'Het mooiste jazzpodium ter wereld' 4 feb - In de eerste jaren na de opening van het Bimhuis in 1974 kwamen muzikanten als Art Blaky, Chet Baker, Dexter Gordon en Archy Shepp terecht in een uitgewoonde ruimte op de Oudeschans, met versleten crapauds en vieze toiletten. Ondanks dat gold het Bimhuis, voortkomend uit de Bond voor Improviserende Musici, al snel als een van de beste jazzpodia ter wereld. Wat ging er vooraf aan de BIM? En hoe waren die eerste jaren in het oude Bimhuis? Geschiedenis Bimhuis
Het 'oude' Bimhuis aan de Oudeschans in Amsterdam.
Dat zijn de uitgangspunten in de tweedelige radiodocumentaire over het ontstaan van het Bimhuis waarvan het eerste deel zondag 6 februari wordt uitgezonden om 11.25 uur op Radio 1. Het programma is samengesteld door Laura Stek, aan het woord komen onder meer Hans Dulfer, trombonist Willem van Manen, drummer Han Bennink, jazzliefhebber Bernlef, bezoeker Jacques Waisvisz en jazzkenner Bert Vuijsje.
Het Bimhuis werd geopend in 1974, drie decennia voor de oplevering van het huidige gebouw. De voormalige meubelshowroom aan de Oude Schans, nabij De Wallen, was verworven door enkele musici verbonden aan de vers opgerichte Beroepsvereniging voor Improviserende Musici (BIM), onder wie saxofonist Hans Dulfer en pianist Misha Mengelberg. Het was een tijd van nieuwe, enthousiaste initiatieven in de jazz, waarin bewust afgeweken werd van de traditionele aanpak. In Nederland ontstonden vooruitstrevende gezelschappen als Instant Composers Pool en het Willem Breuker Kollektief.
Al snel verwierf het Bimhuis de status van belangrijkste Nederlandse podium voor geïmproviseerde muziek en werd de zaal geliefd bij beroemde internationale bandleiders, onder wie Charles Mingus, Archie Shepp, Cecil Taylor, Pharoah Sanders en Sun Ra. Tegelijk werd ruimte geboden aan nieuwe Nederlandse initiatieven, conservatoriumstudenten en leerorkesten. Vanuit het Bimhuis worden tot op de dag van vandaag nieuwe bands opgericht en projecten opgezet waarin lokale en internationale musici samenwerken.
In 1984 werd het gebouw ingrijpend verbouwd, met als belangrijkste onderdeel de als amfitheater vormgegeven zaal. Dichtbij het podium was de sfeer intiem, terwijl bovenaan de zaal doorloop mogelijk was naar de naastgelegen caféruimte. Er werd een professioneel opnamesysteem aangelegd, met als gevolg dat veel optredens op plaat en cd werden uitgebracht of op de radio werden uitgezonden. De hemelbestormers uit de beginperiode groeiden in de jaren tachtig en negentig uit tot internationaal gerespecteerde orkestleiders.
In 2005 opende het huidige Bimhuis. De karakteristieke ‘zwarte doos’, die uit het Muziekgebouw aan ‘t IJ steekt, werd ontworpen met het oude Bimhuis in gedachten. De zaalindeling en de doorloop naar de bar zijn gebleven, maar alles is nu ruimer, comfortabeler en technisch geavanceerder. Het Bimhuis ontvangt op jaarbasis het dubbele aantal bezoekers vergeleken met het meest succesvolle jaar op de oude locatie. Iedereen speelt er nu, van sterren tot amateurs en van mainstream tot avant-garde. In de kern is het Bimhuis hetzelfde gebleven: een belangrijk knooppunt in het internationale netwerk van improviserende musici.
© Jazzenzo 2010