Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Scorpio Electric - No Man

CD-RECENSIE

Scorpio Electric - No Man
bezetting: Helen Iten; zang, Fabienne Hoerni; tenor - en sopraansaxofoon, Jeanpierre Schaller; bas, Marco Figini; gitaar en elektrische sitar, Beni Bürgin; drums
opgenomen: 30 september - 3 oktober 2008
release: 2009
label: Mons records
tracks: 13
tijd: 69.21
website: www.scorpioelectric.com - www.monsrecords.de
myspace: www.myspace.com/scorpioelectric
door: Mischa Beckers

'No Man' is het tweede album van het Zwitserse Scorpio Electric. De muzikanten zijn sterk geschoold en spelen of speelden in diverse groepen. Met name gitarist Marco Figini en bassist Jeanpierre Schaller deelden het podium met een hele reeks giganten. Uit de funkhoek bijvoorbeeld Fred Wesely, Pee Wee Ellis, Mudbone Cooper, daarnaast Candy Dulfer en meer jazzgerelateerd met onder andere Roy Hargrove. Scorpio Electric begeeft zich in de Nu-jazz.

Of ambient jazz zoals ze zelf verkondigen. Mooi voorbeeld daarvan is het nummer 'Slave'. Over een monotoon galmend gitaarloopje ligt een eenvoudig maar dwingend, door zang en saxofoon gedubbeld thema. In het refrein verandert de maatsoort in een vernuftige hoekig variant. Dat is een sterke kant van Scorpio Electric, vloeiend neergezette vreemde maatsoorten, soms neigend naar M-base, die de stukken een boost geven. Nu-jazz dus. Diverse stijlen vloeien ineen. Pop, veel ambient en ook een vleugje obscure new wave uit de jaren '80. Netjes gestructureerd. Helen Iten gebruikt haar stem divers, van melodieus naar gedeclameerde of bijna rapachtige vormen. Soms klinkt haar zang erg dun en door vreemde stembuigingen op het randje.

Ruimte voor improvisatie is er met name voor rietblazer Fabienne  Hoerni en gitarist Figini. Die eerste studeerde bij onder andere Joshua Redman, Jim Hall, Michael Brecker en David Liebman. Veelal kleedt Hoerni met gevarieerde figuren de zangpartijen in. De saxofoniste soleert in de eerste nummers erg braaf, soms zelfs wat onzeker en komt pas in 'In Rose' op gang met een gemeende solo. Figini is gevarieerder. Begint met een David Gimour (Pink Floyd) sound-a-like, strooit met Jim Hall-achtige loopjes en heeft ook wat meer dramatisch materiaal in petto.

Een album waarop een variateit aan stijlen voorbij komt, maar waar geen grenzen echt overschreden worden. Zo heeft 'Morning Sun', met een zomerse melodie en onderliggende akkoorden op akoustische gitaar, een catchy refrein en vrolijke scat, hitpotentie.


© Jazzenzo 2010