Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Ernst Glerum en de intrinsieke motivatie om te improviseren

INTERVIEW
door: Mischa Beckers








Ernst Glerum ontvangt op 11 mei  de VPRO Boy Edgarprijs 2009 in Bimhuis. Glerum: "Ik heb veel geluk met spelen." Foto © Annegien Haselager. 

Medio januari stond Everard van der Marck bij bassist en componist Ernst Glerum "met een belangrijke mededeling” op de voicemail. Van der Marck had erbij gezegd dat hij van het Muziek Centrum Nederland is.  Daarvan wist Glerum dat het de instelling is achter de Boy Edgar Prijs. Stiekem dacht hij dat die prijs wel eens binnen zijn bereik zou kunnen liggen. Naar eigen zeggen duizelde het hem een tijdje toen hij kort daarna de telefonische bevestiging kreeg dat de VPRO / Boy Edgar Prijs 2009 inderdaad aan hem was toegekend.

De VPRO / Boy Edgar Prijs is een belangrijke prijs in Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek. Aan deze oeuvreprijs zijn een geldbedrag van 12.500 euro, een beeldhouwwerk van Jan Wolkers, een feestelijke avond in het Bimhuis en een tournee gekoppeld.

Feestelijk
Tijdens het feestelijk programma in het Bimhuis op 11 mei wordt de prijs officieel uitgereikt. De VPRO zendt de prijsuitreiking rechtstreeks uit op Radio 6 met daarbij een live webcast. Het programma voor die avond stelde Glerum al samen. De hele gebeurtenis laat hij omlijsten door de sample-beat groep Truly Pheasant. Glerum zelf treedt met zes ensembles aan.

“Allereerst met mijn eigen Glerum Omnibus”, zegt Glerum. In dat trio speelt hij piano, Clemens van der Feen contrabas en drumt Owen Hart. “Daarna is het ICP orkest aan de beurt. Daarbij is Ruben Hein te gast. Hij zingt Misha Mengelberg’s “Hazenlied”. Het programma gaat verder met achtereenvolgens twee trio’s te weten Bennink, Borstlap en Glerum en Janssen, Glerum en Janssen. “Ik treed ook op met een nieuwe groep die heet Transatlantic Issues met twee muzikanten met hun roots in Paramaribo. Pianist Etienne Stadwijk woont momenteel in New York. Hij speelde al in de Brooklyn Funk Essentials en in de groep van Richard Bona. Op drums hebben we Henry Wijnhard. In Amsterdam speelde ik al eens eerder met ze en dat klikte enorm. We hebben een soort gemeenschappelijke achtergrond. In Paramaribo speelden Etienne en Henry in het Jeugdorkest van de Surinaamse Volksmuziek onder leiding van Eddy Snijders, de vader van Ronald, traditionele en klassieke deuntjes. Zo ben ik ook ooit begonnen in Deventer”. De avond in het Bimhuis sluit af met het Benjamin Herman Kwartet.

Ingebouwde onzekerheid
Met deze diversiteit aan groepen kan Glerum zijn kwaliteiten en eigen voorkeuren goed ten toon spreiden. “Ik probeer die voorwaarden te scheppen waarbij ik me zeker voel. Wat ik wel merk is dat ondanks opgelegde arrangementen ik door mijn eigen spel toch op hele andere dingen uitkom. Eigenlijk zijn er twee kanten aan het verhaal. Het zijn verschillende spellen die ik speel. Bij het ICP orkest en Bennink, Borstlap en Glerum is alles veel vrijer en is er eigenlijk een bewust ingebouwde onzekerheid. Bij Benjamin Herman en Omnibus bijvoorbeeld is alles wat meer gestructureerd. Toch zoek ik daar zelf de onzekerheid op”. Glerum is dus hoe dan ook intrinsiek sterk gemotiveerd om te improviseren en de randen op te zoeken. “Mijn denkkader is wel beperkt daarin. Buiten mezelf treden in improvisatie of iets dergelijks gaat nog niet”, grapt Glerum. Hij houdt van ‘mooie’ muziek maar daar moet ook een ander element, liefst iets hoekigs in zitten.

De diepte in
Door de Boy Edgar prijs kon de bassist ook nog verder de diepte in met zijn eigen muziek. Het gaf hem naar eigen zeggen een ontzettende impuls en dwong hem om op relatief korte termijn na te denken over wat hij nog echt wilde. “Ik was al een tijd lang bezig met stukken te schrijven met contrabas die aanleunen tegen klassieke en gecomponeerde muziek. Dat gebeurt niet zo veel. Deze stukken kan ik nu neerzetten op het podium.” Glerum vroeg zich immers al een tijd af op welke manier hij de contrabas als gestreken instrument een goede plaats kon geven in deze muziek. “Dat kan ik nu goed uitwerken. Het zijn stukken die ik al langer had liggen. Ze lenen zich ook goed voor het trio waar ik mee op tournee ga. Als ik die stukken op eigen kracht bij de podia binnen had moeten krijgen was het een lastig verhaal geweest. Met deze prijs krijg ik dat dus eigenlijk in de schoot geworpen en daar ben ik heel dankbaar voor”.

57 variaties
De tournee die hij in het najaar start naar aanleiding van de prijs doet hij wel onder de naam Glerum Omnibus maar daarin nemen dan plaats Ruben Hein op piano en drummer Joost Patocka. “Ik ben al langer bezig met het bewerken van standards, classics en hits. Nu heb ik de kans om dat te realiseren. De voorlopige werktitel van de tour is dan ook ’57 variaties’”.

Glerum heeft al een eigen platenlabel Favorite en regelt de boekingen voor zijn eigen groepen zelf. De organisatie rond deze tournee wil hij aangrijpen om zichzelf zakelijk nog meer te bekwamen. “Ik heb natuurlijk veel geluk met spelen. Met bijvoorbeeld Paul van Kemenade en Benjamin Herman speel ik makkelijk overal. Met de grotere, en dus duurdere groepen zoals het ICP orkest kom ik voornamelijk in het buitenland. Door de verandering van de subsidiestructuur en verzakelijking krijgen veel podia het moeilijk. Het lijkt ook ondoorzichtelijk: waar is het geld, wordt het bij jazz weggehaald en ergens anders verdeeld? Je moet dus ook als artiest een soort cultureel ondernemer zijn. Op zich geen verkeerde gedachtegang maar wel ontzettend vervelend voor een aantal minder gangbare en kwetsbare ensembles die daarmee op de tocht komen te staan”.

Geluidsisolatie
Genoeg te doen dus voor Glerum in de aankomende tournee en met zijn andere ensembles. Daarnaast zullen er optredens blijven met bijvoorbeeld het Benjamin Herman Kwartet. “We spelen nog regelmatig. Het kwartet blijft nog wel een tijdje bestaan. Maar goed, Benjamin vind het prettig om zaken te veranderen dus wie weet komt hij met iets anders op de proppen”. Ook de groep rond Paul van Kemenade, met Han Bennink, Frank Möbus en Ray Anderson, waar hij onlangs mee tourde krijgt een vervolg. De bedoeling is om daar jaarlijks een kleine tournee mee te doen.

Voor het geldbedrag dat verbonden is aan de prijs heeft Glerum al een goede bestemming. “Een deel gaat naar geluidsisolatie in mijn huis. Dan kan ik tenminste eens ongestoord lekker repeteren. Daarnaast wil ik al beginnen met de voorbereiding van een cd. Als de Boy Edgar Tour in het najaar dan start heb ik tenminste al een album liggen dat mee kan”.


© Jazzenzo 2010