Cookin’ jazz
COLUMN door: Tim Sprangers
Een sterrenkok heeft keihard moeten vechten voor zijn status. Hij zal op zijn knieën hebben gelegen voor beroemde chefs om stage te lopen in gerenommeerde restaurants. Avonden lang knoflook pellen, tienduizend quenelles scheppen uit de bavarois, drie kilometer pasta draaien en loempia’s vouwen tot hij erbij neervalt. Repeteren en repeteren tot in den treuren. En daarbij de nodige risico’s nemen. Durven klanten en vrienden dingen voor te schotelen die zij nog nooit hebben geproefd. Rare combinaties, uitheemse ingrediënten of gesneden koek in een modern jasje. Niet blijven hangen in het vertrouwde, maar de uitdaging aangaan. Voor zichzelf en voor anderen.
Het hoeft overigens niet, experimenteren en jezelf uitdagen om geld te verdienen. Ga maar eens eten in een Van der Valkrestaurant. Meer dan tachtig zijn er in Nederland. Sinds 1939 schotelt de keuken van deze horecaketen hetzelfde menu voor. Schnitzel met friet en op de appelmoes ligt een kers uit blik. Vertrouwd voor het nog steeds in groten getale toestromende publiek. Dat de keuken inmiddels is geëvolueerd, sterker nog, zich nog steeds ontwikkeld, wordt voor de trouwe klanten verzwegen. Zolang ze happen, reiken we hetzelfde menu aan, zullen de koks denken. En dus ligt de kers nog steeds op de appelmoes. Ander voorbeeld: bejaardentehuizen. Het erbarmelijke voedsel dat aardappelen, groenten en vlees voor moet stellen, smaakt allemaal hetzelfde. Maar goed, die arme, oude mensen gaan toch wel naar de consumeerzaal, dus laat ze dan maar vertrouwd en zouteloos eten. Lekker makkelijk.
Wat is dat toch met jazz en het culinaire? De Nederlandse vertaling klinkt een tikkeltje belachelijk, maar je weet wat er aan de hand is als een band ‘cookin’ is. Duidelijk, moet je gezien hebben. Sappige licks, moddervette grooves, knapperige interacties, stomende solo’s en een concert om je vingers bij af te likken. De metaforen klinken vertrouwd en werken treffend.
Enfin, vergelijkingen te over dus. Maar wat het meest interessant is: de hand in hand gaande liefde voor jazzmuziek met lekker eten. Er zijn weinig muzikanten die goed eten en drinken iets onbenulligs vinden. ‘Ik heb de lammeren al besteld’ vertelde Hein van de Geyn, net voordat hij naar Zuid-Afrika vertrok. En de wijnen liet hij rechtstreeks uit Frankrijk aanslepen. Zijn ideale avond: koken voor een groep fijne mensen, afgewisseld met miniconcertjes. Wolfert Brederode verklapte met Ernst Reijseger te hebben afgesproken, om en om een fles wijn mee te nemen als zij moeten spelen in de Roode Bioscoop. Reijseger vindt de wijn maar niks daar. Jazzmuzikanten delen veelal een passie voor lekker eten en drinken.
Wat zou het zijn, balans in het leven? Waardige jazzmuzikanten geven zichzelf bloot en om dit te kunnen is zelfkennis essentieel. Je zult beseffen hoe belangrijk goed eten en bovenal genieten is. Dankzij enig zelfrespect wordt het lichaam goed verzorgd en is er ruimte te genieten van de mooie aspecten. Oprecht zijn en eerlijk staan ten opzichte van jezelf en het leven. Maar dan heeft het lang niet alleen meer betrekking op jazz. Bovendien klinkt bovenstaande als zweverig gewauwel. Levensgenieters, laten we het daar maar op houden.
Ha Tim,
Dank voor je leuke column. Zie ook de wijnproeverijen 'All that wine and Jazz' in het Bimhuis. Zelfde verhaal. Waar goede muziek klinkt, vindt men lekkerbekken ...
Groet!
Gilles
(Jazz International Rotterdam)
Gillles (E-mail ) (URL) - 27-04-’11 09:04