Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Frontman Bugge Wesseltoft laat horen hoe Noorse jazz leeft

NEW GROUND NORWAY. Mari Kvien Brunvoll en Bugge Wesseltoft solo, Bimhuis Amsterdam, 27 november 2009
beeld: Thomas Huisman
door: Tim Sprangers

Noorse jazz verdient aandacht. Geen rare gedachte van de NPS en het Bimhuis; Noorwegen drukt een steeds grotere stempel op de Europese jazz. Via een samenwerking van de twee cultuurhaarden kwam ‘New Ground Norway’ tot stand: een tweedaags festival met louter Noorse artiesten. En niet de minste. Donderdag vormde het intieme duo Sidsel Endresen en Håkon Kornstad een tweeluik met het energieke Jazzmob. Vrijdag stond de bekendste afgezant uit Noorwegen centraal: toetsenist/composer/producer Bugge Wesseltoft.


Twee soloconcerten tijdens de slotavond van New Ground Norway in Bimhuis, die van Mari Kvien Brunvoll en Bugge Wesseltoft.

Wesseltoft heeft zich, zeker sinds de oprichting van zijn label Jazzland in 1995, vanuit de Noorse underground ontpopt als de frontman van de Scandinavische jazzscene. De sympathieke veertiger onderzoekt al een twintigtal jaar de grenzen van de jazz. Vanuit een klassiek idioom is hij bekend geraakt in meerdere muziekwerelden. Stond hij een maandje geleden nog in de hippe club Trouw tijdens het Amsterdam Dance Event, in het Bimhuis richtte Wesseltoft zich voornamelijk op de vleugel. In zijn soloproject ‘Playing’ smelt hij fijnzinnige melodieën met vuige beats, veelvuldig gebruikmakend van zijn macbook waarin hij pianogeluiden vervormde en loopte.

In die zin niet raar dat de tweede dag van New Ground Norway in het Bimhuis begon met de nieuwe sensatie van de Noorse underground: Mari Kvien Brunvoll. De jonge zangeres, afkomstig uit de danswereld, leunt op haar loopstation. Brunvoll bouwt laag op laag door een beat te creëren met haar stem en deze via zanglijnen of instrumenten als de kalimba uit te breiden naar een sferisch landschap. Met haar charmante stem, gelijkend op de vocalen van de Noorse Ane Brun, gaf ze de sferen identiteit met toegankelijke refreintjes. Af en toe haalde ze een laagje eraf, om deze er later weer aan toe te voegen. Het was allemaal aardig, lieflijk en vertederend, maar na enkele nummers was het trucje bekend en maakte de snoezigheid plaats voor verveling.


Mari Kvien Brunvoll en Bugge Wesseltoft.

Tijdens het Rotterdam Jazz International in 2007, met als gastprogrammeur Stefan Lievestro, leek Wesseltofts soloproject al klaar. De Noor gaf een overtuigend concert met alle tracks van de cd ‘Playing’. Waarom de plaat pas dit jaar is uitgebracht is een raadsel; feit is dat zijn optreden in Amsterdam net zo overtuigend was als twee jaar geleden in Rotterdam. Wesseltofts spel is doordrongen van klassiek minimalisme zoals hij in de eerste twee composities, waaronder de titelsong, liet horen. Een magnifiek thema, zo open, weids en vredig als de Noorse landschappen, vormt veelal de basis van de composities. Elke noot is raak. 

De sfeer in zijn spel leent zich voor een minimale compositie op de vleugel, maar biedt ook voldoende ruimte voor een beat en heerlijk gesyncopeerde solo’s. Creativiteit staat voorop bij Wesseltoft. Ritmes verkreeg de Noor door de looping van het slaan op snaren van de Steinway of het zachtjes tikken op de tamboerijn zonder belletjes. Hij speelde met deze klanken door ze op allerlei manieren te vervormen, vertragen en versnellen. ‘Take 5’ injecteerde Wesseltoft met zoveel funk en vindingrijkheid, dat het zowaar weer een originele compositie werd. Mooi is ook het plezier, zijn bevestiging zoekende contact met het publiek en de wat stuntelige trekjes. Het concert vormde de juiste afsluiter van een terecht festijn rond de Noorse jazz.

New Ground Norway wordt uitgezonden op Radio 6: 17 en 24 februari 2010, van 22.00 tot 24.00 in Radio 6 live.


© Jazzenzo 2010