Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Ava Mendoza: grilligheid als essentie

VOORBESCHOUWING
door: Mischa Andriessen









Gitariste Ava Mendoza speelt 31 maart in Rasa Utrecht en
1 april in Bimhuis Amsterdam.



Na het Transition Festival in Utrecht afgelopen weekend is moeilijk een andere conclusie te trekken dan dat jazz in beweging is. Dat is niet alleen maar goed nieuws want ten minste een deel van de jazz beweegt zich in de richting van een op hoog niveau uitgevoerde herhalingsoefening. Bij de bar vertelde iemand enthousiast over het optreden van het Mark Guiliana Jazz Quartet. ‘Het was bijna exact gelijk aan hun optreden in het Bimhuis.’ Daar scheiden zich de geesten. Voor de een is jazz in de eerste plaats een vormbeginsel, voor de ander een mentaliteit. Voor de een komt het aan op vakmanschap en vernuft, voor de ander op ideeën en durf.

Gitarist Ava Mendoza was ook voor Transition geboekt, maar de Amerikaanse koos uiteindelijk voor optredens in intiemere zalen. Ze zal deze week met haar trio in Rasa en het Bimhuis spelen. Het is een begrijpelijke en terechte keuze, want Mendoza’s muziek komt in dergelijke zalen beslist beter tot zijn recht, maar op Transition had ze niet misstaan, juist omdat geen van de andere acts die daar speelden ook maar enigszins op haar lijkt. 

Hybride
Over technisch kunnen valt bij Mendoza niets te klagen. Niettemin is het volledig ondergeschikt gemaakt aan de grilligheid die de essentie van haar muziek vormt. Vooraleerst is de muziek van Mendoza totaal hybride. Vrije jazz wordt gemengd met psychedelische rock, punk en tal van andere invloeden. Eigenzinnige gitaristen als Fred Frith en Nels Cline worden vaak als verwante geesten genoemd, maar die lijst moet aanzienlijk langer zijn. Per nummer verschilt die dan ook nog eens. Bij de ene song moet je ineens aan The Cramps denken, terwijl een andere associaties oproept met het vroege werk van Arto Lindsay bijvoorbeeld of de groep Last Exit waarin saxofonist Peter Brötzmann, gitarist Sonny Sharrock, bassist Bill Laswell en drummer Ronald Shannon Jackson speelden. Dat was in de jaren tachtig en dat decennium lijkt sowieso flink zijn sporen in de muziek van Mendoza te hebben achtergelaten. Het is een vreemde mengeling van een doemachtige sfeer en een volledige viering van de vrijheid die het geluid van Mendoza’s trio zo bijzonder maakt. 











'Musici die hun fantasie volgen, en geen angst voor foute noten kennen.'


Een belangrijke andere kwaliteit is de puurheid. Er zijn tal van groepen geweest die er een sport van maakten om zo snel mogelijk langs zo veel mogelijk verschillende genres te zappen. Een dergelijk postmodern eclectisme lijkt bij Mendoza echter niet aan de orde. Haar spel draait om ingevingen, om het volgen van de intuïtie. Daar hoort bij dat ze ook wel eens ergens uitkomt waarvan de luisteraar denkt, gauw weg hier, maar dat maakt het spannend. Bovendien hoeft niemand bang te zijn dat Mendoza en haar medemusici lang op dezelfde plek blijven hangen. 

Verhaal apart
Die medemusici zijn trouwens een verhaal apart. Vooral bassist Tim Dahl is van een ongekende bruutheid, zo vuig lopen er niet veel rond. Vorig jaar maakte hij op het Moers Festival een onvergetelijke indruk bij de groep Pulverize The Sound. Uit een geweldig lomp basakkoord peurde hij een prachtige boventonenmelodie, zo mooi dat het publiek die zelfs begon mee te zingen. Dahl en de andere muzikanten waren toen al lang van het podium, maar de muziek bleek niet weg te krijgen. Twee geluidstechnici deden hun uiterste best, maar wat Dahl minuten daarvoor had gespeeld, liet zich niet verdrijven. 

Dat belooft wat voor de concerten deze week. Musici die virtuoos en heel strak kunnen spelen, maar die hun fantasie volgen en geen angst voor foute noten kennen. Sterker nog die enige foute noten die Mendoza en haar mannen kennen, zijn de noten die de luisteraar zou kunnen voorspellen. Maar ook de luisteraar hoeft niet bang te zijn, want zulke noten komen vrijwel zeker niet voorbij.



Dogsbodies



Pageant


© Jazzenzo 2010