Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Vehikel is als Rotterdam: direct, hoekig, met humor en zonder franje

CONCERTRECENSIE. Vehikel, De Fruitvis, Rotterdam, 1 oktober 2025
beeld: Olga Beumer
door: Jeroen Jansen

“Ooit eens in Rotterdam geweest?” vraagt Vehikel aan het publiek dat nieuwsgierig is naar hoe ze klinken. Wie woensdagavond in De Fruitvis was, kreeg het antwoord niet alleen in woorden, maar vooral in klanken. De zaal, een voormalige fruitloods in het Rotterdamse havengebied, was gevuld met een publiek dat zich liet meevoeren door de rauwe energie van deze compromisloze jazzformatie. Vanaf de eerste noot was duidelijk: dit is geen band die zich in bochten wringt om te behagen. Vehikel speelt zoals Rotterdam leeft – direct, hoekig, met humor en zonder franje.

  
Vehikel is ontstaan uit de Rotterdamse jazzscene en draagt die stad in elke vezel. 

Oprecht
De band bestaat uit drie muzikanten die elkaar feilloos aanvoelen en allemaal diep geworteld zijn in de Rotterdamse muziekwereld. Wietse Voermans, tenor- en baritonsaxofonist, studeerde aan Codarts en ontwikkelde daar zijn krachtige, expressieve stijl die perfect past bij de rauwe energie van de stad. Marijn van de Ven, contrabassist, studeerde eveneens in Rotterdam en is actief in diverse lokale projecten, waarbij zijn spel altijd een balans vindt tussen dreiging en speelsheid. Jens Meijer, drummer, groeide muzikaal op in de Rotterdamse scene en brengt met zijn dynamische en avontuurlijke spel een hedendaagse draai aan de traditie van freejazz. Samen vormen ze een trio dat niet alleen muzikaal hecht is, maar ook de geest van Rotterdam ademt: oprecht, eigenzinnig en altijd in beweging. De band bestaat nu vijf jaar en heeft twee albums uitgebracht.

Speelse chaos
Het concert startte met ‘New Inside Way’, Jens Meijer’s ode aan de Nieuwe Binnenweg. Een stevige opener waarin de stad Rotterdam zelf leek mee te klinken. De tenorsax van Voermans sneed door de ruimte als een tram die een scherpe bocht neemt, terwijl Van de Ven’s contrabas het verkeer leek te pulseren en Meijer’s drums het ritme van een stad in beweging neerzette. Maar de formatie draait zijn hand ook niet om voor een stevige portie Ska, zoals in het humoristische ‘Weirdo’, waarin alles op de mooiste manier ontspoorde. Het publiek ging mee in de ritmische wendingen en de speelse chaos.

  
Contrabassist Marijn van de Ven, saxofonist Wietse Voermans en drummer Jens Meijer.

Sonoor samenspel
‘Treehouse’ bracht een moment van relatieve rust. De klanken waren luchtiger, met invloeden uit de Westcoast jazz, alsof de band even boven de stad uitsteeg en een ander perspectief bood. Maar lang duurde die rust niet, want in ‘Blues of a Dead Man’ werd de toon weer donkerder. Van de Ven en Meijer speelden hier een sonoor samenspel dat klonk als een trage, dreigende mars. Tegen die achtergrond zette Voermans een imposante solo neer, rauw en intens, alsof hij een klaagzang blies over een verloren ziel. Het was een van de meest indringende momenten van de avond, waarin Vehikel liet horen dat ze niet alleen kunnen ontregelen, maar ook diep kunnen raken.

Grimmig
Maar Vehikel blijft nooit lang hangen in één sfeer. ‘Oh No’ was een ballad, maar dan op hun manier: snel, fragmentarisch, melancholisch zonder sentimenteel te worden. En om maar weer een contrast op te roepen speelde Vehikel ook ‘Snake Island’, een muzikaal statement tegen de oorlog in Oekraïne. Hier werd het trio weer grimmig. De sfeer in de zaal sloeg om toen Voermans, Van de Ven en Meijer een unheimische samenklank ontwikkelden die als een klaagzang door de ruimte sneed.

Maatschappelijk betrokken
Vehikel is ontstaan uit de Rotterdamse jazzscene en draagt die stad in elke vezel. Ze zijn niet alleen muzikaal avontuurlijk, maar ook maatschappelijk betrokken, zonder dat het belerend wordt. Hun stijl is een mengsel van freejazz, punk, ska en poëzie, verpakt in een bezetting die maximale vrijheid biedt. Dat ze dit weekend niet op de Orange Jazz Days in Utrecht staan, waar het neusje van de Nederlandse jazzzalm wordt geserveerd, is een gemiste kans. Vehikel hoort daar thuis, tussen de top, tussen de vernieuwers. Wie in De Fruitvis was heeft dat met eigen ogen en oren kunnen zien en horen: ja toch, niet dan?


© Jazzenzo 2010