Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Steve Kuhn – Mostly Coltrane

CD-RECENSIE

Steve Kuhn – Mostly Coltrane
bezetting: Steve Kuhn piano; Joe Lovano tenorsaxofoon en tarogato; David Finck contrabas; Joey Baron slagwerk
opgenomen: september 2008 in Avatar Studio’s New York
release: 2009
label: ECM / Challenge Records
tracks: 13
tijd: 77.30
website: www.stevekuhnmusic.com - www.ecmrecords.nl
myspace: www.myspace.com/stevekuhntrio
door: Rinus van der Heijden


Als je het aandurft om muziek van de legendarische tenor- en sopraansaxofonist John Coltrane onder handen te nemen, kan het dubbeltje twee kanten uit rollen. Die van die van de kopiïst, die probeert het unieke geluid van Coltrane te imiteren – en daar vrijwel nooit in slaagt, omdat de ziel erin ontbreekt – óf de muziek van Trane van nieuwe injecties te voorzien. Waarbij zich meteen de vraag aandient of dit nog wel mogelijk is.

Pianist Steve Kuhn’s dubbeltje rolde de tweede richting uit. In dertien stukken, op twee na alle van Coltrane of door hem groot gemaakt, heerst onverbiddelijk de geest van de in 1967 overleden grootmeester. Maar hij wordt niet tot leven gewekt. Dat is voornamelijk te danken aan de visie van tenorsaxofonist Joe Lovano. Hij levert meesterwerk af door het idioom van Coltrane intact te laten, maar er o zo voorzichtig een eigen sausje over heen te gieten. Het hanteren van de sauslepel gebeurt ingetogen en bescheiden, wel zodanig dat je hoort dat het respecteren van Coltrane’s nalatenschap zeker niet hoeft te bestaan uit imitatie. Trouwens, met de aanwezigheid van de lenige en vooral eigenzinnige slagwerker Joey Baron is een hedendaagse visie gegarandeerd.

Prachtig zijn de vertolkingen van de Trane-klassiekers ‘Song of Praise’, ‘I Want To Talk About You’ en ‘Spiritual’. Dit voornamelijk omdat de ballade-achtige aanpak van Coltrane de mogelijkheid biedt zijn fluwelen geluid op de tenorsaxofoon volledig uit te spreiden. Die gave bezit ook Lovano, zoals hij al zo vaak demonstreerde. Maar in ‘Living Space’ en ‘Like Sonny’ bedienen Steve Kuhn en de zijnen de traditie even voorbeeldig als Coltrane zelf zoveel jaren geleden deed. Wel vanuit hún gezichtspunt.

Mooi is de keuze van Kuhn om twee stukken van eigen hand – ‘Gratitude’ en ‘Trance’ – toe te voegen. Zij geven een persoonlijke noot aan deze plaat mee en halen in laatste instantie het eventuele vooroordeel onderuit dat ook Kuhn is toegetreden tot het leger van Coltrane-kopieerders.


© Jazzenzo 2010