Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Dave Brubeck Quartet – Zürich 1964

CD-RECENSIE

Dave Brubeck Quartet – Zürich 1964
bezetting: Paul Desmond altsaxofoon, Dave Brubeck piano,
Eugene Wright contrabas, Joe Morello drums
opgenomen: 28 september 1964, Kongresshaus, Zürich
uitgebracht: november 2016
label: TCB (Swiss Radio Jazz Series Vol. 42)
aantal stukken: 15
tijdsduur: 72’40
website: www.challengerecords.com - www.tcb.ch
door: Cyriel Pluimakers



Het Dave Brubeck Quartet behoorde in de jaren zestig wereldwijd tot de meest populaire jazzensembles. Concerten waren steevast uitverkocht en de lp’s vlogen weg als broodjes bij de warme bakker. Het - door altsaxofonist Desmond gecomponeerde - ‘Take Five’ is een van de grootste jazz hits aller tijden. Het succes leidde tot de nodige jaloezie van collega’s en met name de Nederlandse jazzpers deed zijn best om alle nieuwe producties van het kwartet neer te sabelen.

Nu het stof - na het overlijden van Brubeck in 2012 – is neergedaald, komt de tijd voor een her evaluatie. Het kwartet blijkt een van de meest vernieuwende ensembles van de naoorlogse jazz geweest te zijn. Brubeck beschikt over een unieke percussieve pianostijl, die enigszins aansluit op het dwarse spel van de legendarische Thelonious Monk. Altsaxofonist Desmond heeft een unieke – klarinetachtige – toon en improviseert avontuurlijker en vrijer dan zijn meeste tijdgenoten. Drummer Joe Morello is een stijlvoorbeeld voor veel slagwerkers en zijn ritmische vernieuwingen zijn ongeëvenaard. Het getuigt van visie dat bandleider Brubeck de subtiele Desmond van extra adrenaline voorziet via een stevige slagwerker. Een beslissing waar de altsaxofonist in kwestie het eerst absoluut niet mee eens was. 

Het onlangs uitgegeven concert in Zürich uit 1964, laat het kwartet op zijn hoogtepunt horen. Er wordt uitermate soepel en losjes gemusiceerd en Desmond speelt alsof de duivel hem op zijn hielen zit. De grootse solo op ‘You Go To My Head’ kan zonder meer tot een van de hoogtepunten van de naoorlogse jazz gerekend worden. Zijn gevoel voor melodie is ongeëvenaard. Uit een ogenschijnlijk eenvoudig thema, creëert hij de meest mooie en spannende improvisaties. Schitterend is ook Desmond’s solo op ‘Take Five’, die voor de volle honderd procent afwijkt van de  originele op de lp ‘Time Out’. Ook de rest van de cd is gevuld met repertoire dat op de bekende studio-opnames uit die tijd staat. De magie die Desmond laat ontstaan tijdens zijn spel op de op Japanse muziek gebaseerde ‘Koto Song’ is weergaloos: zelden klonk het hoge register van de altsaxofoon zo puur. Brubeck vervolgt de hemelse solo van Desmond met koto-achtig spel op de piano. Wereldmuziek avant la lettre. 

Onbegrijpelijk dat veel critici de speciale kwaliteit van dit kwartet decennialang niet wilden horen en zien en hun muziek afdeed als salonjazz voor AVRO/TROS-publiek.

Het optreden wordt afgesloten met Brubeck zijn compositie ‘Thank You’, een passende afsluiter die nog een keer de volledige ruimte geeft aan de geniale Desmond en de ritmische exploraties van Brubeck en Morello. Contrabassist Eugene Wright vormt hierbij de rots in de branding. Het Zürich concert is zo goed, dat je zou wensen dat je er in 1964 bij geweest was. 


© Jazzenzo 2010