Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Sonny Rollins - Live in ’65 & '68

DVD-RECENSIE

Sonny Rollins - Live in ’65 & '68
bezetting: Sonny Rollins; tenorsax, Niels- Henning Ørsted Pedersen; bas, Alan Dawson; drums (’65), Kenny Drew; Piano (’68), Albert ‘Tootie’ Heath; drums (’68)
opgenomen: 31 oktober of 1 november 1965, 20 september 1968
release: 2008
label: Jazz Icons
tracks: 9
tijd: 86.00
websites: www.jazzicons.com - www.sonnyrollins.com
door: Mischa Andriessen

De populaire dvd-serie Jazz Icons is al weer aan de derde reeks toe en  het einde is gelukkig nog niet in zicht. Klaarblijkelijk liggen de archieven van de Nederlandse, Belgische, maar vooral die van de Scandinavische televisiezenders nog boordevol beeldmateriaal. Waarschijnlijk omdat daarvan het meeste voorhanden is, ligt de focus op de jaren zestig. Stemmige zwart-witbeelden van muzikanten die aanvankelijk nog netjes een jasje aantrokken als ze voor tv werden opgenomen en zich pas aan het eind van dat decennium in een hippe outfit hulden. Alan Dawson treedt keurig in pak op, Albert Heath drumt in een soort dashiki.

Dat de opnamen in zwart-wit zijn, is eigenlijk een winstpunt. De ‘Shaft’ look die Sonny Rollins zich in 1968 had aangemeten, komt in kleur (zoals te zien is in het begeleidende boekje) met zijn felblauwe overhemd en panterprint das schreeuwerig gedateerd over. In zwart-wit ziet het er oud maar opmerkelijk genoeg ook tijdloos uit. Bij de latere opnamen is het camerawerk minder sober en wordt er vaker van  camerastandpunt gewisseld. De geluidskwaliteit is ook veel beter. In drie jaar tijd was er blijkbaar veel veranderd.

Dat is in de muziek die Sonny Rollins brengt minder duidelijk. In 1965 speelt hij met een trio en drie jaar later met een kwartet, maar grote stijlverschillen zijn er niet. Rollins oogt wel veel zekerder bij die laatste registratie, maar in 1965 durft hij het aan om het reeds ingezette “I can’t get started” te laten voor het is en een overgang te forceren naar “Oleo.” Het is het fragment dat Rollins het best typeert. Hij volgt zijn eigen logica. Speelt wat hij krijgt ingefluisterd door die hogere macht waar hij als uitverkorene een hotline mee heeft.

Beide optredens zijn sterk, maar niet enerverend. Zeker de 1968 opname in de Kopenhaagse televisiestudio blijft wat koeltjes zonder dat er plichtmatig wordt gespeeld. Rollins heeft die warme, ronde toon en Heath houdt zich ook niet in. Zou dit optreden voor publiek in een sfeervolle club hebben plaatsgevonden, zou het viertal waarschijnlijk loos zijn gegaan. In die zin zijn deze registraties geruststellend, je krijgt een mooi tijdsbeeld met lekkere muziek, maar je hebt geen slapeloze nachten om wat je domweg omdat je nog niet geboren was, hebt gemist.


© Jazzenzo 2010