Een stem die gewoon door griep of verkoudheid heen zingt INTERVIEW MASHA BIJLSMA Masha Bijlsma is uiterst duidelijk over haar concept. “Als ik een oeuvreplaat uitbreng, doe ik dat omdat ik het zelf leuk vind, niet het publiek. Als ik voor het grote geld zou gaan, dan zette ik strijkers in, trok een mooie jurk aan en maakte ingestudeerde pasjes. Maar dat is mijn ding niet. Ik ben er echt niet mee bezig of het grote publiek mijn muziek mooi vindt. Het is wel belangrijk dat mensen een leuke avond hebben, maar ik breng onze muziek wél als de Masha Bijlsma Band. Degene die ze horen zingen ben ik. En als het publiek dan zegt: jeetje wat hebben jullie toch een plezier, dan is het mij goed.”
door: Rinus van der Heijden
Masha Bijlsma: “Als ik niet zo’n fijne band zou hebben, had ik het geen vijftien jaar volgehouden.”
Nee, concessies doet ze niet. Niks nieuws natuurlijk, dat doen er meer niet. Maar zangeres Masha Bijlsma onderscheidt zich van andere ideologische musici, omdat ze niet zingt puur voor het geld. “Daar heb ik geen zin in. Ik hoef er niet rijk van te worden.”
Neem nu haar onlangs uitgekomen cd ‘Whispers and Moans’. Een prachtalbum met uitsluitend ballads. Nee, niet die met van suikerwater druipende vioolpartijen op de achtergrond, wel met gedegen begeleiding van trombone, tenorsaxofoon, piano, contrabas en slagwerk. Instrumenten die ook in bezonken solo’s hun mannetje staan.
De jongens
De jongens, zo noemt ze haar begeleiders. Ze zijn voor haar een belangrijk onderdeel van het succes dat zij kent als jazzzangeres. “Als ik niet zo’n fijne band zou hebben, had ik het geen vijftien jaar volgehouden. De jongens en ik hebben altijd overleg over de stukken. Want wat heb ik er aan om te staan spelen met wat de jongens niet willen? Mijn vader Dries is al vanaf het begin als drummer bij mijn band, pianist Rob van den Broeck tien jaar. Contrabassist Henk de Ligt speelt inmiddels zes jaar bij mij. Daarvoor werd er nogal eens gewisseld. Bassisten zijn vaak eigenwijs. Bij mij meenden ze tweede captain op één schip te kunnen zijn. Ik draag het niet uit, maar ik ben de enige captain.”
Hoewel Masha Bijlsma al lang aan de weg timmert, is haar naam in eigen land lang niet zo bekend als pakweg die van Fay Claassen of Soesja Citroen. “Twaalf jaar geleden speelden we op het North Sea Jazz Festival. Nadien begonnen we bekend te worden. Op zeker moment kregen we veel speelgelegenheid in Duitsland en in de rest van Europa. Toen is het er hier een beetje bij ingeschoten. In Duitsland word je goed betaald, in Nederland moest je nogal eens onder de prijs spelen. Maar nu willen we weer in eigen land aan de bak. Hier woon ik immers en hier wil ik ook werken. Daarom spelen we tot maart alleen maar in Nederland.”
“Teksten zijn iets van mijzelf. Ik zie mezelf daarbij niet als boodschapper, maar probeer een eigen verhaal te maken.”
Masha Bijlsma bracht tot nu toe vijf albums uit. Eigenlijk zes, want ‘Three in One’ is een compilatie-cd met de beste nummers van drie voorgaande albums. “Ik zing nog steeds mijn hele repertoire. Tijdens concerten pik ik nummers uit die goed bij elkaar passen. Als we in een club spelen die wat ouderwetser programmeert, doen we er een medium-swingstuk tussendoor. Ik probeer zo altijd trouw te zijn aan de Masha Bijlsma Band.”
Masha Bijlsma speelde al piano en basgitaar, toen ze op 17-jarige leeftijd in popgroepjes begon te zingen. Twee jaar later ‘bekeerde’ ze zich tot jazz, ging naar het conservatorium en startte tegelijk de Masha Bijlsma Band. Het conservatorium maakte ze niet af. “Het ging zo goed met de band, dat ik op maandagochtend niet op tijd op school kon zijn”, lacht ze. Hoe ze zich dan toch tot de gereputeerde jazzvocaliste van nu ontwikkelde? “Door jazz gewoon te ‘doen’ en er veel naar te luisteren. Niet alleen naar jazz, ik ben ook een enorme rockfan. Als ik echt tekeer ga, kun je dat goed horen. Ik ontwikkel me ook door een goede groep te hebben. Ik begon met twee musici uit Arnhem, die muzikaal veel verder waren dan ik. Daar heb ik veel van geleerd. Toen kwamen pianist Gé Bijvoet en contrabassist Eric van der Westen plus mijn vader er bij. Ook van hen leerde ik een hoop.”
Zangles
Je wordt geen zangeres van het ene op het andere moment. Dat besefte Masha Bijlsma ook. Voordat ze naar het conservatorium ging, nam ze een half jaar zangles. Tijdens de drie jaar conservatorium trainde ze haar stem, nadien ging ze in de leer bij een lerares klassieke zang. Vorig jaar werd ze voor de tweede keer moeder. “Na de zwangerschap verandert je stem. Dat komt door de hormonen. M’n stem is voller geworden. Je moet daaraan wennen, want je hoort jezelf anders. Ook moet je je stemsteun weer vinden. Het is dan fijn als je iemand hebt die je helpt met een aantal lessen.” Elke dag oefenen is er bij de in het oosten van het land wonende zangeres niet bij. “Ik oefen wel veel, maar gelukkig heb ik een vrij sterke stem. Ik heb nog nooit een optreden hoeven afzeggen. Een kou of griep? Daar zing ik gewoon doorheen.”
De muziek van Masha Bijlsma wordt mede gekenmerkt door haar eigen teksten. Die vindt ze uitermate belangrijk. “Teksten zijn iets van mijzelf. Ik zie mezelf daarbij niet als boodschapper, maar probeer een eigen verhaal te maken. Aan de ene kant zijn ze heel duidelijk, aan de andere kant zijn ze open voor de eigen fantasie van de luisteraar. Ik laat het aan iedereen zelf over om er wat bij te denken. Stukken van anderen kies ik eerstens uit op tekst. Het kan dan zijn dat ik een andere tekst schrijf en toestemming vraag aan de componist. ‘First Song’ van Charlie Haden is bij mij ‘Song For Abbey’ geworden. Ik kreeg toestemming van Haden, maar geen geld.”
“Ik ben continu bezig met nieuwe stukken.”
Haar muziek brengt Masha Bijlsma uit in eigen beheer. Na de jongste cd ‘Whispers and Moans’ ligt er nu al materiaal klaar voor een volgend album. “Ik ben continu bezig met nieuwe stukken. Ik heb nieuwe teksten gemaakt op stukken van Tony Lakatos en Jasper van ’t Hof. In principe ligt het repertoire voor een nieuwe plaat al klaar. Het moet alleen nog gearrangeerd worden voor de band.”
Mutsjes
Tot slot: de mutsjes. Daar kun je niet omheen, want naast haar karakteristieke stem zijn ook de typische mutsjes die Masha Bijlsma draagt, onderdeel van haar handelsmerk. “Die mutsjes maken is mijn hobby”, zegt ze terwijl ze op een kast wijs waar er wel tien uitgestald zijn. “Niemand in de wereld heeft zo’n mutsje. Ik doe er maanden over om ze te maken. Ze zijn me zo kostbaar, dat als ik moet vliegen, ze in mijn handbagage meereizen.”
Er zijn momenten dat ze geen muts draagt en toch op het podium staat. “Dat is wanneer ik optreed met de folkgroep Mo’yoy. Dat zing ik met twee andere vrouwen driestemmig, ook popmuziek. Lekker tutten met de dames.”
© Jazzenzo 2010