te horen. Binnen de voornamelijk Braziliaans getinte composities die Thielemans c.s. brachten, liep de povere inbreng van Airto Moreira stuk op saaiheid en helaas ook op creatieve meerwaarde voor het totaalconcept.
Bert Joris met Brussels Jazz Orchestra, pianiste Nathalie Loriers (BJO). Slagwerker Airto Moreira (Toots).
Het Brussels Jazz Orchestra (BJO) zette landgenoot Bert Joris in het zonnetje. Er werd werk gespeeld van zijn jongste cd ‘Signs and Signatures’. Trompettist Joris is een Pietje Precies en dat element beheerst zijn gehele oeuvre. Jammer, want in de Middelheimpraktijk betekende dat een overdaad aan technisch kunnen, maar tegelijk alle gebrek aan ook maar een zuchtje avontuur. Het Brussels Jazz Orchestra onderscheidde zich vele jaren van andere bigbands door juist het avontuur op te zoeken. De laatste jaren komt dat er niet meer zo van, maar met Bert Joris als solist en componist, viel ook BJO in de kalkkuil van dodelijk vermoeiende bigbandmuziek.
- Jazz Middelheim 2011 duurt nog tot en met maandag 15 augustus met optredens van onder meer het Pocket Jazz Orchestra met Dave Douglas, Allen Toussaint/Marc Ribot Duo, Jamie Cullum, Omar Sosa en Charlie Haden Liberation Music Orchestra met Carla Bley.