De oprechtheid van Tony Scherr CONCERTRECENSIE. Tony Scherr/Rob Jost/Anton Fier, Bimhuis, Amsterdam, 16 november 2009
beeld: Elton Eerkens
door: Tim Sprangers
Tony Scherr is een bekende bassist. We zagen hem bij Willie Nelson, Bill Frisell, Joey Baron en Rufus Wainwright. Dat hij in een eigen trio zingt en de gitaar bespeelt, weten weinigen; een handjevol mensen zit op een maandagavond in het Bimhuis. Erg jammer, de ervaren Scherr speelt puur op gevoel en met zoveel schwung dat hij ook als singer-songwriter fascineert.
Singer songwriter Tony Scherr (r) leverde met zijn trio een bezielende en overtuigende set af in het Bimhuis
Het bestaat niet dat degenen die Scherr ooit hebben zien spelen zich hem niet herinneren. De halve Italiaan met diep ingevallen ogen, woeste wenkbrauwen, verwrongen blik en fors postuur bespeelt de bas met zijn gehele lichaam. Hij buigt zich over zijn instrument, beweegt van links naar rechts, zet zijn ene been achter het andere en gaat geregeld door de knieën. Hij lijkt het lichaam niet stil te kunnen houden en slaat met schier lompe bewegingen op zijn instrument. Op de gitaar is het niet anders. In het Bimhuis trapte Scherr een van de pedalen op zijn kant en smeet zijn slide naar de partituurstandaard. Mis, uiteraard.
Scherr speelt op intuïtie, eerlijk, vrij en zonder enige vorm van hooghartigheid. Met zeurende stem, vaak net niet zuiver, zingt hij klagende teksten in bluesschema’s. Ook zijn gitaargeluid klinkt bekommerd en zit er vaak net naast. Net als de luie timing als bassist vallen ook Scherrs aanrakingen op de gitaar net achter de tel. Af en toe richt hij zich op de country, dan weer op een overtuigend rockthema. Bassist Rob Jost en drummer Anton Fier volgen hem en lijken hun bandleider te bewonderen om zijn ingevingen. Zij voelen de bezieling perfect aan en ondersteunen de vondsten van Scherr.
Improvisatie is één van de weinige leidraden van het trio. De titel van de composities staat vast, maar het is vervolgens aan Scherr om de sfeer te bepalen. Solo’s konden uitmonden in scheurend Jimi Hendrix-geweld of krijsende Wilco-taferelen. Soms twijfelde hij of het refrein nog een keer herhaald moest worden. Bij het laatste nummer, 'Black Sheep', een van de hoogtepunten, besloot Scherr de laatste woorden a capella te zingen. Hij bedacht het allemaal ter plekke en maakte constant de juiste beslissing. Soms maakte hij ritmes af met zijn lichaam in plaats van met klanken; het vormt een groot plezier om naar hem te kijken. De multi-instrumentalist is één met zijn muziek en betrekt zijn publiek hier volledig in. Niet alleen via oprecht leuke aankondigingen, maar voornamelijk door zijn oprechtheid in muzikale uiting.
In een interview afgelopen jaar vertelde Scherr dat een muzikant de taak heeft een eigen versie te vinden in wat hem beweegt. ‘What I’m doing now, that’s me’. Tony Scherr is een verdomd hartelijk persoon.
© Jazzenzo 2010