Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

85-jarige Lew Tabackin hult Zeeuws podium in zweem van weemoed

CONCERTRECENSIE. Lew Tabackin Trio, Porgy en Bess, Terneuzen, 23 november 2025
beeld: Ton van Leeuwen
door: Cyriel Pluimakers

Het Terneuzense Porgy en Bess heeft al jarenlang een verrassende programmering die afwijkt van het bekende stramien. De namen die in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht optreden zul je hier niet vaak aantreffen. In plaats daarvan gaat de leiding graag langdurige verbintenissen aan met vaak meer en minder bekende goden uit binnen- en buitenland. Voor de voortijdig overleden trompettist Roy Hargrove (1969 – 2018) vormde de jazzclub een vaste aanlegplaats tijdens zijn Europese tournees. Ook de Amerikaanse tenorsaxofonist en dwarsfluitist Lew Tabackin (1940) is er een graag geziene gast. Drie jaar geleden speelde hij voor het laatst in Terneuzen en nu doet hij Porgy en Bess aan met contrabassist Philippe Aerts en drummer Mourad Benhammon, beiden woonachtig in België.

  
Lew Tabackin speelde in Porgy en Bess met contrabassist Philippe Aerts en drummer Mourad Benhammon.

Vitaal
Tabackin maakt als 85-jarige een opmerkelijk vitale indruk. Met flair kondigt hij de muziek aan en – ondanks een peesontsteking in zijn rechterenkel – beweegt hij aardig soepel over het podium. Waar zijn spel op tenorsaxofoon rechtstreeks refereert aan grootheden als Coleman Hawkins en Al Cohn, heeft zijn delicate fluitspel invloeden van de Japanse shakuhachi. Heerlijk is het om hem stevig van start te horen gaan met het klassieke ‘Afternoon in Paris’ dat hij ooit in 1981 opnam met componist John Lewis achter de vleugel. Bijna hemels is vervolgens zijn tedere fluitspel in ‘Garden at Lifetime’. Waar voor veel saxofonisten de fluit een soort bijvangst is, heeft Tabackin er zijn missie van gemaakt om het instrument een volwassen allure te geven. 

  
Groots is het weidse vibrato van Lew Tabackin, een imposant geluid dat je bijna niet meer tegenkomt. 

Nostalgisch
Bijzonder is dat het trio onversterkt speelt waardoor het majestueuze geluid van Tabackin op tenorsaxofoon extra allure krijgt. Machtig is zijn solo op ‘The Lilter’, een stuk van de Amerikaanse jazzbassist Michael Moore dat de leider ooit opnam op een ook uit 1981 daterende plaat met het kwartet van altsaxofonist Phil Woods. Nostalgisch is de uitvoering van de ballad ‘Gloria’, afkomstig van jazzlegende Don Byas die jarenlang in Amsterdam woonde. Met een geïnspireerde versie van de standard ‘Three Little Words’ sluit de eerste set af. Heerlijk is het om het aangename geluid te ervaren van een akoestisch spelend ensemble.

Imposant geluid
Met een sprankelende interpretatie van Victor Young’s ‘Delilah’ op dwarsfluit opent de tweede set. De tenorsaxofoon wordt weer tevoorschijn gehaald voor een doortastende solo op ‘Eronel’ (het omgekeerde van ‘Lenore’), een stuk van Thelonious Monk. Een hommage aan de grote Coleman Hawkins, de jazzpionier voor de tenorsaxofoon, volgt in het onbegeleide ‘Self Portrait of The Bean’. Groots is het weidse vibrato van Tabackin, een imposant geluid dat je bijna niet meer tegenkomt. Na een bewerking van repertoire van de klassieke pianist Frédéric Chopin, sluit Tabackin het concert af met het door zangeres Billie Holiday onsterfelijk geworden ‘I’ll Be Seeing You’. Luid wordt er geklapt en met een lichte zweem van weemoed posteert het publiek zich bij de bar om nog even na te praten met de levende legende.


© Jazzenzo 2010