Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Echte Mannen

COLUMN
door: Mischa Andriessen

Er is iets in de blik waardoor je het, zij het met moeite, herkent: het is niet menens. De jongens op het plein roepen naar elkaar, duwen en trekken, schoppen in de lucht, planten een vuist op een fractie van een millimeter voor de ander zijn gezicht. Dreigen, dreigen, dreigen. Als de ander niet verschrikt, buldert een barse lach over het plein; mannelijkheid bewezen.

Volgens sommigen heeft Joe Zawinul met Weather Report de grenzen van de jazz oneindig ten goede opgerekt. Volgens anderen is jazz bij de Oostenrijker verworden tot een wedstrijd. Plassers meten.

In a silent way” heet de biografie die Brian Glasser over Zawinul schreef. Een compleet verkeerde titel. Tuurlijk, Zawinul is de componist van het beroemde nummer, maar stil was hij allerminst. Zelf noemde hij het schmäh, een onvertaalbaar Weens woord, maar het gedrag dat het beschrijft, lijkt nog het meest op het ironisch soort gepoch en geprots dat bij veel hiphoppers usance is. Zawinul was in alles de beste; hij had een absoluut gehoor,  kon maar liefst veertien noten per seconde spelen, dronk iedereen moeiteloos onder tafel en had een dodelijke linkse directe. Wie volgens de toetsenist onder de maat presteerde, kreeg op zijn minst gepeperde kritiek gepresenteerd. Of zijn ontslagbrief. Sommige muzikanten, zoals bassist Matthew Garrison hielden het daarom snel voor gezien bij Zawinuls syndicaten. Voor hen was het verbale geweld blijkbaar geen schijngevecht.

Het machismo dat de drijvende motor van Zawinuls bands was, is bij veel andere jazz ver te zoeken. In het Sju Jazzpodium vond vorige week het bijzondere project Fire in the city plaats. De muzikanten van het Ab Baars Trio en het Frank Gratowski Quartet vormden samen met Ken Vandermark, Terry Ex en de Noorse noise-representant Lasse Marhaug wisselende gelegenheidsformaties die volledig geïmproviseerde muziek brachten. Lachende gezichten, goedkeurende blikken. Marhaug, die uit de toon dreigde te vallen, werd door trombonist Wolter Wierbos liefdevol bij het spel betrokken en kreeg na afloop een opbeurend bedoelde omhelzing. Tien vriendelijke jongens op een podium die stuk voor stuk hun vak uitstekend beheersen, maar nooit zullen zeggen dat zij de besten zijn. Alle plassers in dezelfde richting. Waar o waar zijn de echte mannen toch gebleven?


© Jazzenzo 2010