dOeK Festival is interessant voor iedereen CONCERTRECENSIE dOeK Festival #7, Amsterdam, Bimhuis, 20 december 2008
beeld: Elton Eerkens
door: Tim Sprangers
Stichting dOeK wil de geïmproviseerde muziek in Nederland promoten voor een zo groot mogelijk publiek. Via allerlei workshops, artikelen en concerten tracht zij een aanzienlijk aantal mensen te bereiken. Eens per jaar vindt er een tweedaags festival plaats in het Bimhuis.
Wilbert de Joode, Frances Marie Uitti en Tobias Delius speelden in verschillende groepen tijdens het zevende dOek Festival in het Bimhuis
Meerdere groepen met oude en nieuwe helden laten in verschillende combinaties hun ideeën horen. Muzikanten als Gerri Jäger, Cor Fuhler, Tobias Delius, Eric Boeren, Han Bennink, Wilbert de Joode, Michael Moore en Wolter Wierbos; het zijn de grote namen binnen de Nederlandse improvisatiemuziek. Dit jaar werd er op zaterdag zelfs een middag voor de jongere luisteraar georganiseerd: een familieconcert waarbij kinderen op interactieve wijze meegenomen worden in muzikale avonturen. Het werd een groot succes. Dezelfde avond besloot het festival met een drietal muzikale gezelschappen: D/L/T, ScrutinizerS en Wollo’s World.
D/L/T wordt geleid door saxofonist en klarinettist Tobias Delius. Hij introduceerde voor deze avond twee jonge muzikanten uit Berlijn die nimmer met elkaar hadden samengespeeld: percussionist Christian Lillinger en contrabassist Clayton Thomas. Het trio speelde intrigerend en leek elkaar al jaren te kennen. Prachtige, luchtige verhalen die constant zweefden langs intieme en extraverte diepte- en hoogtepunten, zonder over de schreef te gaan in overdreven emoties. Het is bijzonder dat de drie muzikanten zo gebalanceerd te werk gingen. De totale overgave aan hun instrument, maar ook zeker aan elkaar, vormden de basis voor dit resultaat. Fijne interacties en imitaties van elkaars geluiden waren het gevolg van oppergeconcentreerd luisteren. De openhartig fysieke toewijding van Lillinger was mooi om naar te kijken. Via allerlei attributen bleef de 24-jarige drummer constant opwindend.
Wolter Wierbos, Niels Brouwer en Layba Diawara, Christian Lillinger
Na een korte pauze dook het aandachtige publiek met de Scrutinizers de diepte in. Het was voornamelijk celliste Frances Marie Uitti die langzaam de aandacht opeiste en het geluid dramatiseerde. Bijzonder is haar gebruik van twee strijkstokken die ze boven en onder haar snaren plaatst. Via korte en lange uithalen wist ze treffend de felle klanken van bassist Wilbert de Joode aan te vullen. Cor Fuhler maakte het trio ruimtelijk en gejaagd door te reageren en uit te dagen met elektronische kreten. Ook via allerlei instrumenten op zijn tafel maakte hij het groepsgeluid op fascinerende wijze divers. Bijzonder was dat de geluiden krachtig werden uitversterkt waardoor de zaal werd geconfronteerd met de mogelijkheden van de instrumenten. Overigens vertelde De Joode dat de muzikanten op hun beurt werden geconfronteerd met de geluiden van de zaal; dankzij de uitversterking werd elke klank opgevangen.
Wolter Wierbos sloot het dOeK Festival af met Wollo’s World. De bekendste trombonist in de Nederlandse jazz deed dit op waardige wijze met een kleurrijk gezelschap: Monica Akihary (zang), Layba Diawara (kora, balofon), Niels Brouwer (akoestische gitaar) en oudgediende Michael Vatcher (percussie). Het was opvallend dat een festival dat draait om improvisatie werd afgesloten met een, zeker in vergelijking met de vorige twee gezelschappen, melodische band. Elk nummer had een duidelijk thema dat lang werd onderzocht en uitgewerkt. Dit wil zeker niet zeggen dat het optreden niet in de lijn lag van de geïmproviseerde muziek. De band bouwde er een zorgvuldig en pakkende muur omheen van pientere klanken.
Clayton Thomas, Wilbert de Joode, Michael Vatcher
Wierbos is altijd interessant door zijn schijnbaar oneindige bron van ongekende geluiden. Gitarist Brouwer vormde de stuwende kracht door felle licks en vurige ladders. Helaas blies hij hier Diawara geregeld mee weg. Vatcher blonk uit in creativiteit en zangeres Akihary wist zuivere uithalen te combineren met schrijnende piepjes. De combinaties van instrumenten en technieken vormden een toegankelijk en meeslepend geheel. Het komt overeen met wat stichting dOeK beoogt: improvisatie op begrijpelijke wijze naar het grote publiek brengen.
Het dOeK Festival is een prachtig initiatief dat al terecht zeven jaar succesvol loopt. Twee avonden met gevestigde en nieuwe improvisatoren die een legio aan interessante gedachten willen overbrengen: het lijkt een natte droom voor de liefhebber, geinteresseerde én voor de leek. Het is te hopen dat de vele fondsen deze feiten blijven inzien en dus ook blijven steunen.
© Jazzenzo 2010