Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Nils Petter Molvaer op zijn best in uitzonderlijke toegift

CONCERTRECENSIE. Nils Petter Molvaer Trio. Paradox Tilburg, 11 november 2009
beeld: Marcel Mutsaers
door: Rinus van der Heijden

Eric Vloeimans of Nils Petter Molvaer? Die vraag van de aanwezigen zoemde veelvuldig rond na het concert dat de Noorse trompettist Molvaer verzorgde in Paradox. Niet zo heel vreemd, want de muzikale vergelijking met Molvaers Nederlandse vakbroeder dook nogal eens op.


Nils Petter Molvaer in de Paradox in Tilburg

Maar daar moest het wel bij blijven, want tussen de spelopvattingen van Nils Petter Molvaer en Eric Vloeimans bevindt zich een wereld van verschil. De Noor is een pionier op het gebied van elektronica, computers én trompet; de Rotterdammer zet weliswaar ook wel wat elektronica in, maar hij wil het toch voornamelijk hebben van de klanken die hij puur aan zijn trompet kan ontlokken. Natuurlijk lijkt Eric Vloeimans meermalen te hebben geluisterd naar Molvaer: met name bij de muziek van zijn groep Gatecrash komen dezelfde klankvelden voor. Maar Eric Vloeimans heeft er niet zijn handelsmerk van gemaakt.

Molvaer dus wel. Hij benut de trompet om er lange, kleurrijke en melodische klanklandschappen mee te creëren. Ze zijn etherisch, transcendent, neigen naar ambient en wijzen naar een nieuwe richting in nu-jazz. Molvaer bereikt dat allemaal door elektronica en veelvuldig gebruik van computer, waardoor het lang niet altijd duidelijk is of hij speelt of aan een knopje draait. Die onduidelijkheid werd in Paradox nog vergroot, doordat het concert zich nagenoeg in het duister afspeelde en het podium slechts werd verlicht door videobeelden, die op de drie musici en de achterwand werden geprojecteerd.

De muziek die Nils Petter Molvaer voorstaat is in die zin nieuw – en toen hij ermee begon vernieuwend – dat zij bestaat uit ongehoorde geluiden. De vervorming die elektronica en computer aanbrengen aan de trompetklanken, schept tonen die akoestisch niet te verwezenlijken zijn. Bovendien voegt Molvaer aan zijn spel geneuriede of gefluisterde stemimpulsen toe, die hij met zijn mond in de beker van de trompet via de contactmicrofoon de computer inbrengt. Voeg daar nog het gebruik van samples aan toe en het mag duidelijk zijn, dat de term nieuwe muziek hier zeker van toepassing is.

Het concert van het Nils Petter Molvaer Trio kende geen pauze. De band speelde twee stukken van elk drie kwartier. Opgebouwd zoals de muziek: doordacht, langs kabbelende lijnen met een langzaam opvoeren van de tempi. Pas twintig minuten na het begin van het concert waren de eerste herkenbare trompetgeluiden te beluisteren.

Hoewel de trompettist voortdurend probeerde de show te stelen, was het aandeel van gitarist Stian Westerhus en slagwerker Audun Kleive groot. Vooral als de laatste vaart in de soundscapes van Molvaer ging slaan, vaak middels de donkere klanken van zijn bassdrum, reikte de muziek naar nieuwe hoogten. Ook hij maakte gebruik van een elektronische trucendoos, die perfect aansloot op het zo herkenbare trompetgeluid van de leider. Dat gold ook voor gitarist Westerhus. Zijn experimenten op gitaar deden denken aan wat een groep als Gong in de jaren zeventig uitdokterde en ook aan de elektronische kermissen van het Duitse Kraftwerk.


Stian Westerhus, Audun Kleive, Nils Petter Molvaer

Elektronica neemt bij dit Noorse trio een niet met anderen te vergelijken aandeel in. Zij is onderdeel van een show, niet meer en niet minder. Want hoewel het concept van de drie vrij en geïmproviseerd lijkt, staat de muziek bol van afspraken. Niet erg, want daardoor kon het gebeuren dat een collectief stuk tegen het einde van de tweede compositie voor een van de mooiste momenten van het concert zorgde. Stian Westerhus liet zijn gitaarklanken met een strijkstok wijd uitwaaieren, Nils Petter Molvaer blies lange, nog meer ingehouden lijnen en Audun Kleive was achter zijn drumstel uitgekomen om op slechts een kleine gong percussieve geluiden te maken, die via de computer als oosterse klanken werden weergegeven.

Het allermooiste moment van het concert was echter de toegift. Met voorwaar licht op het podium, zonder de videoshow en met minimaal gebruik van elektronica gaf Nils Petter Molvaer een huiveringwekkende versie van de Nat ‘King’ Cole-klassieker ‘Nature Boy’. Breekbaar, bibberend, zacht en indringend blies de trompettist zijn instrument aan. Het resultaat: misschien wel de mooiste toegift die ik ooit hoorde.

Tot slot de uitslag van de enquête ‘Eric Vloeimans of Nils Petter Molvaer?’ De meter sloeg overtuigend door naar de eerste. Maar die was er niet bij, deze avond in een nagenoeg vol Paradox.


© Jazzenzo 2010