Tyft overladen met stoutmoedige energie CONCERTRECENSIE. Tyft, Paradox Tilburg, 8 mei 2009
beeld: Marcel Mutsaers
door: Tim Sprangers
In welk zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord Tyft ook omschreven wordt, ‘energie’ of ‘energiek’ moet hier immer aan verbonden zijn. Het IJslands-Amerikaanse trio pompt, raast en dondert in maten, ritmes, ritmewisselingen, tempi en melodieën, afhankelijk danwel onafhankelijk van elkaar. En dit vaak in onvoorspelbaar freejazzgeweld. Een avondje Tyft is een avontuur, waarin oordopjes een pré zijn.
Explosieve muziek van Tyft in Paradox, met Andrew D'Angelo, Jim Black en Hilmar Jensson
Skirl Records is een net drie jaar oud label uit Brooklyn met een interessante cross-over filosofie. Voornamelijk de genres freejazz en rock staan centraal; ook klassiek en elektronica worden niet gemeden. De leden van Tyft - Andrew D’Angelo sax, Hilmar Jensson gitaar, Jim Black drums - zijn belangrijke pioneers binnen de scene, maar ook Kurt Rosenwinkel en Trevor Dunn opereren onder het alternatieve label. Tyft past prima binnen deze gedachten van oprichter Christopher Speed; het basloze trio vertrekt vanuit de freejazz en reist door ogenschijnlijk basale rock- en zelfs metalmotieven, waarbij Black geregeld composities inleidt met haperende elektronische soundscapes.
Tyft presenteerde hun tweede cd; locatie was de Tilburgse Paradox. Het trio lijkt de lijn van hun twee jaar geleden verschenen plaat Meg Nem Sa door te zetten. De krijsende snelheid van D’Angelo combineert lekker met de luie, donkere klankkleur van gitarist Jensson. De twee daagden elkaar uit, maar vonden telkens weer bemiddeling in afgesproken breaks en synchrone melodieën. Het was mooi te zien hoe het lichaam van D’Angelo vaak als een 100-meter sprinter klaar stond om de aanval te openen. Jensson’s antwoorden, hoewel vaak bedreigend en intuïtief, waren altijd steady door zijn consequent herkenbare geluid.
Tyft bestaat uit slagwerker Jim Black, saxofonist Andrew D'Angelo en gitarist Hilmar Jensson
Jim Black behoort tot de meest inventieve drummers ter wereld en dit liet hij met overtuiging horen. De kleine virtuoos ruïneerde dit keer slechts vier drumstokjes. Gecompliceerde ritmes speelt de Amerikaan met opzet wat slordig, zodat zijn praktijken geïnjecteerd raken met een nog grotere dosis funk. Niet te voorspellen breaks zorgen voor een nimmer afwezige spanning. Ook zijn elektronica waarmee hij soms via zijn rechterhand een zware bas uithaalde, maakt hem ongekend veelzijdig.
Tyft bulderde de onterecht lege zaal plat. Grote kracht ligt enerzijds in de verkennende en creatieve identiteit van de drie muzikanten en anderzijds in hun steeds weer onafhankelijke benaderingswijze van elke compositie. De verschillen en overeenkomsten samen laten komen kunnen de drie helden fantastisch. Zij zijn namelijk overgoten met een dikke laag stoutmoedige energie.
© Jazzenzo 2010